BELANGRIJK VOLK
GEORGE SHULTZ.
Weinig mensen drukten in de naoorlogse periode zo hun stempel op de Amerikaanse politiek als George P. Shultz. “George oefende in Washington zowat alle mogelijke functies uit, behalve die ene waarvoor hij méér dan wie ook de bekwaamheid bezat, namelijk president van de VS,” aldus zijn vroegere Chicago– en huidige Stanford-kompaan Milton Friedman.
Geboren in 1920 in New York studeerde Shultz aan Princeton en het Massachusetts Institute of Technology (MIT), waar hij in 1949 doctoreerde. Acht jaar later ruilde Shultz, die arbeidseconomie en industriële relaties als vakgebieden had, het MIT voor de University of Chicago, waar hij in 1962 decaan van de Graduate School of Business werd.
Al in de jaren ’50 en ’60 verrichtte George Shultz diverse consultancy-opdrachten voor de Amerikaanse regering. In 1969 haalde president Richard Nixon hem als minister van Arbeid naar Washington. Een goed jaar later sluisde diezelfde Nixon hem door naar de toen nieuw gecreëerde post van Begroting. In 1972 volgde opnieuw een promotie: minister van Financiën. Twee jaar later verliet Shultz de overheid om president te worden van de gigantische Californische constructiefirma Bechtel. Parallel hiermee begon hij ook les te geven aan de Stanford University, nabij San Francisco.
In 1981 benoemde president Ronald Reagan George Shultz tot voorzitter van de President’s Economic Policy Advisory Board, waarna hij al snel minister van Buitenlandse Zaken werd. Shultz bleef op deze post tot in 1989. Zoals hij in zijn schitterende politieke terugblik ” Turmoil and Triumph” (C. Scribner’s Sons, 1993) uitgebreid beschrijft, maakte hij in die periode van zeer nabij de val van het communisme mee, net zoals de inval in Grenada, de controversiële wapenverkopen aan Iran en de jacht op de Panamese dictator Noriega. George Shultz is vandaag nog altijd verbonden aan de vermaarde Hoover Institution van Stanford.
KENNETH DAM.
Meer nog dan aan George Shultz kleeft er een zware Chicago-geur aan Kenneth W. Dam. Geboren in 1932 in Kansas behaalde Dam in 1957 zijn doctoraat in de rechten aan de Law School van de University of Chicago, waar hij als academicus zijn carrière startte. Dam ontpopte zich daar tot een belangrijke figuur in de baanbrekende economische analyse van het recht, de zogenaamde law and economics movement. “Ik leerde George Shultz kennen tijdens onderhandelingen tussen de business school en de law school over de introductie van een gezamenlijke graad voor beide instituten,” aldus Dam. Blijkbaar maakte hij in die gesprekken indruk op Shultz, want die vroeg hem korte tijd nadien of hij zijn assistant op het ministerie van Begroting wilde worden.
In 1973 keerde Kenneth Dam vanuit Washington terug naar de University of Chicago. Uit zijn research vloeiden diverse publicaties voort. De belangrijkste zijn ” Oil Resources: Who Gets What How?” (University of Chicago Press, 1976) en ” The Rules of the Game: Reform and Evolution in the International Monetary” (University of Chicago Press, 1982). In 1982 riep George Shultz hem terug naar Washington, ditmaal als onderminister van Buitenlandse Zaken. Kenneth Dam verliet Shultz in 1985 en werd vice-president van IBM. In 1992 aanvaardde hij de weinig attractieve taak om orde op zaken te stellen bij United Way of America, een organisatie die toen in enkele schandalen zat verwikkeld. Tot verbazing van velen slaagde Dam ook in zijn “schoonmaakoperatie”. De jongste jaren wijdt Kenneth Dam zich opnieuw volledig aan zijn leer- en researchopdracht aan de rechtsfaculteit in Chicago.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier