‘Beroep is geen heilig recht’
Justitie krijgt minder middelen en personeel. Minister Koen Geens wil daarom het aantal burgerlijke dossiers beperken door beroep te ontmoedigen en bemiddeling te stimuleren. Ook de parketten moeten onderzoeken kunnen inkorten met lagere straffen in ruil voor de schulderkenning.
Enkele dagen geleden raakten de hervormingsplannen van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bekend. Justitie moet het doen met minder middelen en personeel. Geens wil dat oplossen door het aantal rechtszaken grondig te beperken. Voor het eerst gaat hij dieper in op zijn plannen.
In welke toestand hebt u Justitie aangetroffen?
KOEN GEENS. “Het departement heeft gemotiveerde mensen, maar werd wat verzwakt door de opeenvolgende besparingen. Ik was compleet verrast door de achterhaalde manier waarop rechters moeten werken. Het lage niveau van informatisering komt niet alleen door het gebrek aan middelen, maar ook door tegenslag en slecht management. Ik wil dus zeker werk maken van de informatisering van Justitie.”
Dat hebt u gemeen met uw voorgangers Marc Verwilghen, Laurette Onkelinx, Jo Vandeurzen, Stefaan De Clerck en Annemie Turtelboom, die ooit hetzelfde verklaarden. Allen beten ze hun tanden stuk op de informatisering van Justitie.
GEENS. “Dat is dan een slecht voorteken voor mijn gebit. Ik zal dus het motto hanteren van Willem van Oranje. Il n’y a point besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer (Men hoeft niet te hopen om te ondernemen, noch hoeft men te slagen om vol te houden, nvdr). We zullen dus ons best doen.
“Het grote verschil met mijn voorgangers is dat we ons in een periode van uitzonderlijke budgettaire krapte bevinden. Die toestand moeten we ombuigen tot een opportuniteit. We zijn bezig met een hervorming van het juridisch landschap en de responsabilisering van de magistratuur. Dat biedt ons de gelegenheid om, in samenspraak met de justitie, de werking van die magistratuur opnieuw te bekijken. We vertrekken zogoed als van een blanco bladzijde.”
De magistraten vinden de nieuwe besparingen onverdedigbaar. Wat antwoordt u daarop?
GEENS. “Ik heb bij de vorige budgettaire ronde 37 miljoen euro extra bekomen. Zo konden we het besparingstempo dit jaar terugschroeven van 4 naar 1 procent. De 101 miljoen euro aan onbetaalde facturen wordt betaald. Justitie kan ook aanspraak maken op een deel van de 200 miljoen die de regering bij de begrotingscontrole opzijgezet heeft voor investeringen. We moeten de bocht nu nemen door de werkdruk voor het departement te verlagen. Die inspanning alleen vertegenwoordigt 90 procent van het Justitieplan. Voorts willen we de basiswetgeving moderniseren en investeren in informatica. Die maatregelen zullen het mogelijk maken met minder personeel te werken.”
De door u gewenste efficiënte verdeling van middelen en mensen kan pas gebeuren na de werklastmeting. Wettelijk moest die eind 2015 klaar zijn. Dat zal niet lukken. Wat nu?
GEENS. “De grote vraag is wanneer ik die werklastmeting voor de hele rechterlijke orde krijg. Het ziet ernaar uit dat de parketten op zijn vroegst eind 2016 klaar zullen zijn. De hoven en rechtbanken zullen wellicht nog later klaar zijn, want de rechtbanken van koophandel moeten er nog aan beginnen.
“Maar ik wacht niet op de uitkomst om met een wetgevend initiatief te komen dat het zelfstandige beheer van de rechtbanken toelaat. Dit jaar schrijf ik de koninklijke besluiten die een tweede werklastmeting mogelijk maken. Ik wil met criteria werken die niet alleen de werklast van de medewerkers in een bepaalde rechtbank meten, maar het ook mogelijk maken de rechtbanken onderling te vergelijken. Dat is nu niet het geval, omdat bijvoorbeeld de hoven van beroep verschillende standaarden hanteerden bij de meting. Op basis van de nieuwe vergelijking kan dan later een efficiënter beheer gebeuren.”
Hoe groot is de gerechtelijke achterstand?
GEENS. “In statistiek is België geen modelland. We doen ons best om dat te verbeteren, maar dat kost tijd. In eerste aanleg en het vredegerecht is de achterstand redelijk, behalve voor sommige soorten geschillen. De achterstand is vooral aanzienlijk in de beroepszaken, al gaat het daar in sommige rechtsgebieden beter dan in andere.”
In het Brusselse hof van beroep bedraagt de termijn drie tot vier jaar.
GEENS. “Ik weet het. Dat is een belangrijke rechtbank, maar zij vormt niet de norm voor de rest van het land. We moeten de gewoonte aannemen de termijnen te respecteren, gedisciplineerd te zijn. Dan verloopt alles vlot. Een deadline is een goede zaak. Advocaten, ministers, journalisten, iedereen werkt met deadlines. Ook de justitie kan er beter van worden.”
Bepaalde hoven van beroep, zoals dat van Antwerpen, hebben de achterstand ooit weggewerkt met plaatsvervangende raadsheren, advocaten dus. Een goed idee?
GEENS. “Ja, maar het lost de scheefgroei maar tijdelijk op. Ik wil de achterstand structureel aanpakken. Anders komt die kat weer.”
U kent als gewezen advocaat de truken van de gerechtelijke foor. Kunt u die kennis gebruiken bij de hervorming van Justitie?
GEENS. “Ervaring is het enige voordeel van ouder worden. Mijn vertrouwdheid met het recht helpt uiteraard bij de invulling van mijn ministerschap. Net zoals mijn kennis van de bancaire wereld hielp bij mijn vorige taak bij Financiën. Als gewezen advocaat weet ik wat men in dat vak bedoelt met hard of niet hard werken. Zo kan ik de justitie beter inschatten.
“Ik heb ook een meer praktische visie op procedures, zoals het hoger beroep. Uit de praktijk weet ik dat heel wat advocaten na het verlies van de zaak op verzoek van hun cliënt in beroep gaan om de uitvoering uit te stellen, terwijl ze perfect weten dat ze in tweede orde wellicht nog eens zullen verliezen. Dat kost de justitie te veel tijd en moeite.
“Ik beschouw de tweede aanleg, zeker in burgerlijke zaken, niet als een heilig recht. Een beroep schorst vandaag de uitvoering van een vonnis. Ik wil dat veranderen en de uitvoering — meestal de betaling van een som geld — onmiddellijk laten plaatsvinden.
“Ik wil ook meer ruimte scheppen voor de regeling van het geschil buiten de rechtbank, waarbij advocaten na een dagvaarding toch een compromis voorleggen aan de magistraat. De justitie moet conflicten helpen op te lossen. Ik wil dat de rechter probeert de partijen naar een bemiddeling te leiden.”
Hoe wilt u de bemiddeling concreet stimuleren?
GEENS. “Ik wil de dagvaardingstermijn graag verlengen van acht dagen naar zes weken. Zo kan de rechter zich beter voorbereiden. Idealiter vindt de eerste zitting pas plaats nadat de eisende partij een in detail gemotiveerde dagvaarding heeft verzonden, waarop een zeer grondige antwoordconclusie volgt. Die laatste zou bijvoorbeeld drie weken voor de inleidingszitting moeten worden geformuleerd. De rechter heeft dan twee verhalen, die hij veel beter begrijpt. Hij kan de partijen dan beter beargumenteerd motiveren om tot een akkoord te komen, dat hij onmiddellijk kan bekrachtigen. We starten een proefproject voor de rechtbanken van koophandel.”
Een rechter mag de partijen toch niet in de richting van een compromis duwen door een hint te geven van wat hij zal beslissen?
GEENS. “Een rechter moet inderdaad passief zijn, de zaak ondergaan. Maar er zijn veel manieren om mensen iets te laten begrijpen. Dat kan zeer delicaat gebeuren, zodat een goed verstaander de conclusie kan trekken.”
U weet toch dat de meeste advocaten een zaak veel liever uitvechten in de rechtszaal?
GEENS. “Er zijn ook methodes om de advocaten het geweer van schouder te laten veranderen. In Duitsland bestaat een derdebetalersysteem voor de rechtsbijstand en ontvangen advocaten een beter ereloon als ze een zaak door bemiddeling oplossen.”
Denkt u aan een hogere vergoeding voor pro-Deoadvocaten als ze een zaak buiten de rechtbank oplossen?
GEENS. “Dat heb ik niet gezegd. We zijn er nog niet. Ik zal een concreet voorstel formuleren tegen de lancering van de hervorming van justitie, voor het einde van het jaar.”
Tegen wanneer denkt u de proceduretijd fundamenteel te kunnen inkorten?
GEENS. “Daar wil ik me nog niet over uitspreken. Ik zal die doelstelling opnemen in het beheerscontract. Daarover onderhandel ik normaal begin 2017 met de zittende magistratuur en de parketmagistraten. De doelstelling moet dan binnen een redelijke termijn gehaald worden.
“Ik ben ervan overtuigd dat nieuwe regels voor de beroepen en de bemiddeling het aantal rechtszaken met 20 tot 25 procent kunnen verminderen. Heel veel zaken zijn juridisch niet moeilijk, maar dikwijls wil een van de partijen gewoon geen oplossing. Wanneer het aantal zaken vermindert, zullen de magistraten op termijn hun achterstand kunnen inhalen.
“Ons land telt per capita meer magistraten dan Nederland en Duitsland. Een van de redenen is dat ons systeem ons ertoe aanzet de procedure tot het einde toe door te zetten.
“Ook in belangrijke strafzaken wordt de redelijke termijn vaak overschreden. Ook daar wil ik de werkdruk verminderen. Om de justitie sneller te laten schakelen, stel ik de ‘plead guilty’-procedure voor. Een veroordeelde krijgt een kleinere straf als hij in wat minder ernstige dossiers schuld bekent en hij na een korter onderzoek voor de korte pijn gaat.”
Kan in die procedure over de straf worden onderhandeld?
GEENS. “Daar zal het parlement over moeten oordelen. In principe kan in het strafrecht niet over de straf worden onderhandeld, maar de advocaat zal toch met het parket moeten praten. Als dat een te hoge straf voorstelt, kan de raadsman opteren voor de normale rechtsgang en zo het risico van een hogere straf nemen.”
De minnelijke schikking in strafzaken lokt soms kritiek uit. Er is sprake van een justitie voor de rijken. Toch verdedigt u de minnelijke schikking. U wilt zelfs haar toepassingsgebied uitbreiden.
GEENS. “Dat is een kwestie van gezond verstand. Ik ben niet noodzakelijk voor of tegen. In een uiterst performant rechtsbestel zouden we het zonder minnelijke schikking kunnen doen. Maar vanaf het ogenblik dat een strafproces veel tijd in beslag neemt, de bewijzen twijfelachtig zijn of de redelijke termijn dreigt te worden overschreden, lijkt het me verstandig het parket de kans te geven een schikking te treffen. Dan moeten wel twee voorwaarden vervuld zijn. Aan alle burgerlijke, sociale, fiscale vorderingen moet voldaan zijn. Ook belastingschulden moeten eerst worden betaald. De tweede voorwaarde is dat de minnelijke schikking moet worden vermeld in het strafregister.”
Het is de bedoeling dat het parket vooral belangrijke zaken behandelt. Wordt in die optiek ook de una-viaprocedure beter uitgewerkt? Volgens dat principe moet het parket in fiscale dossiers een duidelijke keuze maken tussen een administratieve dan wel een correctionele behandeling.
GEENS. “Jawel. Het Grondwettelijk Hof was erg kritisch over de huidige una-viaprocedure, omdat het parket zich na een administratieve boete nog altijd over de zaak kon buigen. Dat was in strijd met het ‘non bis in idem’-beginsel, dat zich tegen de een dubbele straf verzet. Met mijn collega’s Johan Van Overtveldt en Elke Sleurs heb ik de voorbije weken afgesproken dat het parket en de fiscus voortaan in een veel vroeger stadium van een onderzoek definitief beslissen wie een dossier voor zijn rekening neemt. Zo vermijden we dubbele onderzoeken.”
Is de kwaliteit van de gerechtelijke uitspraken goed genoeg?
GEENS. “Ik spreek me daar niet over uit. Dat zou in strijd zijn met de onafhankelijkheid van de magistratuur. Dit gezegd zijnde, soms duurt het te lang. Het zou misschien beter zijn dat de beslissingen wat korter waren. Een vonnis is geen academisch referaat. Ook moet toch niet over de feiten of de grond van de zaak worden gesproken, als blijkt dat de zaak niet ontvankelijk is.”
In Brussel zijn griffiers verhuisd naar de Franstalige rechtbanken, waardoor de Nederlandstalige rechtbanken onderbemand geraakten. Een gevolg van de slecht uitgewerkte splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zeggen critici.
GEENS. “Er is soms wat onevenwicht tussen de griffies. De ene is al meer onderbezet dan de andere. De eerste voorzitter van het hof van beroep in Brussel heeft inderdaad zeven tweetalige griffiers van de Nederlandse naar de Franstalige rechtbank van eerste aanleg verschoven. De gewijzigde situatie zal een jaar duren, in afwachting van de aanwerving van nieuwe griffiers. De Nederlandstalige voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg betwist dat de eerste voorzitter daarvoor bevoegd was. Ik heb de procureur-generaal om advies gevraagd.”
De Brusselse onderzoeksrechters volgen strafdossiers over inbraken bij het afgesplitste parket van Halle minder goed op, luidt het.
GEENS. “Het parket is inderdaad gesplitst, niet het gerecht. Het is niet verwonderlijk dat het parket in Halle-Vilvoorde een ander strafrechtelijk beleid wil voeren dan in Brussel. Op termijn zal ook dat wel uitgeklaard worden. De implementatie van de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel Halle-Vilvoorde verloopt vlot.”
U wilt het aantal gedetineerden verminderen, maar tegelijk blijft u gevangenissen bouwen. Waar zit daar de logica?
GEENS. “We hebben nood aan nieuwe capaciteit, maar ik wil het aantal gedetineerden onder de grens van 10.000 brengen (momenteel zijn er 11.400 gedetineerden, nvdr). We mogen niet ongeremd bouwen: de nieuwe gebouwen zullen goed afgestemd zijn. We moeten ook de gedetineerden van Tilburg verhuizen, de gevangenissen van Vorst, Sint-Gillis en Berkendael sluiten en die van Haren in gebruik nemen.”
Keert u ooit terug naar de balie?
GEENS. “Dat weet God alleen.”
Hans Brockmans, fotografie Christophe Ketels
“Ik was compleet verrast door de achterhaalde manier waarop rechters moeten werken”
“Een beroep schorst vandaag de uitvoering van een vonnis. Ik wil dat veranderen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier