‘Belgisch rulingsysteem is model voor Europa’

Al maanden worden we om de oren geslagen met fiscale constructies, die het mogelijk maken dat multinationals minder belastingen betalen. Ook België kwam in die context in opspraak. Trends bracht vier eminente fiscalisten rond de tafel, die stuk voor stuk het systeem van Belgische belastingdeals verdedigen.

Na LuxLeaks kwam BelgoLeaks. En zopas is de Europese Commissie een onderzoek gestart naar de Belgische excess profit rulings, die het mogelijk maken dat multinationals geen belastingen betalen op een deel van de winst die ze maken dankzij schaalvoordelen. Toch verdedigen specialisten het Belgische systeem. Jean Baeten (VBO), Luc De Broe (KU Leuven, Laga), Piet Vandendriessche (Deloitte) en zelfs John Crombez (sp.a) zeggen het: België behoort niet tot het clubje belastingzondaars waar bijvoorbeeld Luxemburg, Ierland en Nederland wel in zitten. “Gooi de Belgische rulings toch niet op één hoop met de Luxemburgse!”, sakkert Jean Baeten. “Pascal Saint-Amans, directeur van de afdeling fiscaal beleid bij de OESO, heeft vorig jaar in ons parlement gezegd dat ons rulingsysteem een model is voor Europa, precies omdat het zo transparant is.” Crombez vraagt zich hardop af of er zoiets als “een modelland” voor rulings is, maar noemt zich wel een sterke voorstander “van het gebruik van rulings als een instrument van rechtszekerheid”.

Toch beschouwt het grote publiek de rulings als niet-transparante achterkamerdeals.

PIET VANDENDRIESSCHE. “Ik vind het jammer dat het Belgische rulingsysteem naar aanleiding van LuxLeaks, de ophef over Luxemburgse deals, ter discussie werd gesteld (zie kader De Luxemburgse route). Voorafgaande akkoorden met de fiscus zijn een van de beste fiscale maatregelen van het voorbije decennium. Rulings beantwoorden aan de nood aan fiscale stabiliteit en rechtszekerheid. Onze rulingcommissie werkt bijzonder grondig, en in college. De rulings worden individueel gepubliceerd, tenzij er valabele redenen zijn om het niet te doen. Dan worden ze collectief in het jaarverslag van de rulingdienst vermeld. Want sommige rulings gaan over prijzenpolitiek, of andere gevoelige materies. Dat zijn bedrijfsgeheimen die je niet aan de concurrenten wil geven.”

Grote bedrijven zouden meer gedaan krijgen bij de rulingcommissie?

LUC DE BROE. “Waar komt die kwakkel vandaan?”

VANDENDRIESSCHE. “In 2013 waren er 647 aanvragen voor een ruling, waarvan 110 over de interne meerwaarde. Dat gaat dus over natuurlijke personen die hun operationele vennootschap verkopen aan een holding die ze controleren. Dan hebben we het vooral over kmo’s.”

DE BROE. “De eerste ruling over de nieuwe antimisbruikbepaling werd aangevraagd door een kleine kruidenier in Knokke, bij de aankoop van vastgoed van de familie.”

En toch wil de regering de rulingcommissie toegankelijker maken voor kmo’s.

JOHN CROMBEZ. “Een gemakkelijke toegang voor kmo’s betekent dat die informatie laagdrempelig en eenvoudig wordt. Daarvoor moeten kmo’s weten dat ze de modellen van gepubliceerde rulings gewoon kunnen overnemen, zonder dat ze opnieuw advies van consultants moeten inwinnen. Als bijvoorbeeld in een bepaalde sector vijf kmo’s een gelijkaardige ruling hebben gevraagd, dan zou dat oordeel bindend moeten zijn, en publiek.”

Een fiscale harmonisering in de Europese Unie lijkt dringend. De Europese Commissie werkt aan een geharmoniseerde belastinggrondslag. Kan de fiscale concurrentie dan nog spelen?

DE BROE. “Nee. Met een geharmoniseerde belastinggrondslag houden de lidstaten enkel de vrijheid om het tarief van de vennootschapsbelasting te bepalen. Met de zogenaamde Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB) verdwijnt de fiscale concurrentie tussen de 28 lidstaten. In het ideale geval worden alle winsten en verliezen van de vennootschappen in alle lidstaten samengeteld, tot één enkel, geconsolideerd resultaat. Dat resultaat wordt verdeeld over de lidstaten waar die vennootschappen operationeel zijn volgens drie criteria. Elk staat voor een derde: personeel, omzet en materiële vaste activa. Men denkt dat dit de goede criteria zijn, die op een correcte manier aangeven waar economisch de winst wordt gerealiseerd. Maar daar nijpt het schoentje. Die criteria spelen in het voordeel van grote landen als Duitsland, Frankrijk, Engeland.”

JEAN BAETEN. “Wat mij verbaast, en zelfs choqueert, is dat er nog geen impactstudie is gemaakt over de gevolgen voor België. De initiële impactstudie van de Europese Commissie stelt dat de belastbare basis van de bedrijven actief in België, gemiddeld met 20 procent zou verhogen. Maar tegelijk zouden de inkomsten voor de staat met 30 procent dalen. Dat betekent circa 4 miljard euro.”

DE BROE. “Die harmonisering kan er maar komen als er een tweede element aan wordt toegevoegd: financiële solidariteit tussen de lidstaten. Dat wordt bijzonder utopisch. Elke lidstaat moet bereid zijn financiële middelen naar links en naar rechts te schuiven.”

VANDENDRIESSCHE. We moeten niet dromen. Als lid van de btw-expertcommissie zie ik elke dag hoe traag het apparaat werkt op Europees niveau. Daar worden heel goede voorstellen gedaan, maar het neemt jaren in beslag vooraleer je met 28 lidstaten een akkoord bereikt.”

CROMBEZ. “We voeren hier een discussie over de schatkist per land. Maar een nieuw systeem moet niet worden afgeschoten vanwege de scheeftrekking, want die scheeftrekking bestaat vandaag al. Door het gebrek aan harmonisering is er veel shopping, en dat gaat om grote bedragen. Fiscale shopping betekent dat landen fiscale stelsels aanbieden voor fictieve inkomsten.”

Kan België iets doen om belastingontwijking te ontmoedigen?

DE BROE. “De grootste fout die België kan maken, is unilateraal maatregelen te nemen. We moeten niet als enige land de fiscale politieagent spelen. We zijn in ieder geval verplicht uit te voeren wat Europa voorstelt. En daar beweegt sinds enkele maanden heel veel. Neem de afschaffing van de hybride financieringsinstrumenten vanaf 1 januari 2016. Dat zijn die winstdelende leningen waarvan het ene land — België — zegt dat de winstdelende intresten aftrekbaar zijn, en het andere land — Luxemburg — zegt dat het vrijgestelde dividenden zijn. Met als gevolg dat er nergens belasting wordt betaald.

“Daarnaast moeten we een nieuwe antimisbruikbepaling invoeren om het onbelaste dividendverkeer een halt toe te roepen dat vertrekt in België en via een transit door Luxemburg richting de Kaaimaneilanden gaat. Als die dividenden rechtstreeks vanuit België naar de Kaaimaneilanden vertrekken, betaal je 25 procent roerende voorheffing. Het is toch bijzonder merkwaardig dat een bronheffing aan de Europese buitengrenzen maar niet lukt. Zowel voor dividenden, intresten en royalty’s doen alle 28 lidstaten gewoon hun zin. En wie heeft het nultarief? Luxemburg.”

CROMBEZ. “De Europese Commissie heeft die voorstellen onmiddellijk op tafel gelegd na LuxLeaks. Het was knap dat de Commissie zo snel heeft gereageerd. Onder de vorige Commissie liep het mis in de besluitvorming. Als één of twee landen, bijvoorbeeld Luxemburg en Oostenrijk, dwarslagen, dan bleef het aanslepen. Er waren nu twee landen die uitstel vroegen: België en Nederland. Maar gelukkig hebben ook wij snel onze steun gegeven.”

Ook de OESO maakt vaart met fiscale transparantie, met Base Erosion and Profit Shifting (BEPS).

DE BROE. “Ook BEPS moeten wij loyaal uitvoeren. De OESO werkt rond drie grote assen: transparantie, de winsten belasten waar ze economisch gemaakt worden, en de strijd tegen de schadelijke fiscale concurrentie. De belangrijkste maatregel voor meer transparantie is de rapportering ‘country by country‘. Voortaan moeten ondernemingen voor elk land waar ze operationeel zijn, rapporteren hoeveel winst ze daar maken, en hoeveel personeel en activa ze daar hebben. De rare toestanden zullen er meteen uitspringen. Want hoe kan het dat Starbucks 80 procent van zijn winst maakt in een partnership in Engeland met nul man personeel? De rode knipperlichten zullen meteen aanfloepen.”

Worden ook de geheimzinnige buitenlandse rulings aangepakt?

DE BROE. “Meer dan waarschijnlijk moeten we ook ‘spontaan’ alle rulings uitwisselen. Dat is een Europese maatregel in de marge van LuxLeaks, maar wel een heel efficiënte. Iedereen moet opnieuw met de billen bloot. Elke onderneming, en straks ook elke fiscale administratie.”

‘Only in Belgium’-campagnes, die ons land aanprijzen als fiscaal paradijs, behoren dan tot het verleden?

DE BROE. “Ik zou toch willen nuanceren. Die campagne ging over de zogenoemde excess profit rulings. Een Belgisch filiaal van een multinational mag onder bepaalde voorwaarden een deel van zijn winst vrijstellen van belasting. De onderneming moet dan aantonen dat ze meer winst maakt dan een alleenstaand bedrijf, omdat ze gebruikmaakt van de schaalvoordelen van de multinational. Denk aan prijsvoordelen door centrale aankopen. Die excess profit wordt niet zomaar lukraak bepaald, en pas toegekend na een gedetailleerde studie van de prijzen, en indien nodig een tegenstudie van de rulingcommissie. Het is een element van fiscale concurrentie. Bijna elk land in Europa doet daaraan mee, en vooral de kleinere landen, omdat zij een schaalhandicap hebben versus grote landen Engeland, Duitsland, Frankrijk en Italië. De grote landen hebben het voordeel van een groot economisch weefsel, een groot arbeidspotentieel, grote ondernemingen en een grote interne afzetmarkt. Kleinere economieën reageren daar onder meer op met een competitief fiscaal systeem.

“Naast de excess profit ruling heeft België nog de octrooiaftrek, een belastingaftrek voor onderzoek en ontwikkeling. Je betaalt slechts 6,8 procent belastingen op de inkomsten uit octrooien, op voorwaarde dat het onderzoek en de ontwikkeling hier plaatsvindt. In Luxemburg en Nederland was er tot voor kort zelfs geen zogenoemde substantie (een activiteit, personeel, enzovoort, nvdr), vereist. Daar gaat men nu tegen in.”

CROMBEZ. “De vraag blijft natuurlijk: wat is substantie? Die materiële vaste activa van Europa zijn een slechte invulling van het begrip. Maar men voert nu eindelijk wel de juiste discussie.”

DE BROE. “Het blijft moeilijk. Wat is de substantie van een holding of een financieringsmaatschappij? Daar passeren gigantische bedragen, maar hoe definieer je de substantie bij een holding?”

Wat met de notionele-intrestaftrek?

CROMBEZ. “Wat is die aftrek? Een fiscale stimulans voor de creatie van eigen vermogen. Dat heb ik altijd een heel verstandig uitgangspunt gevonden. Ik weet dat ik hier als sociaaldemocraat een weinig populair standpunt inneem, want het grote publiek wil die aftrek het liefste afschaffen. Maar ik ben voor gezonde bedrijven en de versteviging van het eigen vermogen.”

DE BROE. “De universiteit van Stanford heeft op eigen initiatief een studie gemaakt over onze notionele-intrestaftrek. Het stelsel verbeterde de kapitaalstructuur van grote ondernemingen met 17 procent.”

Maar de aftrek is gekoppeld aan de rente op Belgische overheidsobligaties. De aftrek zakt, nu de reële intrestvoeten zakken…

DE BROE. “Daarom moet je het stelsel nog niet afschaffen. Over vier jaar is de rente misschien fors hoger en zijn we blij dat de bedrijven er nog op kunnen rekenen.”

VANDENDRIESSCHE. “De notionele-intrestaftrek is ook ingevoerd als oplossing voor de coördinatiecentra. We hebben een deel van die coördinatiecentra — die we nu interne banken noemen — in België kunnen houden. Die interne banken hebben dankzij de notionele-intrestaftrek in 2011 zo’n 414 miljoen euro bijgedragen aan de Belgische schatkist. Het gaat niet om de kostprijs van de maatregel. Het gaat om de inkomsten hebben of niet hebben. Zonder notionele-intrestaftrek zouden die activiteiten in het buitenland zitten.”

DE BROE. “Nog opvallend: kmo’s zijn goed voor bijna een kwart van die notionele-intrestaftrek, terwijl ze slechts een tiende bijdragen aan de belastinginkomsten.”

CROMBEZ. “In de beginjaren was dat anders. De kmo’s hebben pas nu de weg gevonden naar de notionele-intrestaftrek. Het verrast me dat onze minister van Buitenlandse Zaken, Didier Reynders (MR), vandaag pleit voor de afschaffing van het systeem.”

En toch is er ook wel iets mis aan de notionele-intrestaftrek: het gebrek aan substantie.

DE BROE. “Oké, maar die substantievereiste stond natuurlijk haaks op het redden van die coördinatiecentra.”

CROMBEZ. “De sp.a eiste indertijd dat er substantie zou zijn. Met andere woorden: er moet reële activiteit. Er is dan een nieuwe regering gekomen zonder ons en die substantie heeft de uiteindelijke wetteksten nooit gehaald. En daarom is de aftrek — terecht — zo onpopulair bij het grote publiek.”

HANS BROCKMANS, ILSE DE WITTE, WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER

“Met een uniforme Europese belastinggrondslag zouden de inkomsten voor de staat met circa 4 miljard euro dalen” Jean Baeten

“Het gaat niet om de kostprijs van de notionele-intrestaftrek. Het gaat om de inkomsten hebben of niet hebben” Piet Vandendriessche

“De grote landen hebben het voordeel van een groot weefsel. Kleinere reageren daar onder meer op met een competitief fiscaal systeem” Luc De Broe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content