Beheerder van de Limburgse geldkoffer
Vorige week donderdag, kwart voor middernacht. Erik Monard (50) keert terug van een vergadering in Maastricht. De gsm piept. Het kabinet van minister Dirk Van Mechelen (VLD) polst zijn interesse voor het voorzitterschap van de Limburgse Reconversiemaatschappij. Het wordt een lange nacht. “Ik viel compleet uit de lucht,” getuigt hij. “Ik dacht dat zo’n functie voorbestemd was voor politieke kandidaten.”
De managing partner van advocatenkantoor Monard-D’Hulst contacteert onmiddellijk zijn vennoot Piet Carlier. Enkele uren discussie rond de toog van het Hasseltse café Het Schaap volgen. Kan deze publieke functie gecombineerd worden met de belangen van de firma? Er loeren belangenconflicten om de hoek.
Monard, gehuwd en vader van twee kinderen, krijgt 25.000 euro per jaar met zijn nieuwe functie (de helft van zijn voorganger Roland Aerden). De indruk mag niet worden gewekt dat adviseur Monard een goede insteek biedt om affaires bij de LRM erdoor te krijgen.
“Dat wil ik te allen prijze vermijden,” gruwt de advocaat. “We moeten minu- tieuze regels inzake corporate governance uitwerken. Ik zal bijvoorbeeld de medebestuurders steeds melden als een klant bij de LRM een dossier heeft lopen. Overigens is het voorzitterschap geen operationele functie, zodat ik moeilijk een dossier kan sturen, mocht ik het al willen.”
Monard stampte de advocatenassociatie in 1990 uit de grond. Het positioneerde zich in de groene provincie als een van de eerste geïntegreerde one-stop shopkantoren voor ondernemingen. Monard fuseerde in 1997 met een Kortrijkse firma tot Monard-D’Hulst en heeft sinds 2000 een Brusselse afdeling. Het is het grootste kantoor van Limburg en het provinciale juridische steunpunt voor heel wat grote bedrijven.
Vorig jaar werd het 67-koppige Monard-D’Hulst op basis van een Trendsenquête genomineerd als een van de beste voor het bedrijfsleven. “Belangrijker dan een andere nominatie, omdat deze Trendstop is samengesteld op basis van een klantenonderzoek,” knipoogt Monard, in zijn vrije tijd een niet onverdienstelijke kok en liefhebber van wijn (liefst gekocht bij drie wijnzaken in zijn familie).
De LRM is de financiële opvolger van de Kempense Steelkoolmijnen en moest de reconversie realiseren in Limburg. Tot ergernis van velen – zoals gouverneur Steve Stevaert (SP.A) – ging er te weinig initiatief uit van de LRM. De maatschappij (100 % overheid) kwam onlangs in de problemen door een campagne tegen de vroegere top, die (onterecht, zo bleek uit later onderzoek) werd beschuldigd van gesjoemel. Anderen wijzen erop dat niet alleen gewezen topman Roland Aerden (SP.A), maar ook de vrijwel onaantastbare VLD’er André Vautmans uit de LRM-structuur verdwijnen.
“Ik weet niet of Erik makkelijk de omslag kan maken van de eerder ambachtelijke stiel van advocaat naar een wespennest als de LRM,” vraagt een gewezen medewerker van zijn kantoor zich af. “Waar is de politieke steun om zijn bedrijfsdoelstellingen te realiseren?”
Een bevriende ondernemer wijst erop dat Aerden directeur van LRM-dochter Lisom blijft. “Hij is een machtige man, die de politiek door en door kent. Ook sommige liberalen nemen het Brussel kwalijk dat de lokale politiek genegeerd werd. Ik hoop dat de nieuwe LRM-voorzitter het volhoudt als politieke nieuwkomer.”
Monard noemt dat laatste juist een voordeel. “Ik ben geen partijlid en weiger elk etiket. Tegenover minister Van Mechelen heb ik de voorwaarde gesteld dat ik als een onafhankelijke voorzitter kan zetelen. Alle betrokken partijen hebben me deze garantie gegeven.”
Het is de bedrijfspolitiek bij Monard-D’Hulst dat medewerkers die zich politiek willen engageren, best elders hun carrière verderzetten. Monard zorgde vanaf het begin dat hij wel een breed netwerk had. Dat gebeurde onder meer via zijn gewezen schoonbroer, VKW-topman Hugo Leroi (bestuurslid bij de LRM). Deze connectie dekte het kantoor af langs de katholieke zuil. Vennoot Carlier is dan weer een insider in socialistische kringen.
Monard zelf is ook goed bevriend met de liberale coryfee Patrick Dewael, met wie hij ooit actief was in de studie- en vakantievereniging Club Opleiding Bedrijfsleiders. Tot deze vereniging behoren ook verzekeringsmakelaar Edgard Aerden en Vokadirecteur Johann Leten. In de lokale Rotary zit Monard met een andere netwerkende Limburger, hoofdingenieur Jean Vandeputte van de stad Hasselt.
Dat Monard boven het gekrakeel uitstijgt, bewijst het feit dat hij, ondanks zijn vriendschap met Vokaman Leten, door Jos Stalmans (VKW) als advocaat en lesgever van de christelijke organisatie wordt aangetrokken. Stalmans looft de advocaat als “totaal onafhankelijk en zeer competent”. Erik Monard, gehuwd en vader van twee kinderen, deelt deze karaktertrek met zijn broer Georges, ooit Vlaams christendemocratisch parlementslid en kabinetschef van Luc Van den Bossche (SP.A).
Monard: “Misschien is de LRM inderdaad een politiek wespennest, maar het is mijn taak om er een dynamische machine van te maken. Ik ben ook advocaat-bemiddelaar en weet hoe ik compromissen moet uitwerken tussen botsende belangen.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier