Belegger is melkkoe van de overheid
De regering-Michel heeft een nieuwe belasting voor beleggers verzonnen en enkele oude belastingen verhoogd. De nieuwe belastingvoordelen in het zomerakkoord wegen daar niet in alle gevallen tegenop. Vermogende particulieren zijn bij elke begrotingscontrole het kind van de rekening. Een historisch overzicht.
Volgens de bankenfederatie Febelfin vraagt de regering in het zomerakkoord een extra inspanning van 430 miljoen euro per jaar aan beleggers. Tel dat bij de maatregelen die de regering-Michel heeft genomen en je komt volgens een persbericht van Febelfin uit op een “verzwaring van de financiële fiscaliteit” van circa 1 miljard euro op jaarbasis “en dat in een omgeving van lage intrestrendementen”. De regering-Michel is niet de eerste regering die de tekorten in de begroting laat vullen door beleggers.
“Alleen wie rookt of speculeert zal het voelen”, zei ex-minister van Financiën Steven Van Ackere (CD&V) op een persconferentie over de begrotingsmaatregelen op 11 maart 2012. Het was een slip of the tongue, waarvoor hij zich later excuseerde. Ook de regering-Di Rupo was niet de eerste regering die in de zakken van beleggers zat. De belastingen voor beleggers begonnen zich al meer dan tien jaar geleden op te stapelen.
Of het nu “de rijken”, “de speculanten” of “de beleggers” zijn die getroffen worden door belastingverhogingen, de politici rekenen er duidelijk op dat de groep niet zo groot is en de genomen maatregelen dus niet al te veel stemmen zullen kosten. Beleggen heeft bij het brede publiek veel van zijn charme verloren sinds de technologiezeepbel en het bankendebacle. Alles samen hebben de beleggers de voorbije tien à vijftien jaar al heel wat bittere pillen moeten slikken. We zetten de belangrijkste voor u op een rij.
Verzekeringstaks: bijna verdubbeld in 2013
De belasting op elke storting in een tak21- of een tak23-levensverzekering verhoogde op 1 januari 2013 van 1,1 naar 2 procent. Het ging net niet om een verdubbeling van de verzekeringstaks.
Roerende voorheffing: verdubbeling sinds 2011
Op enkele uitzonderingen na ging de roerende voorheffing op intresten in 2012 van 15 naar 21 procent. Daarna kwam er eventjes een rijkentaks, een extra belasting van 4 procentpunten voor wie meer dan 20.020 euro aan roerende inkomsten opstreek. Die werd vervolgens vervangen door een nieuwe, algemene verhoging van de roerende voorheffing tot 25 procent.
De belasting op dividenden bedroeg al jaren 25 procent. Maar onder de regering-Di Rupo sneuvelde een aantal gunstregimes, zoals VVPR-strips die beleggers konden kopen en die recht gaven op een verlaagde roerende voorheffing van 15 procent op dividenden.
De regering-Michel verhoogde begin 2016 het standaardtarief eerst naar 27 procent, om er dit jaar 30 procent van te maken. Voor tal van spaar- en beleggingsproducten spreken we dus over een verdubbeling van de roerende voorheffing.
Taks op beursverrichtingen: meer dan verdubbeling sinds 2011
Enkel particuliere beleggers betalen de taks op beursverrichtingen. De belasting op aan- en verkopen van aandelen wordt binnenkort voor de vierde keer sinds 2011 opgetrokken. Het nieuwe tarief van 0,35 procent ligt dubbel zo hoog als de 0,17 procent die beleggers in 2011 betaalden op aandelentransacties. De maximale beurstaks per aandelentransactie verdubbelde al ruimschoots over de voorbije zes jaar en bedraagt nu 1600 euro. Om aan dat plafond te geraken, moet u aandelentransacties van meer dan 457.143 euro doen. Voor obligaties wil de regering het tarief optrekken van 0,09 naar 0,12 procent, met een maximum van 1300 euro. In 2011 bedroeg dat tarief 0,07 procent.
Ook fondsen die hun inkomsten herinvesteren, zijn onderworpen aan de beurstaks. Wanneer u uw geld terugvraagt uit zo’n kapitalisatiefonds, dan betaalt u daar 1,32 procent op, met een maximum van 4000 euro. In 2011 roomde de schatkist slechts 0,5 procent van de verkochte fondsendeelbewijzen af, met een maximum van 1500 euro.
Reynders-taks: van 0 naar 30 procent in 11 jaar
De speculatietaks werd eind 2016 na een jaar afgeschaft, net zoals de rijkentaks in 2012, omdat ze te weinig opbracht en te complex was. Maar de geschiedenis leert dat een nieuwe belasting net zo goed kan uitgroeien tot een niet te verwoesten bamboe die door uw hele tuin woekert. Het beste voorbeeld is de bij het grote publiek onbekende, zeer complexe en te duchten Reynders-taks, die vorig jaar zijn tiende verjaardag vierde.
In 2006 werd voor het eerst een roerende voorheffing ingevoerd voor beleggers die deelbewijzen van een obligatiefonds verkochten. Het tarief van de roerende voorheffing bedroeg toen 15 procent. Het ging oorspronkelijk enkel om een belasting op de coupons die het fonds door de jaren heen had geïnd en geherinvesteerd (kapitalisatie). Vanaf 2008 worden niet enkel de rente-inkomsten, maar de volledige meerwaarde uit obligaties belast.
In eerste instantie vielen enkel fondsen met een Europees paspoort die voor meer dan 40 procent uit obligaties bestonden binnen het toepassingsgebied. Zo’n paspoort maakt het mogelijk deelbewijzen van een fonds te verkopen in heel Europa. Sinds 2013 zitten ook fondsen zonder paspoort in het vizier. De drempel van 40 procent obligaties zakte in 2011 naar 25 procent en de regering wil die drempel nu volledig laten vallen. Tussendoor werden en worden ook nog verschillende types van ‘vergeten’ fondsen mee in het bad getrokken.
Vandaag moet een belegger dus 30 procent van de winst van zijn obligatiefonds aan de fiscus geven, boven op een belasting van 1,32 procent met een maximum van 4000 euro op elke verkoop van deelbewijzen van een kapitalisatiefonds.
Pensioensparen: met de vingers in de koekjesdoos
De regering heeft beslist dat pensioenspaarders voortaan meer dan 940 euro per jaar kunnen storten. Als u graag meer geld wilt opzijzetten voor uw oude dag, dan moet u dat vooral doen. Op onze website www.moneytalk.be vindt u enkele simulaties van het extra kapitaal dat u daardoor kan opbouwen voor uw pensioen.
Maar u moet het niet doen om minder belastingen te betalen. Het lijkt er vooralsnog op dat spaarders voor de volledige looptijd zullen moeten kiezen tussen een belastingvermindering van 30 procent van maximaal 940 euro (282 euro), ofwel een belastingvermindering van 25 procent van maximaal 1200 euro (300 euro). Die laatste keuze levert dus een extra belastingvermindering van 18 euro op, als u 1200 euro per jaar stort. Maar het zou best kunnen dat u er het ene jaar in slaagt meer dan 940 euro te storten en het andere jaar niet. In de jaren dat u slechts 940 euro stort, riskeert u – met die belastingvermindering van 25 procent – maximaal 47 euro aan belastingvermindering te mislopen. Het neerwaartse risico lijkt dus groter dan het opwaartse potentieel.
De voorbije zes jaar zat de overheid al verschillende keren met haar vingers in de koekjesdoos van de pensioenspaarders. Er werden slechts kruimels uitgehaald, maar toch. De belastingvermindering van 30 tot 40 procent, afhankelijk van het inkomen, werd in 2012 teruggebracht tot één tarief van 30 procent. De introductie van een belastingvermindering van 25 procent voor stortingen tot 1200 euro doet vrezen dat de belastingvermindering ten langen leste weleens voor iedereen 25 procent zou kunnen worden.
Taks op effectenrekeningen: wijziging van de spelregels
Het tarief van deze nieuwe belasting is vrij laag (0,15%) en er is een vrijstelling voor beleggers die minder dan 500.000 euro aan aandelen, obligaties en deelbewijzen van fondsen hebben op effectenrekeningen. Deelbewijzen van pensioenspaarfondsen zouden niet meetellen voor de waardeberekening. Voor het eerst worden niet de inkomsten uit het vermogen, maar het vermogen zelf jaar na jaar belast. Het is voor vermogende beleggers een doos van Pandora die wordt geopend. Zodra de nieuwe belasting er is, kan het tarief gemakkelijk worden opgetrokken of zelfs de drempel worden verlaagd door volgende regeringen die geld nodig hebben.
Voor het eerst zult u ook aan de fiscus moeten vertellen hoeveel effectenrekeningen u hebt. Tenzij u al uw effecten op één effectenrekening bij een Belgische bank zet, verliest u dus een stukje van de anonimiteit die u vandaag geniet. Rekeningen in het buitenland moet u al langer aangeven via uw belastingaangifte en de gegevens daarover worden door de buitenlandse banken ook doorgespeeld aan de Belgische fiscus.
Ilse De Witte
De taks op effectenrekeningen is voor vermogende beleggers een doos van Pandora.
De belasting op aan- en verkopen van aandelen wordt voor de vierde keer sinds 2011 opgetrokken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier