Bestuur na wanbestuur
In Latijns-Amerika gaat alle aandacht naar Venezuela. Maar ook andere landen moeten hun economie weer aanzwengelen.
In de twee jaar tot november 2019 werden in Latijns-Amerika vijftien presidentsverkiezingen gehouden. Populisten van diverse pluimage wonnen de verkiezingen in Argentinië, Brazilië en Mexico, de drie grootste economieën van de regio. In veel andere landen zijn de nieuwe regeringen zwak. Ze staan ook voor een ontzagwekkende taak. Ze moeten iets doen aan de ontevredenheid over middelmatige economische groei, de gebrekkige openbare voorzieningen en infrastructuur, en aan de angst voor bendegeweld.
Het allesoverheersende probleem van de regio blijft Venezuela. De kans bestaat op een onderhandelde terugkeer naar de democratie in 2020 waarbij de onwettig verkozen dictator Nicolás Maduro aftreedt en de weg vrijmaakt voor eerlijke presidentsverkiezingen. Maar het is waarschijnlijker dat Maduro met de steun van het leger en de hulp van Cuba en Rusland zich vastklampt aan de macht. In dat geval zal de stroom migranten uit Venezuela aanzwellen. Maduro houdt de façade van democratie overeind. Wat er ook gebeurt, hij zal de voor 2020 geplande parlementsverkiezingen laten doorgaan. Maar als er geen akkoord komt, wordt het een schijnvertoning waarbij hij de controle over het parlement afpakt van de verzwakte oppositie.
Colombia krijgt met forse tegenwind te kampen. De meeste Venezolaanse migranten zullen daar hun heil zoeken. Venezuela geeft ook opvang en steun aan Colombiaanse guerrillastrijders die zich bezighouden met drugshandel, illegale goudwinning en andere misdrijven. Er komen waarschijnlijk schermutselingen aan de grens en een echte oorlog is niet uitgesloten.
Latijns-Amerika moet in 2020 hopen dat er een einde komt aan de lange recessie. Sinds 2013 hebben kenners elk jaar opnieuw hun voorspellingen over een herstel drastisch moeten bijstellen. Het IMF heeft zijn groeiraming voor de regio in 2020 teruggeschroefd tot 1,8 procent.
De hoop om dat te halen is gericht op Brazilië. De regering van Jair Bolsonaro blijft een politiek disfunctionele bedoening, maar haar plannen voor belastinghervorming, privatisering en investeringen in infrastructuur kunnen de economie tot leven wekken.
Mexico heeft met Andrés Manuel López Obrador een krachtige president, maar hij boezemt de privésector weinig vertrouwen in. Het land kampt met een langzame economische inzinking. Die zal geleidelijk knagen aan de populariteit van de president in de aanloop naar de parlementsverkiezingen halverwege zijn ambtstermijn in juli 2021.
Argentinië wordt weer door een peronist geleid. Alberto Fernández, de nieuwe president, is gematigder dan zijn populistische vicepresident, Cristina Fernández de Kirchner. De president zal proberen nog maar eens een schuldherschikking te onderhandelen met het IMF en de particuliere obligatiehouders, maar zonder de betaling op te schorten. Argentinië kan weer economische groei krijgen tegen het einde van 2020.
De auteur is Bello-columnist en eindredacteur Latijns-Amerika van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier