Bescheiden Becijferd Product

Burgers reageren op de hoge belastingdruk met een eigen economisch circuit. Voor elke 5 officiële franken staat 1 frank die ontsnapt aan de tentakels van de schatkist.

Eén zevende van de totale output in de rijkere landen wordt niet aangegeven. Friedrich Schneider van de Universiteit van Linz in Oostenrijk zette de ramingen omtrent de omvang van de schaduweconomie op een rijtje (zie grafiek Zwart wint veld). België doet het daarin “uitstekend” met een tweede plaats net na de beruchte economia sommersa van Italië. Op een economische activiteit ter waarde van ruim 20 % van het huidige Bruto Binnenlands Product dat is bijna 2000 miljard frank worden de inkomstenbelasting, noch de Sociale Zekerheidsbijdragen betaald.

Hoewel de schaduweconomie per definitie onmeetbaar is, heeft de sector toch een specifiek trekje dat behoorlijke schattingen mogelijk maakt : om geen sporen achter te laten, gebeuren de meeste zwarte transacties in cash geld. Een grotere zwarte sector betekent dus een grotere vraag naar bankbriefjes. Het verschil met de cashgeldbehoefte van de officiële sector laat dan toe de omvang van de schaduweconomie te meten. “Met deze methode kan je verschillende landen vergelijken en de grootte-orde van de schaduweconomie aangeven,” zegt Friedrich Schneider.

Een belangrijke kritiek op deze berekeningswijze is dat ze ervan uitgaat dat geld enkel dient als betaalmiddel. Jef Vuchelen van de Vrije Universiteit Brussel : “Geld heeft ook een beleggingsfunctie. Daarom dreigt deze methode de schaduweconomie te overschatten. Maar die overschatting kan gecorrigeerd worden. In België wordt ongeveer 40 % van het chartaal geld opgepot. Die berekening is gebaseerd op het verschil in slijtage tussen de grotere en kleinere coupures. De grotere verslijten minder snel omdat ze in de spaarkous opgeborgen worden. Voor België levert de zuivere cashbenadering een zwarte economie ter waarde van 35 à 40 % van het BBP op. Als je rekening houdt met de beleggingsfunctie van geld valt die omvang terug tot de helft.”

Hoofdoorzaak is de belastingdruk op arbeid

Als de berekeningen op basis van deze methode kloppen, dan groeide de schaduweconomie in de ontwikkelde landen driemaal zo snel als de officiële sinds de jaren ’60. Waaraan ligt dat ?

Hoofdoorzaak is de verstikkende belastingdruk op arbeid. “Ruim twee derden van alle inkomsten betrekt de staat uit de belasting op arbeid. Dat is krankzinnig,” zegt Friedrich Schneider. “Dat veroorzaakt een enorme wig in wat een werknemer netto naar huis meeneemt en wat de werkgever in totaal moet ophoesten. Ze kunnen dat gigantische verschil onder hun beiden verdelen als ze de overheid niet mee aan tafel laten zitten. Resultaat is zowel een toenemende vraag van zwarte diensten als ook een toenemend aanbod om zuiver volgens verdienste betaald te worden. Ook de ingewikkeldheid van het belastingsysteem en het groeiende arsenaal regels en normen op zowel de arbeids- als productmarkten kunnen met de vinger gewezen worden. Tot de helft toe liggen ze aan de basis van zwartwerk, becijferde Schneider.

Ander fenomeen

dat als verklaring wordt ingeroepen, is dat van de belastingmoraliteit. Of in hoeverre de maatschappij wroeging heeft als ze de schatkist beduvelt. Bitter weinig in België blijkbaar, gezien miljoenen Belgen de nationale sport beoefenen. Eenzelfde houding is ook in Italië terug te vinden. “Zelfs een beperkte belasting als de roerende voorheffing wordt massaal ontdoken, omdat het zo gemakkelijk is. Het heeft weinig zin de belastingtarieven te verlagen om het zwartwerk naar de officiële sector te lokken,” zegt Jef Vuchelen. Friedrich Schneider beaamt : “Die ongehoorzaamheid is te interpreteren als een reactie van de burgers op de overbemoederende staat.”

Niet alleen de baten van zwartwerk zijn hoog, ook de opportuniteiten om het te doen, nemen toe. Steeds meer mensen werken als zelfstandige en/of werken thuis. Extra activiteit is dan veel makkelijker te verstoppen dan in de grote fabriek van vroeger. Meer mensen werken ook deeltijds of in allerlei flexibele stelsels. Dat laat meer tijdsruimte om “na de uren” nog vlug iets bij te verdienen. Daarnaast neemt de vraag naar diensten toe die vlot aan het oog van de staat te onttrekken zijn. Een toenemend inkomen laat toe anderen meestal cash te betalen voor huishoudelijke taken als poetsen of de tuin verzorgen.

De economische impact van het zwartcircuit

De omvang van zwartwerk toont aan dat er wel degelijk nog een vraag is naar minder geschoolde arbeid als het prijsmechanisme niet te zeer verstoord wordt. Zwartwerk vervult een sociale en economische rol en verlicht zo de taken van de overheid. Zwartwerk kent een herverdelend mechanisme.

Pierre Pestieau (Universiteit van Luik) en Victor Ginsburgh (Université Libre de Bruxelles) hebben vastgesteld dat de vraag naar zwartwerk uitgaat van hogere en beter geschoolde inkomensgroepen terwijl het aanbod geleverd wordt door de lagere sociaal-economische klassen wier vaardigheden doorgaans beter de zwartwerker van pas komen. Verkleint het zwartwerkcircuit de inkomenskloof tussen de verschillende scholingsniveaus, dan verdiept ze de kloof tussen werkenden en niet-werkenden. Want het zijn de werklozen die veel minder aan zwartwerk doen dan de werkende bevolking. Want wanneer een werkloze betrapt wordt, dreigt hij zijn hele uitkering te verliezen. Een bijverdiener krijgt enkel de boete en de ontdoken belasting te slikken, maar ziet zijn legaal inkomen onaangetast. Bovendien bestaan steeds meer gezinnen uit enkel niet-werkenden met het gevolg dat zij de financiële buffer ontbreken om mee te draaien in de schaduweconomie.

Het inkomen dat in dit circuit verdiend wordt, zorgt tevens voor een buffer in moeilijke economische tijden. “Het verklaart misschien de paradox dat ondanks de torenhoge werkloosheid of de slappe conjunctuur in Europa er toch geen sociale onrust uitbreekt,” zegt Schneider. Het zwarte circuit houdt de mensen bezig met het creëren van toegevoegde waarde. Wat kan een overheid zich beter wensen ? De staat recupereert op de koop toe een stuk van de verloren ontvangsten omdat zwarte inkomsten meestal meteen weer gespendeerd worden en zo uiteindelijk toch belastingen genereren,” zegt Schneider.

Niettemin blijft het inkomstenverlies voor de staat aanzienlijk. Om dat verlies op te vangen, belast de overheid steeds meer de nog officiële economie en ondermijnt zo verder het economische draagvlak. Ook wordt het overheidsbeleid steeds meer afgestemd op cijfers die nog nauwelijks een afspiegeling van de realiteit zijn. Dat kan tot verkeerde beleidsconclusies leiden. De overheid beseft dit en houdt in de berekening van de economische activiteit ook effectief rekening met de zwarte sector (zie kaderstuk De grote sprong voorwaarts).

DE OVERHEID REAGEERT

met een repressief beleid : door de pakkans en de straffen te verhogen, probeert ze zwartwerk te ontraden. Dit beleid levert enigszins inkomsten op maar laat de steeds dieperliggende wortels van de schaduweconomie ongemoeid. Een betere oplossing is het verlagen van de prikkels om in de schaduw te werken. Dat kan door belastingtarieven af te bouwen en arbeidsmarkten soepeler te maken. Om van de nettoverdienste van een werknemer de totale loonkost te berekenen, moet je in Zwitserland 47 % van het nettoloon bijtellen. In België loopt die extra kost op tot meer dan 100 %. Het verschil in omvang van de zwarte sector is navenant.

KDA/T.E.

FRIEDRICH SCHNEIDER (UNIVERSITEIT LINZ) De overheid puurt twee derden van haar totale inkomsten uit de belasting op arbeid. Dat is krankzinnig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content