Belgische durf & dot.com

België mag dan qua internet- en durfkapitaalactviteit wel achterlopen in Europa, dat belet niet dat het Global Retail Investors Fund (GRI), met overwegend Belgisch privé-kapitaal, meespeelt in een aantal grote pan-Europese en Amerikaanse e-commerce bedrijven. Een portret van GRI, dat zich voor het eerst aan de buitenwereld toont.

Wat MTV voor de nineties was, zou skim kunnen worden voor “de jaren ’00”. Het icoon van een tijdsgewricht. De eerste lifestyle brand van de internet-generatie. Zou kunnen. Zoiets laat zich immers niet simpelweg orchestreren. Maar het idee is sterk, de bedenkers hebben wat in hun mars, en multinationals als adidas en Sony voelen zich al aangetrokken.

Opmerkelijk: de grootste externe investeerder in skim is een Belgisch risicokapitaalfonds: het Global Retail Investors Fund (GRI), het eerste – en voorlopig enige – fonds van de maatschappij Global Investment Partners (GIP). GRI is geregistreerd in Luxemburg, maar telt overwegend Belgische aandeelhouders (zie ook kader: Wiens geld is het?). GRI stopte in november jongstleden een “niet publiek gemaakt bedrag” aan seed money in skim, in ruil voor een aandelenbelang van 25%. Tot dan hadden de oprichters de zaken gefinancierd met eigen middelen en spaarcenten van “friends, family and fools”.

Wat skim precies is? Skim is mode, en tegelijk veel meer. Skim is “internet op straat gebracht”. Skim is communicatie. Skim is straks misschien muziek. Skim is een magazine. Skim kan een winkelketen worden.

Ietwat prozaïscher: Skim is het geesteskind van het Zwitserse broederduo Freitag, designers die met hun tassen uit gerecycleerd materiaal de voorbije vijf jaren bekend geworden zijn bij het hippere segment van de internationale bevolking. Sinds een klein jaar werken de Freitags een nieuw concept uit, dat mode en internet integreert. Niet zoals boo.com, de pan-Europese on-line-boetiek die in feite niet meer doet dan traditionele kleding verkopen langs het nieuwe kanaal van het wereldwijde web. Skim is een fase verder: dit zijn als het ware “internet-kleren”. Elk rokje, elke broek, elke blouson, elke tas draagt, groot en zichtbaar, een uniek nummer, dat tegelijk een e-mail-adres is waarlangs de eigenaar via de website www.skim.com berichten kan sturen en ontvangen, naar en van andere skim-dragers. Anoniem desgewenst, want verscholen achter een nummer. Zo groeit een heuse community op de website, die werkelijk de spil van het hele skim-gebeuren is.

Het design-talent van de broers Freitag maakt dat dat nummeren niet ontaardt in een flauwe gimmick. Nee, de collectie oogt echt goed, en heeft z’n weg al gevonden naar een 40-tal hippe winkels wereldwijd – waarvan twee in Brussel: On en Privé Joke. De eerder opgebouwde naam van de Freitags opende vele deuren.

De doelgroep: trendsetters, jonge stedelingen, tussen 15 en 30 jaar. Precies het publiek waar marketeers van vele grote ondernemingen op verlekkerd zijn. Gsm-operator Swisscom, sportswear-producent adidas en consumentenelektronica-reus Sony hebben al contacten met skim. En een platenmaatschappij stelt voor om van skim tevens een muziek- label te maken. Sinds enkele weken is ook een eerste winkel onder het eigen skim-enseigne open, in het Zwitserse Davos. Plannen om er een internationale keten van te maken, worden bestudeerd.

“Click and mortar”

De jonge Belg Alec de Changy (32), een van de drie managing partners van GIP, is erg enthoesiast over skim wanneer hij ons ontvangt in de Londense kantoren van GIP, op de kruising van Oxford Street en James Street. Al wil hij het ook niet overroepen: het blijft een risico-investering in een onderneming die haar succes nog moet realiseren. En het is binnen de GRI-portefeuille nog een klein project. “Maar wel een dat onze typische aanpak belichaamt,” zegt de Changy. “Wij investeren in early stage retail-activiteiten, zowel off line (‘traditionele’ distributie) als on line (e-business), en liefst van al een combinatie van die twee.” Benoît Duplat (33), eveneens Belg en eveneens managing partner van GIP, vult aan: “We brengen traditionele distributeurs (met brick and mortar-vestigingen) naar het internet, en andersom de pure internet-bedrijven (die enkel clicks kennen) ook naar de ‘reële’ wereld, indien dat opportuun is.” Een voorbeeld van de ‘click and mortar’ aanpak is Farmacity, de Argentijnse drugstore-keten waarin GRI participeert: die ligt aan de basis van het initiatief om samen met de grootste Braziliaanse en de grootste Mexikaanse keten farmamundo.com op te zetten, een gezondheids-portaalsite met pan-Zuid-Amerikaanse reikwijdte.

De Changy en Duplat, vrienden van jaren her, hebben allebei een MBA van Harvard Business School en internationale consultantservaring bij McKinsey op hun palmares – de netwerken die ze daaraan overhielden zijn ook een hoeksteen van hun huidige activiteiten. De eerste zat een tijdje voor Alcatel in Siberië, de tweede onderhandelde voor PetroFina over concessies en dergelijke. Ook de derde managing partner, Fred Mouawad (31), telg uit een bekende Libanese juweliersfamilie, heeft Harvard op z’n cv; hij leidde voorts voor de Mouawad Group de operaties in Azië en het Midden-Oosten.

Vandaag werkt Duplat in hoofdzaak vanuit Brussel, maar hij bezoekt vaak de Argentijnse participaties, want GRI werkt zeer ‘ hands on‘. Duplat praat trouwens als een echte entrepreneur over ‘zijn’ bedrijven, en niet als een financier. De Changy opereert vanuit Londen en Parijs, Mouawad vanuit New York (met regelmatige stops in Bangkok en Madras).

Het GRI-fonds

werd pas in april ’99 officieel opgestart, maar een aantal participaties ervan vloeien voort uit activiteiten die het drietal de jaren voordien had opgezet. Vijf jaar geleden al wilden Duplat en de Changy van private equity (zeg maar de financiering van jonge, nog niet beursgenoteerde ondernemingen) hun werkterrein maken. Maar om zelf een risicokapitaalfonds te kunnen lanceren was hun track record nog niet sterk genoeg. De uitweg? Individuele projecten opstarten of knappe entrepreneurs met een jonge business in groeimarkten detecteren, en daarvoor telkens een aantal privé-investeerders – meestal Belgen – warm maken. Zo brachten ze kapitaal aan voor onder meer de Eki-voedingsdiscounts in Argentinië (opgestart door een ex-McKinsey-consultant), de Farmacity keten, eveneens in Argentinië, en de Pizza Corner keten in Zuid-India. Vandaag telt Eki (waarvan GRI 22% heeft) al 65 winkels en 100 miljoen dollar omzet, Farmacity (GRI: 26%) telt 17 ‘drugstores’, Pizza Corner (GRI: 33%) 21 vestigingen.

Duplat, de Changy en Mouawad broedden in ’96 ook op een eerste ‘eigen’ idee: Gemkey.com, een business-to-business site voor de diamanthandel wereldwijd. Maar die handelaars on line krijgen, bleek een moeizaam proces. Een later gekomen idee, business-to-consumer diamantverkoop langs het internet kreeg daarom voorrang, en zou uitmonden in Mondera.com, dat in augustus ’99 uit de startblokken schoot. Vandaag is het de parel aan de kroon van GRI – topmaand december was bijvoorbeeld goed voor anderhalf miljoen dollar omzet op de site – en wordt het klaargestoomd voor een beursgang, dit najaar. De Gemkey-operaties worden momenteel getransfereerd van Bangkok – waar het door 120 medewerkers ontwikkeld werd – naar New York, er er wordt vers geld gezocht om volop door te breken in de States.

Doordat het klimaat voor venture capital in Europa verbeterde, en doordat ze inmiddels een aantal realisaties konden voorleggen, werd de tijd stilaan rijp om een eigen fonds op te zetten, het genoemde Global Retail Investors Fund, in april ’99 officieel opgericht. Het gros van de investeerders die in een of meerdere van de individuele projecten zaten, werden ook aandeelhouder van het fonds, dat 42 miljoen kapitaal euro meekreeg. De deelnemingen in Eki, Farmacity, en Pizza Corner werden er tegen een globale waardering van 10 miljoen euro in natura in ondergebracht. Bedoeling was om ook de internet-activiteiten Gemkey (nog op een laag pitje) en Mondera (in volle voorbereiding) in te brengen, maar de Belgische banken die de operatie begeleidden, wisten niet welke waardering ze daarop moesten kleven. Daarom bleven die buiten het fonds. Pas toen de grote Amerikaanse internet-holding CMGI in augustus ’99 een participatie in Mondera.com nam, en zodoende ook een precieze waardering aan die activiteit gaf, kon het fonds aan dezelfde waarderingsregels mee instappen. GRI zelf heeft nu weliswaar slechts een vrij kleine participatie in Mondera.com (9%) maar de oorspronkelijke aandeelhouders (de familie Mouawad, een aantal sight-holders van De Beers, en een aantal investeerders die ook in GRI zitten) hebben nog steeds 49%, zodat de controle de facto bij de personen achter GRI zit. Benoît Duplat: “Toen we het fonds oprichtten eind ’98, raamden wij de waarde van onze Gemkey- en Mondera-activiteiten in voorbereiding op 5 miljoen dollar. Toen CMGI in augustus ’99 intrad in Mondera, gaf het daaraan een waardering van 38 miljoen dollar. Toen in december de Sprout Group (risicokapitaalarm van het Amerikaanse DLJ) intrad, kreeg Mondera al een waarde van 135 miljoen dollar (op papier) mee. En we mikken op een initial public offering tegen halfweg 2000 aan een waardering van 350 miljoen dollar.”Het maakt duidelijk

hoe belangrijk het voor een venture capitalist is om in de opeenvolgende kapitaalrondes te kunnen blijven meegaan, om te genieten van een fors multiplicator-effect op de investering. Het toont ook hoe vlug de kapitaalrondes elkaar opvolgen bij een internet-bedrijf (dat snel een zo groot mogelijk stuk van de markt moet zien te verwerven), én hoe snel de waarderingen omhoogschieten. “Daarom zijn we, méér dan we een jaar geleden dachten, actief in echt startgeld, seed capital, en minder in de daaropvolgende first en second round, waarin het ‘entreeticket’ al zoveel duurder is,” stelt Duplat.

Het business model van een Mondera.com, waarin GRI totnogtoe zowat 6,5 miljoen dollar investeerde, oogt erg attractief. On line verkoop laat toe een aantal stappen uit de keten tussen producent en consument weg te snijden. Zo betrekt Mondera zijn ‘steentjes’ rechtstreeks bij een paar sight holders van De Beers die mee in het kapitaal zitten. Eindresultaat: de klant krijgt een fikse discount – soms tot 50% – ten opzichte van de prijs in de ‘reguliere’ detailhandel. (Met een 100% gegarandeerde terugbetaling indien de klant niet tevreden is.)

Vergeleken met een on line boekenverkoper als Amazon.com heeft Mondera nog een ander voordeel. Een nieuwe klant werven kost Amazon naar verluidt 30 dollar. Aangenomen dat een gemiddeld boek 20 dollar kost, en Amazon daarvan 3 dollar op zak steekt, betekent het wel dat die nieuwe klant al 10 aankopen moet doen eer Amazon iets aan hem verdient. “Bij een on line diamantverkoop daarentegen maak je bijvoorbeeld 450 dollar marge op één transactie. Dan mag die klant zelfs 200 dollar gekost hebben om hem te werven, het blijft een mooie winst,” rekent Alec de Changy voor. Maar die winst blijft nog wel even toekomstmuziek. Break even wordt voor Mondera.com (met een 120 werknemers in de VS) pas verwacht binnen drie jaar. Zoals alle business-to-consumer e-commerce moet ook Mondera immers massa’s geld ophoesten om z’n merknaam te vestigen, en om klanten naar z’n site te halen. De Changy: “Mondera heeft tot al 10 miljoen dollar in marketing gestoken.” En dat terwijl de site amper 7 maanden operationeel is.

Er zijn intussen

ook felle concurrenten komen opzetten in de e-jewelry, zoals Blue Nile (met backing van Kleiner Perkins, het fonds dat ook Amazon en drugstore.com co-financiert), Miadora (gesteund door het Sequoia-fonds dat achter Yahoo! zit), en nog een paar andere spelers. Sommige mikken weliswaar op een lager marktsegment, andere positioneren zich als een soort shopping mall waar merkjuwelen (à la Cartier, Van Cleef & Arpels etcetera) worden aangeboden. Mondera wil van zijn eigen naam een juwelenmerk maken: het is de strategie van het private label, waarop de distributeur grotere marges haalt dan op de producten van gevestigde merken.

En: Mondera gaat ook off line. Sinds kort heeft de site een papieren verlengstuk in de vorm van cataloog-verkoop onder dezelfde naam. In de overtuiging dat het voor on line businesses opportuun kan zijn om ook ‘traditionele’ retail-kanalen te bespelen.

In de komende weken begint voor Mondera een nieuw avontuur: de verovering van Europa. Benoît Duplat: “We mikken in de eerste plaats op de grootste markten: Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk.” Hét probleem is de veelheid van talen hier. Daarom wordt eraan gedacht een “talen-expertisecentrum” op te zetten in… Brussel. “We voeren besprekingen met Lernout & Hauspie, naar wie we dat talencentrum zouden outsourcen. Zij zouden dan alle talige aspecten van onze websites ( nvdr.- Mondera en andere, cfr. infra) in handen nemen, evenals de aanpassingen qua webdesign die daar mee samenhangen.”

Er ligt immers

meer werk op de plank dan Mondera alleen. Want GRI heeft ook participaties in een aantal Europese sites (zie tabel). Zo onder meer (sinds september ’99) 8% in Petspyjamas.com, een Britse ‘portaal’-site voor huisdierenliefhebbers, waarin ook venture capital giganten als 3i en Chase Capital Partners centen hebben gestopt. Petspyjamas is deels op informatie en community building gebaseerd, maar heeft uiteraard ook een online shopping gedeelte. Na recente acquisities heeft het nu ook een Duitse en een Franse poot. “Als grootste Europese speler zijn we daarmee in het blikveld gekomen van een grote gelijkaardige Amerikaanse speler, die uitbreiding zoekt in Europa,” verklapt Duplat.

Eveneens Europees is Wineandco.com, waarin GRI aanwezig is sinds augustus ’99, en waarin twee weken geleden, bij een second round, ook Europ@web is ingetreden, het internet-fonds van LVMH-topman Bernard Arnault. Europ@web bracht 14 miljoen euro aan, voor een “minderheidsbelang van meer dan 33%”, GRI heeft nu nog 20%. Met het nieuwe geld en de knowhow die vanuit een grote internationale speler in alcoholische dranken als LVMH moet doorstromen, wil Wineandco tegen juni van dit jaar groeien van z’n huidige drie sites (voor Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië) naar een aanwezigheid in 15 landen (waaronder ook België), tot Japan en Singapore toe.

Met al die investeringen

is het fonds veel rapper leeg geraakt dan was gedacht. De Changy: “Toen we begonnen, was het de bedoeling onze 42 miljoen euro te investeren op een termijn van drie à vier jaar. Dat is klassiek in het Angelsaksische venture capital, waar een fonds (meestal met een looptijd van 8 jaar) gedurende een viertal jaren investeringen doet en helpt ‘waarde creëren’ in die ondernemingen, en de jaren nadien benut om stilaan al z’n participaties te gelde te maken, en de meerwaarden (bovenop de oorspronkelijke inleg en een jaarlijkse rente van 6 à 8%) uit te keren aan z’n aandeelhouders.”

Maar de internet-wereld evolueert nu aan zo’n hoog tempo, dat de posities zo snel mogelijk ingenomen moeten worden. Alec de Changy: “Bijgevolg hebben we veel sneller geïnvesteerd dan aanvankelijk was voorzien. Van de 42 miljoen euro rest ons vandaag nog slechts een 5-tal miljoen te besteden – en eigenlijk zijn ook die al vastgelegd voor bijkomende kapitaalrondes in een aantal van onze huidige projecten.”

Wat er nadien zal gebeuren moet nog worden beslist. Op korte termijn wordt het kapitaal van GRI wellicht opgetrokken van 42 naar 67 miljoen euro, met voorrang voor de bestaande aandeelhouders. “Daarmee kunnen we dan weer een paar maanden voort,” zegt Duplat, “en hebben we tijd om te zien hoe de internet-markt en het beursklimaat evolueren.” Want op iets langere termijn is een beursgang van het GRI-fonds een mogelijkheid die overwogen wordt. Duplat legt uit waarom: “Amerikaanse internet-holdings als CMGI en Internet Capital Group noteren momenteel op Nasdaq met een surcôte van 80%. De beleggers gaan ervan uit dat die groepen – door hun opgebouwde knowhow en hun marketingkracht (langs de vele sites) – het best geplaatst zijn om ook in de toekomst de meest succesrijke e-business initiatieven te herbergen. Die redenering gaat ook op voor ons weliswaar veel kleinere fonds. In nog sterkere mate zelfs, want wij zijn nog veel nauwer bij onze ventures betrokken, we werken er echt als co-entrepreneurs, bijna als ‘incubators’ aan mee, niet als externe financiers.”

Alec de Changy toont ter illustratie op z’n pc-scherm heel even het dashboard dat wekelijks voor elke site wordt bijgehouden: hoeveel ‘unieke bezoekers’, hoeveel ‘ page views‘ (wat weergeeft hoever een bezoeker doordringt in een site), hoeveel ‘impressions’ (surfers die elders een reclame- banner onder ogen kregen), welke click-through-rate (surfers die op zo’n banner doorklikten naar de site), welke cost-per-click,… “Het bundelen van die data, het uitwisselen van de ervaringen van de managers van onze diverse sites, dat is een goudmijn. We huizen hier in Londen ook allemaal bij elkaar, in dezelfde kantoren, precies om die uitwisseling te bevorderen.”

Duplat: “We mogen ervan uitgaan dat ook wij bij een beursgang een surcôte zouden krijgen. Zelfs al zou die maar 10% bedragen, betekent dat nog altijd dat elke 100 frank activa op 110 frank gewaardeerd wordt. Die mogelijkheid moeten we dus in het belang van onze aandeelhouders grondig bestuderen.”

Met 42 miljoen euro

was GRI een jaar geleden nog een vrij groot fonds, vandaag is het daarmee eerder bescheiden. Het gemiddelde bedrag dat voor internet-bedrijven wordt opgehaald, zwelt ook enorm aan. Komt er geen beursgang van GRI, dan volgt om die reden allicht wel een forse kapitaalverhoging – of een tweede fonds – met vele tientallen miljoenen euro, waarbij waarschijnlijk ook institutionelen zullen worden binnengehaald.

Waar de verhouding tussen on en off line in de huidige portefeuille ongeveer 50/50 is, zullen nieuwe middelen hoofdzakelijk naar on line initiatieven gaan. Benoît Duplat: “Niet omdat we traditionele retail niet meer interessant vinden maar omdat er in e-business vandaag grotere opportuniteiten zijn, die snel gegrepen moeten worden.” En, voegt hij eraan toe: “We willen doorgroeien tot de Europese top-vijf van venture capitalists voor e-business.”

Een belangrijke vraag

blijft nog te beantwoorden: hoeveel waarde heeft het fonds inmiddels al (op papier) gecreëerd voor z’n aandeelhouders? Hoeveel zijn die aanvankelijke 42 miljoen euro intussen geworden? De Changy en Duplat ontwijken de vraag. “Op dit moment is dat toch louter paper money vermits nog geen enkele participatie verkocht of naar de beurs gebracht is.” (Tussen juni van dit jaar en juni 2001 worden wel 6 ‘exits’ voorzien: o.a. Mondera, Petspyjamas, Wineandco, maar ook Eki en Farmacity, waarvoor overnemers worden verwacht.) “Conservatief geschat, denk ik dat we momenteel mogen spreken van 30% return,” geeft de Changy uiteindelijk mee. Maar wanneer we een dagje later het persbericht van Europ@web over de intrede in Wineandco.com doornemen, lezen we aan het einde: ” GIP has a global portfolio of almost 150 million euros.” Dat zullen die Fransen toch niet uit hun duim gezogen hebben?

RAF PAUWELS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content