België in een neuron

Belgisch bier, chocolade en gastronomie, maar ook technologische knowhow. Dat zit allemaal in het Belgische paviljoen op de wereldtentoonstelling van Sjanghai. Interbuild en Realys bouwen een sober omhulsel met een extravagant interieur.

De wereldtentoonstelling in Sjanghai opent op 1 mei haar deuren en loopt tot 31 oktober. Het motto van de grootste wereldtentoonstelling ooit is Better City, Better Life. 192 landen en 50 internationale organisaties zijn aanwezig en de investeringen breken alle records: 3 miljard euro. Er worden 80 tot 100 miljoen bezoekers verwacht.

Duizenden arbeiders zijn nog druk in de weer. Ook in het Belgische paviljoen is het alle hens aan dek, want ons land biedt ook plaats aan de Europese Unie – een primeur. “We hebben de ruwbouw afgewerkt met een voorsprong van twee weken op de planning”, glundert Benoît Greindl, de Belg die aan het hoofd staat van Realys, de Chinese onderneming waarmee het Antwerpse bedrijf Interbuild scheep ging voor de bouw van het paviljoen. “De binnenafwerking is volop aan de gang.”

In mei 2009 werden beide ondernemingen, die samenwerken met het Antwerpse architectenbureau Conix, door de Belgische regering geselecteerd uit een twintigtal kandidaten. Hun opdracht bestaat erin het Belgisch-Europese paviljoen te ontwerpen, op te trekken, te onderhouden en uiteindelijk weer af te breken.

Het paviljoen werd opgetrokken in herbruikbare materialen en wordt na afloop gedemonteerd en gerecycleerd. De onderhandelingen om het ter plaatse te verkopen zijn aan de gang.

50.000 bezoekers per dag

Oorspronkelijk raamde de regering de kosten voor het paviljoen op 7,4 miljoen euro. “Maar omdat de Europese Unie erbij kwam, hebben we de oppervlakte met 400 vierkante meter moeten vergroten. De uiteindelijke prijs van het paviljoen ligt dus in de buurt van de 10 miljoen euro”, zegt Leo Delcroix, de commissaris-generaal voor Sjanghai 2010. Hij is belast met de coördinatie van de bouw, de invulling en het beheer van het paviljoen.

Samen met de exploitatiekosten, onder meer voor de aanwerving van zowat 350 mensen voor de hele duur van de Expo, mikt de Belgische commissaris op een budget van 14 miljoen euro, waarvan 5,5 miljoen gefinancierd wordt door de federale overheid en 4,8 miljoen euro door de gewesten. De overige 4 miljoen komt van 70 privésponsors (zie kader Breughel in China). De bedoeling is om minstens 10 procent van de 80 tot 100 miljoen verwachte bezoekers te lokken. Delcroix hoopt op 50.000 bezoekers per dag.

Hoe gaan de 5650 vierkante meter van ons paviljoen er uitzien? “We wilden een gebouw dat tegelijk sober en intrigerend is. De sobere buitenkant trekt de aandacht van de bezoekers met een glazen gevel die een inkijk biedt in een extravagant en ludiek interieur”, zegt Greindl.

Het gebouw is ontworpen rond de structuur van een neuron. Volgens de projectontwikkelaars symboliseert de hersencel de geglobaliseerde, complexe en geïnterconnecteerde wereld waarin we leven. Het neuron verwijst ook naar de centrale ligging van België in Europa, op het kruispunt van de Germaanse, Angelsaksische en Latijnse cultuur. Ook de verlichting en de kleuren van het neuron nestelen zich op natuurlijke wijze in het in kunstlicht ondergedompelde universum van Sjanghai.

In het paviljoen is ruimte voor tentoonstellingen over Europa (1000 vierkante meter) en over België en zijn deelstaten. Het omvat ook een zakencentrum en plaats voor bijeenkomsten en seminaries, een Belgian Beer Café, waar de Belgische bieren en traditionele gerechten geserveerd worden, en een gastronomisch restaurant. Er worden heel wat federale, gewestelijke en provinciale delegaties verwacht. De Belgische dag, waaraan ook prins Filip deelneemt, is gepland op 13 juni.

Belgisch-Chinees consortium

Tanguy de Lophem leidt het project Sjanghai 2010 bij Interbuild. Hij kende Benoît Greindl, die vijftien jaar actief was op de Belgische vastgoedmarkt met DB Associates, een onderneming die hij had opgericht samen met Frédéric Dawans, de gedelegeerd bestuurder van Air Energy.

Nadat hij DB Associates had verkocht aan de Franse groep AOS, vestigde Greindl zich in 2005 in Sjanghai om er het filiaal AOS China te ontwikkelen, dat hij met een vennoot kocht en het omdoopte tot Realys.

“We houden ons bezig met alle aspecten van de bouw van bedrijfspanden voor Europese of Amerikaanse ondernemingen die in China fabrieken, kantoren of onderzoekscentra willen vestigen. Zowel de architectuur, het ontwerp als de technische engineering van de gebouwen”, zegt Greindl. Realys telt onder meer Porsche, Rhodia, Sodexo, Clariant, China Floors, Saint-Gobain en Kraft Foods onder zijn klanten.

Gewapend met zijn kennis van de Chinese bouwmarkt is Realys zeer complementair met zijn partner Interbuild. De Antwerpse onderneming, een volle dochter van de Nederlandse groep BAM, is een van de tenoren van de bouwsector in Europa. Ze telt 280 medewerkers en beheerst perfect het kleine wereldje van de openbare aanbestedingen in België. Ze is overigens niet aan haar eerste paviljoen toe. “We hebben al het Belgische paviljoen voor de Expo 2000 in Hannover gebouwd”, benadrukt de Lophem. “En aan het architectenbureau Conix hebben we de renovatie van het Atomium te danken.”

Marketinginstrument

Het consortium Interbuild-Realys stelde een team van vijf mensen samen dat op het terrein aanwezig is. Het wordt geleid door de Belg John Rollier, die belast is met alle aspecten van de werf: de bouwvergunning, de certificatie van de plannen door een Chinees studiebureau, de keuze van de lokale aannemer (CJI), enzovoort.

Voor de bouw van het paviljoen werden 200 Chinese arbeiders opgetrommeld. “Dit project vormde voor ons een behoorlijke uitdaging, want de termijn was heel kort: minder dan twaalf maanden, het budget was beperkt – veel kleiner dan dat van de andere Europese landen en het aantal betrokkenen was aanzienlijk. Een andere verplichting was dat zowel aan de Belgische, de Chinese en de eigen reglementering van de Expo voldaan moest worden”, merkt Greindl op.

Voor beide partners is de bouw van het Belgische paviljoen in Sjanghai een formidabel marketinginstrument. “Het is een referentie voor het imago van Interbuild”, werpt de Lophem op. Voor Realys kwam het project net op tijd. “Toen we in 2009 de bestelling binnenkregen, liepen de zaken in China terug.”

“Dit gaat ons meer in het zicht plaatsen van Belgische en Europese ondernemingen die zich in China willen vestigen of verder ontwikkelen”, vult Greindl aan.

Door Sandrine Vandendooren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content