BELASTING. Meer vragen, minder beuren

De regering pronkt met een daling van de belastingdruk. Toch voelt iedereen dagelijks in zijn portemonnee de doorgevoerde belastingverhogingen. Hoe valt dat te rijmen ? Paul De Grauwe legt de Laffer-curve als verklaring op tafel.

Hoe kan dat nu ? Enerzijds legde de huidige regering-Dehaene (net als de vorige) een ongekende ijver aan de dag in het verhogen van bestaande belastingen en het uitvinden van nieuwe, maar anderzijds gaat diezelfde regering er nu prat op dat de belastingdruk daalt. De belastingdruk gemeten aan de hand van het aandeel van de overheidsontvangsten (excl. lagere overheden) in het BBP lag in 1994 op 46 %. Voor dit en volgend jaar verwacht de regering, zo blijkt uit de jongste begrotingsdokumenten, een verdere daling naar resp. 44,1 % en 43,9 %.

De Nationale Bank zwaaide ter verklaring van deze verrassende evolutie met het argument dat de export en de kapitaalopbrengsten belangrijker geworden zijn voor de inkomensvorming en dat daar verhoudingsgewijs minder belastingen op wegen. Paul De Grauwe, hoogleraar aan de KU-Leuven en senator voor de VLD, wijst deze interpretatie van de hand : “Er is iets heel anders aan de gang. Het heeft er immers alle schijn van dat de ontmoedigende effekten van de belastingverhogingen die de jongste jaren werden doorgevoerd, dermate groot geworden zijn dat hogere tarieven aanleiding geven tot lagere opbrengsten. België bevindt zich mijns inziens op het destruktieve gedeelte van de Laffer-curve”.

BELASTINGEN ONTREGELEN.

Paul De Grauwe haalt met de Laffer-curve een koncept van stal dat eigenlijk al zo oud is als de ekonomische wetenschap zelf (zie kader : Niks nieuws onder de zon). Bijgaande grafiek Hoger Lager geeft de curve weer. Uiteraard haalt de overheid nul frank belastingen binnen als de aanslagvoet op 0 % ligt, maar hetzelfde geldt bij een aanslagvoet van 100 %. Waarom zou iemand dwangarbeiders buiten beschouwing gelaten immers nog arbeiden en produceren als de overheid toch de integrale opbrengst wegbelast ?

Tussen deze twee uitersten legt de Laffer-curve een trajekt af zoals beschreven in de grafiek. In het gebied 0A stijgen de belastingopbrengsten meer dan proportioneel : de relatief lage aanslagvoeten werken slechts in geringe mate verstorend t.a.v. markt- en prijsmekanisme. In het gebied AB nemen de fiskale ontvangsten minder dan proportioneel met de toename van het belastingtarief toe : de contraproduktieve verstoringen beginnen zwaarder en zwaarder door te wegen. Voorbij het punt B ontregelen de hoge aanslagvoeten de ekonomie dermate dat zelfs een daling van de belastingopbrengsten optreedt.

Het ontregelende of verstorende effekt van belastingen speelt zowel langs de vraag- als langs de aanbodzijde van de ekonomie. Inzake de vraag ligt het voor de hand dat een verhoogde belasting de koopkracht aantast. Langs de kant van het aanbod leiden belastingen tot fenomenen als het stimuleren van zwartwerk, verhoging van de produktiekosten en aantasting van de kompetitiviteit van ondernemingen. In essentie komt het hele verhaal erop neer dat belastingen altijd een negatief effekt hebben op de produktie en de ekonomische aktiviteit en van daaruit ook op de tewerkstelling. Belastingen tasten de belastbare basis aan.

PARADOKS OPGELOST.

Tot daar de nagenoeg algemeen aanvaarde ekonomische teorie omtrent de impact van belastingen op de belastbare basis. Maar om dan tot de konklusie te komen dat het opdrijven van de aanslagvoeten uiteindelijk aanleiding kan geven tot een daling van het aandeel van de belastingopbrengsten als % van het BBP, is nog een heel andere zaak. Nemen we ter verduidelijking de situatie zoals ze zich volgens de regering dit jaar in België prezenteert, met een overheidsbeslag van 44,1 %. Als nu een belastingverhoging aanleiding geeft tot een daling van produktie en inkomen met b.v. 100, dan kan men verwachten dat de overheidsontvangsten met 44,1 dalen en dat er dus aan het aandeel van de belastingopbrengsten in % van het BBP niets verandert.

Om tot een daling van dat aandeel te komen, dient de belastingopbrengst logischerwijze met méér dan 44,1 frank te dalen bij een inkomens- en/of produktieterugloop met 100 frank. Volgens Paul De Grauwe is het exact dit scenario dat zich thans in België ontrolt : “De inkomenskategorieën en produktie-aktiviteiten die het meest belast worden, zullen bij een verdere stijging van de belastingdruk het felst dalen. M.a.w. daar waar de marginale tarieven het hoogst zijn, zullen er ook de meeste inkomens verdwijnen en produktie tenietgedaan worden. Het verlies aan belastinginkomsten voor de staat zal dus meer dan proportioneel zijn. Er bestaat dan ook geen paradoks meer tussen hogere aanslagvoeten enerzijds en een daling van het overheidsbeslag als indicator van de belastingdruk anderzijds. “

Johan Van Overtveldt

In het gebied OA stijgen de belastingopbrengsten meer dan proportioneel met de toename van het belastingtarief. In het gebied AB minder dan proportioneel : de contraproduktieve verstoringen beginnen zwaarder en zwaarder door te wegen. Voorbij het punt B ontregelen de hoge aanslagvoeten de ekonomie dermate dat zelfs een daling van de belastingopbrengsten optreedt.

PAUL DE GRAUWE “België bevindt zich op het destruktieve gedeelte van de Laffer-curve : hogere belastingtarieven geven aanleiding tot lagere opbrengsten. “

HERMAN VAN ROMPUY Drentelt met een grote boog om de Laffer-argumentatie heen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content