BERLAYMONT. De asbest-busters
In ’91 trokken 3300 EG-ambtenaren uit het Berlaymont-gebouw. Het asbestspook waarde door de gangen en de luchtkokers. Vorige week startte Brussel een bijkomend onderzoek naar de verwijdering van het goedje. Deze zomer wordt eindelijk de asbest-buster aangeduid.
Een recent rapport van de American Health Foundation (AHF) over asbest in gebouwen is vrij lakoniek : “Laat het spul gerust. Het is nog het veiligst overal af te blijven. “
“Daar hebben ze gelijk in, ” knikt Erik Karman, voorzitter van de Vereniging Asbestverwijderende Bedrijven (VAB) en gedelegeerd bestuurder van Asbestos Removal : “Een asbestpsychose zoals in de Verenigde Staten enkele jaren geleden kunnen we missen als kiespijn. Dat is nergens voor nodig. Zo’n reaktie vervalst de markt en schept aberrante toestanden. “
Toch nuanceert Karman de AHF-studie : “Gebouwen leven. Men verplaatst een wand, trekt een nieuwe leiding, rijdt zijn bumper tegen de branddempende asbestwand in de garage… en de airconditioning stuurt de vezels het hele gebouw rond. De praktijk leert dat telkens ingekapselde asbest vrijkomt, de besmetting niet meer onder kontrole te houden is. De kans dat gesaneerd moet worden, wordt dus steeds groter. Bovendien is geen enkel gebouw een eeuwig leven beschoren. Ooit moet het plaatsmaken. En dan moet de asbest omzichtig verwijderd worden. “
BIJKOMEND ONDERZOEK.
Op aanraden van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) voert het stadsbestuur een bijkomend onderzoek uit naar de mogelijkheid om het asbest in het Berlaymont-gebouw ter plaatse te verwerken. Drie van de tien kandidaten stellen deze optie, die niet in de offerte-aanvraag stond, voor. Dinsdag 4 juli a.s. maakt een overlegkommissie haar standpunt bekend.
Vier jaar na de ijlingse ontruiming staat het Berlaymont-gebouw nog altijd leeg. Kwatongen beweren dat het asbest-geroep de beste garantie was om snel weer een werf in Brussel op te kunnen starten. Hoe dan ook, sindsdien betaalt de Belgische Schatkist zowat 1,5 miljard frank per jaar voor de herhuisvesting van de Europese ambtenaren in wel tien verschillende gebouwen. Die huurkontrakten verlopen in 1999. Is het Berlaymont-gebouw dan niet gerenoveerd, dan worden die kontrakten nog eens met 3-6-9 verlengd, met alle gevolgen voor de belastingbetaler vandien.
Voor de renovatie richtte de eigenaar de Regie der Gebouwen de nv Berlaymont 2000 op. Die krijgt de erfpacht op het complex en moet met de huuropbrengst de totale herstellingswerken ooit op 13 miljard frank geschat betalen. Intussen draaiden de financierende banken de kraan dicht. Zij wilden de kredietlijn niet aangewend zien voor het weghalen van het asbest. November ’94 besloot de regering een offerte voor de verwijderingswerken uit te schrijven. Half maart bleken tien internationale consortia naar het projekt te dingen. Hun bod varieerde tussen 1,2 miljard frank (Ibens-CEI-Van Laere-Tech. Indus E Ambientali Riva E Mariani Sud) en 1,8 miljard (Asbestos Removal-CFE-Renotec-Technubel (Techni-Asbest)-Willich Revisma).
De beslissing wordt nu uitgesteld tot na het onderzoek naar de ekologische en ekonomische gevolgen van de asbestverwijdering ter plaatse. Daarna krijgt de gelukkige winnaar volgens het bestek slechts 500 dagen om de asbestklus te klaren. De werken moeten dus reeds in augustus ’95 aangevat worden, wil men nog tijd genoeg hebben voor de verdere wederopbouw van het Berlaymont-gebouw vóór de huurkontrakten van de Europese ambtenaren aflopen. Laatkomers staat een boete van 5 of 10 % op de projektwaarde te wachten.
Naast de prijs kijkt de opdrachtgever ook naar de financiële draagkracht van de kandidaten, hun technisch kunnen, de geplande behandelingswijze van het asbest en de voorziene veiligheidsmaatregelen. Gezien de complexiteit van het dossier is een vergelijking erg moeilijk. Daarom heeft de Regie de kandidaten ontboden hun voorstellen persoonlijk te komen toelichten.
ASBESTROUTE.
“Er wacht de Regie der Gebouwen een moeilijke taak, ” bevestigt Karman, tevens betrokken partij met Asbestos Removal.
De VAB-voorzitter kadert de uiteenlopende offertes in de wetgeving voor asbestverwijdering, die verschilt van land tot land : “Men moet het lastenboek 100 % volgen, maar er bestaan geen referenties wat asbestafval betreft. Zo stelt het bestek bij voorbeeld dat alle oppervlakten gefixeerd moeten worden. Voor de ene betekent alles alles, voor de ander alleen dat wat oorspronkelijk met asbest bezoedeld was. De vraag is nu waar men genoegen mee neemt. “
Voorts is er het probleem van de asbestverwerking. In principe wil men in druk bewoonde gebieden geen behandeling ter plaatse (maar de stad Brussel stelt nu een bijkomend onderzoek in of dit toch geen betere oplossing is voor het Berlaymont-gebouw). Daarom stippelde het Brussels Instituut voor Milieubeheer, dat de vergunning voor de verwijdering verleende, een asbestroute uit naar de rand van het Gewest. Het tracé stemt overeen met dat voor andere gevaarlijke transporten.
Er zal dus in het Vlaamse Gewest moeten gestort worden. Dat kan enkel bij Indaver in Antwerpen en dan nog volgens strikte voorwaarden. Het asbestafval moet bijvoorbeeld reeds gefixeerd zijn. Daarvoor moet het transport eerst naar Rematt in Mol. Rematt is de tijdelijke vereniging van asbestverwerkers Balmatt en Recona waarin de asbestverwijders Renotec, Asbestos Removal, Willich Revisma en Techni-Asbest zetelen. Rematt, opgericht in 1993, mengt verwijderde asbest in cementblokken. De asbestverwijderaars investeerden zo’n 50 miljoen frank in de bouw van de bindingsinstallatie in Mol, stelden de kapaciteit open voor derden en kwamen een vaste verwerkingsprijs overeen.
“Het reinigen van de Boerentoren in Antwerpen zorgde voor 1500 ton asbestafval. Het Berlaymont-gebouw berekenden wij op 28.000 ton, ” zegt Karman. “De stortkosten voor het Berlaymontprojekt zouden wel eens meer dan een kwart van de totaalprijs van de opruiming kunnen bedragen. ” Vandaag zou de installatie in Mol nauwelijks 1000 ton per jaar aangevoerd krijgen. Maar ze kan meer slikken.
De Bond Beter Leefmilieu (BBL), die een algemene asbeststop voorstaat zoals in de Skandinavische landen, pleit er voor de verwijderde asbestafval ter plaatse te immobilizeren veeleer dan half Vlaanderen ermee rond te rijden, met alle risico’s vandien. “Aan de verschillende normen voldoen, is vrijwel onmogelijk op een tijdelijke site, ” countert Karman. “Je hebt een heuse “fabriek” nodig, infrastruktuur, personeel, opslagruimte… “
Ook de huidige tijdsdruk lijkt weinig marge te laten. Wie meent op de Berlaymontwerf de afval te fixeren, mist alvast de vereiste vergunning van het Brusselse Gewest. De proceduretijd voor zo’n nieuwe vergunning bedraagt immers één jaar.
LUC DE SMET
ERIK KARMAN (VERENIGING ASBESTVERWIJDERENDE BEDRIJVEN) Een asbestpsychose kunnen we missen als kiespijn.
ASBESTVERWIJDERING Op voorwaarde dat je nergens aankomt, kun je asbest best laten zitten.
BERLAYMONT Vier jaar na ontruiming is nog altijd niet begonnen aan de verwijdering van het asbest.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier