BELGISCHE OVERHEIDSSCHULD. Geen land in zicht

De Belgische begroting voor 1996 verwekt skepsis, in binnen- en buitenland. Vooral in Duitsland, dat steeds openlijker de EMU de rug toekeert. En zonder EMU ontploft de bom onder de Belgische rentelasten en gaat het definitief de verkeerde kant op met onze schuld. Bovendien snijdt met het optrekken van roerende voorheffing en BTW Dehaene II in eigen vlees.

Skepsis über Belgiens Sparkurs, zo blokletterde Die Welt onmiddellijk nadat premier Jean-Luc Dehaene zijn begroting voor 1996 aan het parlement had voorgesteld.

Geen spektakeltitel van een boulevardblad. Want tegenover Trends verklaarde een vooraanstaand ambtenaar van de Duitse centrale bank, de Bundesbank : “In Duitsland overheerst steeds nadrukkelijker de overtuiging dat het meenemen van landen als Italië en België in een monetaire unie op termijn onvermijdelijk tot een monetaire destabilizering zal leiden. “

“Helmut Kohl”, zo gaat de Bundesbank deep throat verder, “wil echter niet de geschiedenis ingaan als de bondskanselier die de EMU afschoot. Duitse beleidsverantwoordelijken zullen dus koud en warm blijven blazen tot na de verkiezingen van 1998. De begrotingen die de Franse, Italiaanse en Belgische regeringen de jongste weken op tafel legden, zullen de Duitse basisopties rond EMU niet wijzigen. “

De lang niet alleen in Duitsland hoorbare skepsis rond de Belgische begroting voor 1996 is begrijpelijk. Dehaene II trekt de lijn van de begrotingen van Dehaene I minutieus door : naast 39,5 miljard frank spijkerharde belastingverhogingen figureren 36,5 miljard mistige besparingen en 36,5 miljard handigheidjes die bovendien slechts één begrotingsjaar een impact uitoefenen.

De Standaard splitste die eenmalige operaties uit en kwam op een verhouding voor de totale begroting van 58 % belastingverhogingen en 42 % besparingen. De regering-Dehaene gaat hiermee lijnrecht in tegen de onderzoeksresultaten van de Amerikaanse ekonomen Alberto Alesina en Roberto Perotti. In hun recent verschenen studie Fiscal Expansions and Adjustments in OECD Countries worden een vijftigtal pogingen tot begrotingssanering onderzocht. De konklusie : suksesvolle saneringen steunen op uitgavenverminderingen ; belastingverhogingen garanderen mislukking.

SCHULDRATIO DAALT, MISSCHIEN.

Dehaene & Co. hebben geen oog voor solied beleidsonderzoek als dat van Alesina en Peroti. Het gaat er hen enkel en alleen om die beruchte 3 % lopend tekort voor 1996 te halen. De regering liet ook noteren dat de ratio overheidsschuld/BBP volgend jaar zal dalen van 134,2 % naar 131,1 %. Het Verdrag van Maastricht vraagt om 60 % of een schuldratio die zich duidelijk in die richting beweegt. In bijgaande grafiek “Maastricht : veel bissers” zetten we de lidstaten van de Europese Unie uit in het Maastricht-assenkruis. Het valt onmiddellijk op dat vier landen echt in een hopeloze situatie zitten : Zweden, Italië, Griekenland en België.

Bovendien is de vooropgestelde daling van de schuldgraad met 3,1 procentpunt allesbehalve een verworvenheid. De evolutie van die schuldratio hangt af van drie elementen : de nominale rente, de nominale ekonomische groei (inflatie en reële groei) en het primaire saldo (d.i. het begrotingssaldo zonder rentelasten). De regeringsverwachtingen liggen als volgt : 2,2 % inflatie, 2,2 % reële groei, 5,5 % primair surplus. Met een gemiddelde rente van 7 % op de globale overheidsschuld daalt de schuldratio niet met 3,1 procentpunt, doch slechts met 2 procentpunt.

Kleine wijzigingen in dit basisscenario doen de begrotingstrein onmiddellijk ontsporen. Met een inflatie van 1,5 % vandaag ligt onze inflatie op jaarbasis op 1,2 % en een reële groei van 1,5 % de onafhankelijke voorspellers zien 2 % steeds minder haalbaar is er al geen sprake meer van een daling van de schuldratio. Bovendien is in dat geval een primair surplus van 5,5 % ook niet meer haalbaar zonder nieuwe ingrepen.

Ondanks deze fundamentele zwakheden vond de Belgian Primary Dealers Association de vereniging van de financiële instellingen die de eerste viool spelen bij de plaatsing van overheidsschuld het toch nodig om direkt na de vrijgave van de begroting een wierookcommuniqué de wereld in te sturen. Anoniem beklagen Belgische bankiers zich over de ijver waarmee de Nationale Bank, die in alle communiqués van deze vereniging de pen voert, de regering in een goed daglicht wil stellen. Officieel moeten ze echter zwijgen, want ze zijn de gevangenen van de overheidsschuld : één blik op hun balansen leert inderdaad dat als er iets met het uitstaand overheidspapier zou gebeuren, zij allemaal onherstelbare averij zouden oplopen.

Los van de druk op de private bankwereld blijft de Nationale Bank in de ontvangst van onze publieke financiën een erg dubieuze rol spelen die haar geloofwaardigheid en dus ook die van het monetaire beleid waarvoor zij staat steeds meer dreigt te ondergraven. Een voorbeeld. Net tijdens de begrotingsfinalizering wat een toeval toch lekte een nota van de Nationale Bank uit : de inmiddels beruchte Ruca-studie achterna (zie Trends van 21/9 en 5/10 jl.) werd geargumenteerd dat België geen konkurrentiehandicap heeft. Velen herinneren zich trouwens ook nog goed dat goeverneur Fons Verplaetse nog niet zo lang geleden verdedigde dat “3,99 % deficit voor 1996 ook wel zou volstaan” en dat “België perfekt kan leven met een schuldratio van 100 %”.

SNIJDEN IN EIGEN VLEES.

De zwakheden van de nieuwe begroting gaan echter nog verder dan het onevenwicht tussen belastingopbrengsten en besparingen en het precaire karakter van de makro-ekonomische omkadering. De regering begaat twee andere fundamentele vergissingen die wel eens diep in het eigen vlees zouden kunnen snijden. Het betreft de verhoging van de roerende voorheffing en de optrekking van het algemene BTW-tarief.

Gezien haar enorme schuldenberg moet onze overheid los van nieuwe schuld ter financiering van verse tekorten (3 % deficit in 1996 betekent afgerond 250 miljard frank bijkomende schuld) voortdurend een beroep doen op de geld- en kapitaalmarkten voor de hernieuwing van de uitstaande schuld. De regering en de Nationale Bank beklemtonen graag dat wij onze overheidsschuld steeds meer louter binnenlands financieren. Welnu, een verhoging van de roerende voorheffing met 12 % is niet direkt de ideale manier om die binnenlandse belegger blijvend aan te trekken. De kapitaalvlucht zal zeker aanzwengelen.

De verhoging van het algemene BTW-tarief van 20,5 % naar 21 % is volstrekt onbegrijpelijk tegen de achtergrond van de konjunkturele evolutie van de Belgische ekonomie. De ekonomische groei viel in de loop van dit jaar gevoelig terug omdat de binnenlandse vraag de lokomotiefrol die de export speelde in de herneming niet overneemt. Die binnenlandse vraag blijft zwak omdat de konsument geen vertrouwen heeft in de toekomst en weet dat zijn (geblokkeerd) inkomen voortdurend verder afgeroomd wordt. De BTW-verhoging zwengelt deze vicieuze spiraalbeweging verder aan.

De regering kan trouwens haar groeiprognose enkel hard maken via een gewaagde veronderstelling inzake de afbouw van de spaarquote bij de gezinnen.

RISICOPREMIE OMHOOG.

De nieuwe Belgische begroting biedt dus in de verste verte niet het zicht op de stabiliteit die met name door de Duitsers daarin op een subtiele manier voortdurend “opgejut” door de Bundesbank en EMU-wantrouwige politici als minister van Financiën Theo Waigel steeds explicieter geëist wordt. De Duitse burger aarzelde de voorbije maanden niet om de door de EMU bedreigde mark te ruilen voor de Zwitserse frank die voortdurend steeg in waarde.

Ook het feit dat in het begin van dit jaar de Amerikaanse lange-termijnrente onder de Duitse dook (zie grafiek Duitse gram), wijst erop dat de markten niet meer zo overtuigd zijn van de stabiliteit van die mark. De Duitsers schrijven deze evolutie toe aan al dat “EMU-gedoe”.

De hamvraag voor een land als België luidt natuurlijk wat er gaat gebeuren eens de markten er echt van overtuigd raken dat de kansen op de realizatie van een EMU heel klein geworden zijn. Het antwoord daarop gaf David Roche, internationaal gerespekteerd analist en algemeen direkteur van het consultantbedrijf Independent Strategy, half september reeds.

“De huidige sterkte van de Belgische frank en de Belgische obligatiemarkt, ” zo schreef Roche toen in de Wall Street Journal, “reflekteert enerzijds de sleutelpositie van het land binnen de EU en anderzijds de hypotese dat België deel zal uitmaken van de EMU. Komt die EMU er niet dan zal de risicopremie op Belgische activa stijgen. De hieruit voortvloeiende stijging van de rentelasten zullen het binnen de EU zwaarst in de schulden zittende land nog kreupeler maken. “

JOHAN VAN OVERTVELDT

JEAN-LUC DEHAENE Snijdt in eigen vlees met optrekken roerende voorheffing en BTW.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content