BELGISCHE HOLDINGS
GENERALE EN GBL.
De Vlaamse gemeenschap heeft veel te winnen met een scherpere visie op een beleid ten aanzien van de twee grootste Belgische financiële groepen, de holdings Generale Maatschappij van België en Groep Brussel Lambert. GMB en GBL voerden en voeren geen neutraal Belgisch beleid. Zij hebben hun vezels in de frankofonie en haalden de legitimatie van hun macht uit de teloorgegane steenkolen- en staalindustrie. Een gedwongen vleugelvorming of een verplichte vermeerdering, en snel, van het aantal Vlamingen in hun top is een krasse aanpak. De holdings zijn echter zo, buiten wat symbolisch geparadeer, vervreemd van wat er in Vlaanderen leeft, dat zij slechts met richtlijnen opnieuw een minder tegen-Vlaamse koers zullen varen. Is dit antiliberaal ? Een officiële ontwenningskuur voor hun hang naar overheidsbestellingen zou kunnen ingezet worden met een richtlijn die aan de ondernemingen verplicht om hun aandeel van dergelijke orders te beperken tot 40 t.h. van hun omzet. Grote machtskoncentratie door dominante posities op de overheidsmarkt, is tegen het vrije ondernemen in Trends van 2 november 1984.
Overal in de klassieke Generale-bedrijven zakt de markt in, wordt er gejammerd over gemiste Belgische overheidskontrakten, worden de kaderleden en de vakbonden voor de kar gespannen om te doen wat het management en de raad van bestuur niet meer kunnen : de regering met klaaglitanieën onder druk zetten in Trends van 25 juni 1987.
Holdings zijn geen universeel verschijnsel. De industrie van Zweden, Noorwegen, Finland, Nederland, om te beginnen met kleine landen waarmee België zich kan vergelijken, floreert zonder holdings : de trekkers van de ekonomische dynamiek zijn daar grote concerns die in duo werken met banken-raadgevers. De Amerikaanse bedrijfswereld is een samenspel van vijfhonderd major companies en honderdduizenden KMO’s. En hij barst van leven zonder een houdstermaatschappij en een goeverneur Lamy of een goeverneur De Benedetti die geheimzinnig schaak speelt in een achttiende-eeuws burgermanspaleisje in Trends van 14 april 1988.
Tractebel-topman Philippe Bodson gaf zelf ooit de pap in de mond door te stellen dat de gemeenten zijn belangrijkste partners zijn. Welnu, inzake kabel, beschikt de Vlaamse overheid over nét dezelfde machtsinstrumenten. Haar aktie-parkoers is dus zonneklaar : alle zuivere intercommunales stimuleren om zich volop op die nieuwe telekomdiensten te werpen. Waarom zelfs niet partnerships met de privé-sektor afsluiten ? Het is dàt of de desilluzie : een Vlaams telekom-landschap dat reeds door buitenlandse beslissers is verkaveld, nog vóór het goed en wel met liberalizering kan van start gaan in Trends van 15 april 1993.
In de raad van bestuur zijn er 3 Vlamingen op 26 bestuurders, er is 1 Vlaming op 12 leden van de hoofddirektie, er zijn geen Vlaamse chefs bij de zeven hoofddivisies. Tractebel heeft 35.000 werknemers, waarvan 20.000 Vlamingen. In de VS, een tienmaal liberaler land dan België, is een bedrijf dat leeft van overheidsbestellingen verplicht om, tot aan de top, een getrouwe afspiegeling te zijn van een gemeenschap die haar koncessies verleent in Trends van 9 december 1993.
Is Tractebel Belgisch verankerd ? Neen, de holding is in handen van de franco-belgische as Suez-Generale Maatschappij. De volgende maatregelen zouden van Tractebel/Electrabel nu al een meer verankerd bedrijf kunnen maken. Eén, de macht van de intercommunales moet liggen bij de gemeenten, zij dienen hun miljarden in te zetten voor hun eigen objektieven en mogen niet het slappe kindje zijn naast een sterke broer (Electrabel). Twee, splits het Kontrolekomitee, zodat de energiebedrijven in Vlaanderen een beleid voeren dat beter afgestemd is op de eigen noden van de Vlaamse ekonomie. Drie, eis van verstrekkers van openbare-nutsvoorzieningen (zoals in de VS en Québec) dat hun personeel ook aan de top een betere afspiegeling is van de Belgische realiteit in Trends van 1 juni 1995.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier