Beleid te koop
Bedrijven vragen zich niet alleen af hoe ze de fiscus niet te veel moeten betalen, maar hebben ook oren naar onafhankelijke macro-economische studies. Particuliere instellingen spelen hierop in.
B elgacom dat een studie wil rond mogelijke strategische allianties, of het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat dat het beleid wil heruitstippelen. Op dergelijke vragen kunnen universiteiten of overheidsinstellingen zoals het Planbureau niet altijd een antwoord verzinnen. In België vult de particuliere organisatie Policy Research Corporation deze markt van macro-economisch advies. Gedelegeerd bestuurder en professor openbare financiën aan het Ruca ( Rijksuniversitair Centrum Antwerpen) Chris Peeters legt uit waarom hij in 1989 dit initiatief startte : “Er bestaat een vraag naar wetenschappelijk onderbouwde studies die evenwel binnen de universiteit moeilijk uitgewerkt konden worden.”
Een eigen privé-denktank dan maar met als mission statement het maken van strategische studies voor bedrijven en beleidsonderzoek voor overheden. Chris Peeters : “Ons kenmerk is dat die studies wetenschappelijk onderbouwd zijn met kwantificeerbare gegevens. Daar koppelen we dan zeer concrete aanbevelingen aan in de vorm van kant-en-klare adviezen.” Een voorbeeld is de beleidsheroriëntatie die bedacht werd voor het Nederlandse Verkeer en Waterstaat. Peeters : “Ons plan werd bijna volledig in nieuwe wetgeving gegoten.”
Het twintig personeelsleden tellende Policy Research verkoopt elk jaar voor 80 miljoen frank informatie. Daarnaast bezit de denktank een internationaal netwerk van toeleveranciers. Peeters : “Die speuren bijvoorbeeld naar gedetailleerde statistische gegevens, iets waar de officiële instanties en zeker de Belgische niet altijd even bedreven in zijn.”
Een dikke 40 % zijn opdrachten van privé-bedrijven. De Belgische markt is goed voor 20 % van de omzet. De Europese instellingen zijn ook nog eens goed voor één vijfde, net zoals de Nederlandse markt, de rest van Europa en de rest van de wereld. Peeters : “De nabijheid van de Europese instellingen is een groot voordeel in termen van coördinatie en overleg.” Dat alles levert een groei van 20 miljoen per jaar op. Peeters : “Een ingehouden groei om de kwaliteit te kunnen garanderen.”
Essentieel daarbij is het statuut van onafhankelijkheid van het onderzoek. Peeters : “Klanten komen naar ons omwille van die onafhankelijkheid. Bij de evaluatie van een project zijn wij bijvoorbeeld niet geïnteresseerd in de eventuele bouw ervan. Advies op macroniveau vergt ook maatwerk, in tegenstelling tot de standaardproducten waar de traditionele consultingbedrijven vaak naar teruggrijpen.”
Maar op instellingen als Policy Research klinkt ook kritiek. Professor Evrard Claessens, hoogleraar aan de Antwerpse Ufsia (Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius) : “Omdat de studies binnenskamers blijven, is de werkmethode moeilijk te verifiëren. Nu prikt niemand een eventuele ballon door bij een gebrek aan competitie bij een opdracht. Bovendien zie ik zelden een studie die tegen de belangen van de opdrachtgever indruist.”
NEDERLAND.
Ook de traditionele consultingbedrijven bewegen zich steeds meer op de markt van strategische studies. Die trend merkt ook Jeroen van Eijndhoven, marketing manager van het NEI ( Nederlands Economisch Instituut), de Nederlandse tegenhanger van Policy Research. Ook het NEI is een particuliere organisatie met soortgelijke activiteiten en klantenstructuur, maar ontsproot al in 1929 onder impuls van Nobelprijswinnaar economie Jan Tinbergen uit de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het NEI is ook een stukje groter. Voor ’96 staat een omzetcijfer van 30 miljoen gulden (550 miljoen frank) ingeschreven voor 154 personeelsleden. Ook de onafhankelijkheid staat hoog in het vaandel.
Toch ziet het NEI op zijn beurt brood in meer bedrijfsgerichte consulting. Vooral het wegwijs maken van bedrijven in het groeiende Europese kluwen is een groeimarkt. Het NEI richtte daartoe niet toevallig in Brussel (Europa eist een contactpersoon op loopafstand) een joint venture op, samen met de twee jonge Nederlandse vennoten Paul Bijleveld en Peter Theunisz. Het geesteskind dat nu wordt klaargestoomd, heet Pantheion. Gemikt wordt op een omzet van 40 miljoen over enkele jaren. Paul Bijleveld : “Pantheion gaat bijvoorbeeld bedrijven adviseren hoe ze hun project aan de Europese instellingen moeten presenteren om de slaagkansen te verhogen. Vaak zijn de bedrijfsvoorstellen gewoon onleesbaar.” Peter Theunisz : “Ook het begeleiden van bedrijven bij de uitbouw van een internationaal netwerk behoort tot onze taken.”
Dat is mogelijk omdat Pantheion daartoe kan putten uit het rijke netwerk en kennissenbestand van het NEI. Pantheion is ook op zoek naar enkele Vlaamse partners. Peter Theunisz : “Een must om wegwijs te raken in het ingewikkelde politieke kluwen dat in België een rol speelt bij de toewijzing van een overheidsopdracht.”
KDA
PAUL BIJLEVELD EN PETER THEUNISZ (PANTHEION) Adviseren bedrijven hoe ze hun project aan Europese instellingen moeten presenteren om de slaagkansen te verhogen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier