Belgacompersoneel eist behoud statuut na privatisering

Als de regering beslist om Belgacom verder te privatiseren, komt het statuut van de Belgacomwerknemers in de verdrukking, zeggen de vakbonden. Maar wat houdt dat statuut precies in? En wat is de verhouding tussen statutairen en contractuelen?

De vakbonden zijn duidelijk: aan het statuut van de werknemers van Bel-gacom mag niet worden geraakt. “Als Belgacom geprivatiseerd wordt, is het oorlog,” zei André Vandekerkhove van de socialistische overheidsvakbond ACOD. Volgens de krant De Tijd circuleren er in regeringskringen nota’s die aandringen op een aanpassing van het statuut van het Belgacompersoneel. “Het statuut is onze grondwet,” zegt Ben Coremans, sectorverantwoordelijke ACV Transcom. “Voor ons betekent het vooral de bescherming tegen willekeur en een garantie voor onpartijdigheid. In essentie is het ook de garantie van het sociale overleg dat de werknemers laat participeren tot op het hoogste niveau.”

Maar wat houdt dat statuut eigenlijk in? Zijn de Belgacommedewerkers ambtenaren? En kunnen ze bijvoorbeeld ontslagen worden? De nv Belgacom telt momenteel 13.559 werknemers, en daarvan is 65 % statutair en 35 % contractueel. Statutair betekent dat ze een ambtenarenstatuut hebben, contractueel dat ze een contract zoals in de privésector hebben. Het aantal statutairen daalt: in 2001 waren het er nog 74 %. In de totale Belgacomgroep (inbegrepen de filialen zoals Proximus en Telindus) is slechts 46 % van de 16.335 medewerkers statutair.

Dat de vakbonden zich zo druk maken om de aantasting van het statuut, is niet verwonderlijk. Belgacom heeft, net als de andere overheidsbedrijven, een eigen personeelsstatuut gemaakt. Dat was een verplichting die voortvloeide uit de wet van 1991 die de overheidsbedrijven meer autonomie gaf. “Maar die statuten zijn toch maar een doorslag van het oude statuut-Camu van de ambtenaren,” zegt Ria Janvier, gewoon hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen.

De wet van 1991 voorzag ook in een Comité Overheidsbedrijven waar, naar analogie met het Comité A voor de ambtenaren uit de ministeries, de overheid en de vakbonden konden overleggen. In de praktijk heeft dat comité nooit veel beslissingen genomen en gebeurde alle overleg in de individuele bedrijven.

Ontslag is mogelijk

Het statuut van Belgacompersoneel geldt niet alleen voor de statutairen, maar ook voor de contractuelen van de nv Bel-gacom (en dus niet voor de contractuelen van bijvoorbeeld Proximus). “We merken dat bij de filialen de laatste jaren de interesse voor ons statuut groeit,” zegt Ben Coremans.

Steeds meer arbeidsvoorwaarden zijn gelijk voor statutairen en contractuelen. Zo werd enkele jaren geleden verkregen dat ook contractuelen baremieke loonsverhogingen zouden krijgen, net als de statutairen. Dat betekende meteen voor 40 % van de contractuelen een loonsverhoging. “Bij elke cao proberen we contractuelen en statutairen naar elkaar toe te doen groeien,” legt As-trid De Lathauwer, hr-manager van Belgacom, uit. “Er is duidelijk een evolutie in de richting van een gelijke behandeling. Wel is het zo dat we sinds 1995 geen statutairen meer aangeworven of benoemd hebben.”

“Het statuut is een levend model en verandert geregeld,” zegt Ben Coremans. “We hebben een evaluatiesysteem dat een dynamisch personeelsbeleid toelaat. Wie goed presteert en een goede evaluatie krijgt, wordt daarvoor financieel beloond. Wie slecht presteert, kan na negatieve evaluaties zelfs ontslag krijgen. Ook een statutaire. Het statuut voorziet echter in een beroepsprocedure met een onafhankelijke magistraat.” Belgacom zelf bevestigt dat er wel degelijk statutaire personeelsleden ontslagen worden, al geven ze geen precieze cijfers.

“Om van een slecht presterende ambtenaar af te raken, heb je een heel stevig dossier nodig,” zegt Ria Janvier. “Het is een loodzware procedure, en aan het eind is er nog de Raad van State die niet meedenkt in een modern personeelsbeleid.”

Wat zijn de verschillen?

Tussen statutairen en contractuelen blijven twee belangrijke verschillen bestaan. De statutairen hebben hun vaste benoeming, terwijl de contractuelen net als gewone werknemers in de privé ontslagen kunnen worden. Tweede verschil zijn de pensioenrechten: statutairen genieten van het rijkelijke ambtenarenpensioen, terwijl de contractuelen moeten terugvallen op het gewone wettelijke systeem voor werknemers. Ze kunnen echter niet genieten van een aanvullend pensioensysteem (tweede pijler) zoals hun collega’s in de privésector. Ze zijn dus tweemaal slechter af.

Ook financieel is er een verschil. De ambtenaar betaalt een bijdrage van 11,05 % voor pensioen en gezondheid, de contractuele betaalt 13,07 % omdat hij ook voor werkloosheid en uitkeringen in de ziekteverzekering betaalt. Van eenzelfde loon houdt de statutaire dus 2 % meer over. Wat de werkgever betreft, is de situatie minder duidelijk. Cruciaal is wie de pensioenlast draagt en hoe groot die is. Bij Belgacom is volgens Ben Coremans een statutaire goedkoper dan een contractuele. Astrid De Lathauwer: “Er is inderdaad een verschil in de werkgeversbijdrage. Wij participeren voor de statutairen niet in de werkloosheids- en invaliditeitskas. Bij hen wordt er betaald als het risico zich voordoet.”

In principe moeten contractuelen na verloop van tijd allemaal statutair worden. Artikel 29 van de wet van 1991 voorziet dat contractuelen maximaal vijf jaar in dienst mogen blijven, dan moeten ze statutair worden. Maar Belgacom past die regel niet toe. De NMBS, dat hoofdzakelijk statutairen aanwerft, wel. Bij Belgacom zijn nieuwe aanwervingen enkel contractueel, net als bij De Post. Op de langere termijn zal het aantal contractuelen dus blijven toenemen en zal het uiteindelijk het enig overblijvende statuut zijn. En dat is volgens Ria Janvier maar best ook. “Een modern bedrijf kan niet werken met de twee statuten naast elkaar. Voor een manager die uit de privé komt is dat statuut en zijn nauwgezette procedures hallucinant.”

Alain Mouton, Guido Muelenaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content