Alain Mouton
België is klein-Frankrijk
Door te hoge loonkosten en te weinig producten met hoge toegevoegde waarde lijkt de Belgische economie almaar meer op de Franse, de nieuwe zieke man van Europa.
Wie vandaag vraagtekens plaatst bij de gezondheid van de Belgische economie, wordt al snel als een pretbederver gezien. Want er zijn toch redenen om tevreden te zijn. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen leert nu weer dat de economische crisis in de meeste lidstaten van de Europese Unie een grote sociale ravage heeft aangericht, met oplopende werkloosheid. Maar België lijkt relatief goed stand te houden. Volgens onderzoeker Ive Marx is dat te danken aan ons socialezekerheidsstelsel en de nabijheid van Duitsland, dé motor van de Europese economie.
De stellingen van Marx sluiten aan bij de analyse van premier Elio Di Rupo, die ook vindt dat België de economische stormen goed heeft doorstaan. Tijdens het gala van de Manager van het Jaar zei de premier ook nog dat onze bedrijven niet te veel moeten klagen. Want de regering heeft al voor 4,7 miljard euro lastenverlagingen toegekend.
En toch zijn er argumenten om de pret te bederven. Berekeningen van het VBO leren dat de lastenverlagingen slechts 3,158 miljard euro bedragen, waarvan vandaag amper 1,268 miljard is toegekend. Dat is niet alleen een peulschil op een loonmassa van meer dan 150 miljard euro, bovendien zijn de meeste lastenverlagingen toekomstmuziek.
De conclusies van de Antwerpse universiteit moeten ook met grote voorzichtigheid bekeken worden. Eigenlijk heeft het zware Belgische overheidsbeslag (54 % van het bbp) met de daaraan gekoppelde sterke stijging van de sociale uitgaven de voorbije jaren als crisisbuffer gefungeerd. Maar de factuur volgt, vroeg of laat. Die kan alleen betaald worden dankzij groei en competitieve ondernemingen.
En uitgerekend dat is de zwakte van de Belgische economie. Ondanks de economische zegebulletins van de Wetstraat, kantelt België volop in de richting van de zwakke eurolanden, samen met grote buur Frankrijk. Beide landen kennen een deficitaire handelsbalans en dus een dramatisch concurrentieprobleem. Een recente studie van het Franse ministerie van Financiën leert dat Franse bedrijven tussen twee stoelen dreigen te vallen. Enerzijds kunnen ze door de hoge loonkosten niet concurreren met Zuid-Europese landen, vooral Spanje. Anderzijds produceren de Franse bedrijven te weinig hoogtechnologische producten waarvoor de prijs minder een rol speelt. Daarin verliezen onze zuiderburen marktaandeel ten voordele van Zwitserland en Duitsland. De analyse over het Franse competitiviteitsprobleem past ook perfect bij België, dat een soort Klein-Frankrijk geworden is.
Volgens Voka moeten onze bedrijven jaarlijks 1 procent exportaandeel terugwinnen, wil België opnieuw een sterk positieve handelsbalans krijgen. De groei en jobcreatie die zo gerealiseerd wordt, moet het Belgische sociale stelsel betaalbaar houden. Maar daarvoor zijn diepgaandere maatregelen nodig dan wat Di Rupo I gedaan heeft. Het impliceert een echte lineaire loonkostenschok van meerdere miljarden euro’s. Die financiële ademruimte zal bedrijven er ook toe aanzetten meer te investeren in innovatie en dus meer producten met hoge toegevoegde waarde te ontwikkelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier