BESTUURDERS. INKOMENSMATIGING. Een maat voor niets ?
Ook voor bestuurders heeft de Belgische regering inkomensmatigende maatregelen uitgedokterd. Onlangs heeft het ministerie van Middenstand en Landbouw rond de problematiek van de inkomensmatiging voor zelfstandigen een brochure uitgegeven. Tijd om de puntjes op de i te zetten.
Een eerste algemene maatregel onderwerpt de voor de boekjaren 1994, 1995 en 1996 door Belgische vennootschappen betaalbaar gestelde tantièmes, te begrijpen in de zin van “winstuitkeringen” (met uitsluiting van dividenden), aan een reële blokkering : zij mogen niet hoger zijn dan het gemiddelde bedrag van de voor de boekjaren 1990, 1991 en 1992 toegekende tantièmes, verhoogd met het gezondheidsindexcijfer. Voor vennootschappen die pas na 1 januari 1992 werden opgericht (en voor vennootschappen die voor de drie opeenvolgende boekjaren 1990, 1991 en 1992 geen tantièmes hebben toegekend), mogen de voor de boekjaren 1994, 1995 en 1996 toegekende tantièmes niet meer bedragen dan 5 % van de voor dezelfde boekjaren betaalbaar gestelde dividenden. Ons inziens geldt deze blokkering ook voor tantièmes die aan bestuurders-vennootschappen worden uitgekeerd. De brochure zelf geeft daarover echter geen uitsluitsel.
BEZOLDIGINGEN.
Een tweede maatregel heeft betrekking op alle andere bestuurdersbezoldigingen (met inbegrip van veranderlijke elementen en voordelen in natura) : bij verhoging van de bestuurdersbezoldigingen in 1994, 1995 en 1996 in vergelijking met de in 1993 (geïndexeerde) betaalde bestuurdersbezoldigingen, moet de uitkerende vennootschap een provisie aanleggen ten belope van de verhoging, met een maximum van 1,5 % van de in 1993 (niet-geïndexeerde) uitgekeerde bezoldiging per betrokken bestuurder. In tegenstelling tot de tantièmeregeling, mogen bestuurdersbezoldigingen wel degelijk en zelfs onbeperkt worden verhoogd ten opzichte van 1993 en mag worden aangenomen dat aan bestuurders-vennootschappen uitgekeerde bestuurdersbezoldigingen aan elke matiging ontsnappen.
DE PROVISIE.
Strikt genomen zou de provisie moeten worden aangelegd “door de inhouding van” de verhoging op de bezoldigingen die ten opzichte van 1993 zijn gestegen (ten belope van maximum 1,5 % van de bezoldiging van 1993). Omdat de inkomensmatiging slaat op de uitkerende vennootschap, kan worden aangenomen dat zij de bestuurders kan vrijwaren van enig verlies en de provisie derhalve uit eigen middelen kan aanleggen. De vennootschap moet deze provisie vóór eind 1997 aanwenden voor zekere erg ruim gedefinieerde bestedingen : financiering van beroepsinvesteringen, van beroepsverliezen, van personeelskosten voor bijkomend personeel of van voorzieningen voor waarschijnlijke verliezen of kosten. Pas als zij dit niet doet, moeten de geprovisioneerde bedragen worden betaald aan een Participatiefonds. Uiteraard kan de provisie in eenzelfde jaar worden aangelegd en aangewend. Het weze duidelijk dat deze matigingsoperatie bij tijdige aanwending van de provisie volledig neutraal blijft voor de vennootschap en de investering geen meerkost inhoudt.
HOE PROVISIONEREN ?
Op dit vlak roept de reglementering meer vragen op dan zij er beantwoordt. Moet de eventueel aan te leggen provisie worden berekend op basis van het “netto beroepsinkomen na belasting”, zoals het blijkbaar in de bedoeling van de regering lag, of op basis van de “brutobezoldigingen na aftrek van beroepskosten”, zoals de brochure dit voor de kategorie der zelfstandigen verduidelijkt ? Voorzichtigheidshalve (en gemakkelijkheidshalve) kan de provisie van 1,5 % dan ook best worden berekend op de in 1993 toegekende brutobezoldigingen zonder meer, temeer omdat de provisie volledig intern kan worden aangewend voor ruim omschreven doeleinden. Volgens de brochure dient deze provisie verwerkt te worden via de rubriek “Voorzieningen voor overige risico’s en kosten”. Bij gebrek aan een aangepaste regeling voor personen die slechts in de loop van 1993 werden benoemd als bestuurder of wiens mandaat in de loop van 1994, 1995 of 1996 werd beëindigd, kan men bezwaarlijk de voor een gedeelte van een jaar toegekende bestuurdersbezoldigingen omzetten in jaarcijfers om de precieze stijging van de bestuurdersbezoldigingen te bepalen. Voor diegenen aan wie in 1993 geen bestuurdersbezoldiging werd toegekend, blijft de matigingsregel alleszins in praktijk zonder gevolg, vermits elke referentiebezoldiging voor het berekenen van de provisie in dergelijk geval ontbreekt. Dit geldt a fortiori ook voor personen die pas in 1994, 1995 of 1996 worden benoemd tot bestuurder, tenzij wat betreft de bovenvermelde algemene blokkeringsmaatregel voor tantièmes. Voor hen dient dan ook geen provisie te worden aangelegd.
WANNEER PROVISIONEREN ?
Strictu sensu moet jaarlijks een provisie worden aangelegd en geboekt, alvorens ze kan worden aangewend. De brochure neemt echter een pragmatisch standpunt in : “de provisie mag aangelegd worden op het ogenblik dat het inkomen gekend is, in principe op 30/06 volgend op de kalenderjaren 1994, 1995 en 1996. ” Voorts staat de brochure een afwijking toe indien het boekjaar van de vennootschap niet samenvalt met het kalenderjaar. Dit leidt tot de dubbelzinnige vaststelling dat de provisie moet worden teruggevonden in het boekjaar van de vennootschap dat een aanvang neemt in 1994, 1995 en 1996, maar dat als dat niet is gebeurd er toch nog kan worden geprovisioneerd tot 30 juni 1995, 1996 en 1997.
GEMENGD STATUUT.
Hoewel hierover tot voor kort een controverse bestond, is en blijft de loonmatiging voor werknemers van toepassing zodra en zolang er een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer bestaat. Ook tussen een (gedelegeerd) bestuurder en een vennootschap kan een geldige arbeidsovereenkomst tot stand komen indien een gezagsverhouding aanwezig is. Mogelijke andere (zelfstandige) bestuurdersinkomsten kunnen uiteraard wel het regime van de bestuurdersregeling ondergaan. De brochure volgt dit standpunt.
Overtreding van één van de bovenvermelde verplichtingen kan korrektioneel worden bestraft met een werkelijke geldboete van 10.000 tot 2.000.000 frank. Wel is momenteel nog onduidelijk wie de kontrole op de naleving hiervan op zich zal (moeten) nemen. Misschien iets voor een volgende regering ?
JEAN-PAUL TIMMERMANS
HERMAN TACKAERT
Jean-Paul Timmermans en Herman Tackaert zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier