België en moraal

Als buitenlandse politiek wil beantwoorden aan haar wezenlijke doelstelling – namelijk de behartiging van de nationale belangen in de wereld – dan moet zij een toonbeeld zijn van redelijkheid, bescheidenheid, voorzichtigheid en vooruitziendheid. Weinigen hebben de indruk dat de Belgische buitenlandse politiek vandaag aan deze eisen beantwoordt. Hieruit volgt dat zij de nationale belangen niet dient.

Neem nu de zaak- Pinochet. Wat is België daarbij komen doen? Waarom moest dit land het voortouw nemen bij de (mislukte) poging om de gewezen Chileense dictator buiten zijn eigen land te vervolgen wegens misdrijven die onder zijn politieke verantwoordelijkheid werden begaan, terwijl bijvoorbeeld Nederland, dat zo graag een moraliserend vingertje opsteekt (en waar ook heel wat Chileense bannelingen een onderkomen vonden), zich op de vlakte hield? Men weet het niet, maar men kent nu stilaan wel de gevolgen van deze desastreuze Belgische profileringsdrang. We zetten ze op een rijtje.

De betrekkingen met Chili zijn aanzienlijk verslechterd, want in dat land waren alle partijen, ook bijvoorbeeld de socialistische, tegenstander van een vervolging van Pinochet.

Hetzelfde geldt voor de betrekkingen met Groot-Brittannië, dat volgens Le Monde zeer geïrriteerd is geweest door de gratuite Belgische tussenkomst, en dat vooral de Belgische kritiek op het Britse rechtsstelsel niet neemt.

Vrijwel overal in toonaangevende kranten kon men lezen dat het niet erg passend was dat een land als België (met partijen die zijn veroordeeld wegens corruptie, met dioxine, Dutroux, de Bende van Nijvel, Cools, noem maar op) een moraliserende buitenlandse politiek voerde. Met andere woorden: het al aanzienlijk aangetaste prestige van dit land werd door het optreden van minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) in de Pinochet-zaak nog méér aangetast, want nu kwam er de verdenking van hypocrisie bij.

Procederen voor een Brits hooggerechtshof is een zeer dure zaak. Ik weet niet wat de zinloze en nodeloze Belgische interventie in de zaak-Pinochet uiteindelijk zal kosten aan de Belgische belastingbetaler, maar afgaande op precedenten lijkt mij dit iets te zullen worden tussen 50 en 100 miljoen frank – weggesmeten geld.

Kan de hele wereld nu bij ons komen aankloppen om huidige of voormalige staatshoofden, waar ze zich ook mogen bevinden, wegens misdrijven aan te klagen? Vooruit Tsjetsjenen, rep u naar België en leg klacht neer tegen Poetin, Jeltsin en hun Russische trawanten, want in Tsjetsjenië zijn zware oorlogsmisdrijven begaan. Minister Michel zal u zijn diensten aanbieden.

Contra-productief.

Bespottelijk? Ja, maar ook treurig, want dit laatste kán dus niet. Dat bleek al meteen toen – het precedent in de zaak-Pinochet indachtig – Iraniërs een Belgische procedure inspanden tegen de voormalige Iraanse president Rafsanjani, en Buitenlandse Zaken bedremmeld naar diplomatieke uitwegen moest zoeken om zich de woede van de Iraniërs niet op de hals te halen. Zelfs de officiële Waalse exportadministratie protesteerde (volgens La Libre Belgique, 7 maart 2000) tegen zoveel naïviteit, die immers dreigde de exportkansen naar Iran in het gedrang te brengen.

Steeds treft men in de internationale pers dezelfde vraag aan als het gaat over de ‘nieuwe’ buitenlandse politiek van dit land. “Waar bemoeien die Belgen zich mee?” Geen enkele poging van de Belgische regering om zich als moraalridder in de wereld te profileren heeft iets méér opgeleverd dan allerlei lichte vormen van bespotting, en vaak heeft dit ‘beleid’ zelfs contra-productief gewerkt. Dat was duidelijk merkbaar in verband met Oostenrijk. Hou er mee op, schreeuwde zelfs de Oostenrijkse sociaal-democratische partij, want straks worden wij het slachtoffer van jullie Belgische aanmatiging; de Belgische overreactie heeft immers alleen maar de electorale kansen van de ‘neo-nazi’ (aldus Michel) Jörg Haider doen toenemen.

Geloofwaardig.

Moeten er geen ethische motieven meespelen in het buitenlands beleid? Jazeker, op voorwaarde dat dit gebeurt op een geloofwaardige manier en door een geloofwaardig land. Dat laatste zijn wij niet, en daar zit de moeilijkheid. Het volstaat een blik te werpen op de wereldpers van de jongste maanden om dat te beseffen. Van België wordt gemoraliseer niet aanvaard. Zo simpel is het. Indien België verder in deze richting gaat, dan werken we ons niet alleen in het slop (denk maar aan de gêne die door het Iran-incident werd veroorzaakt), maar benadelen we nog méér onze al zwaar aangetaste reputatie. Niets lokt meer misprijzen uit dan een weinig geacht persoon die moraalridder wil spelen. Aan hypocrisie ergert men zich nog meer dan aan de kwalijke toestanden zelf.

Men weet dat de Waalse profileringsdrang die vandaag de Belgische buitenlandse politiek kenmerkt door vele prominente Vlamingen, ook in de regeringspartijen, wordt betreurd. Het show-element dat die politiek vertoont, strookt niet met de nuchterheid die Vlamingen in de buitenlandse betrekkingen graag aan de dag leggen. Bovenal echter druist het momenteel gevoerde beleid in tegen de belangen van de Belgische staat en tegen de belangen van Vlaanderen in de wereld. Wij hebben er geen baat bij door te gaan als een volk van niet alleen kinderverkrachters, zoals de wereld dat ziet, maar ook nog als een van huichelaars, die hard schreeuwen (‘nazi’ ‘fascist’) om de aandacht af te leiden van het feit dat zij schaamteloos wegens corruptie veroordeelde partijen in hun regeringen opnemen, een politieke moord (Cools) toedekken en een rechtsstelsel bezitten dat geen vertrouwen meer inboezemt. Huichelaars, omdat we in een land leven waar de politieke benoemingsdrift elke kwaliteit uit het openbaar leven dreigt te verwijderen, en waar vooraanstaande ministers niet eens de taal van de meerderheid van de bevolking kunnen spreken. België en moraal zijn tegengestelde begrippen. We zijn in snel tempo bezig de wereld van deze waarheid te doordringen.

mark grammens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content