Begin maar al te rekenen
Natuurlijk zijn we tevreden met de verlaging van de vennootschapsbelasting. Het leek erop alsof ze in de studiefase zouden blijven steken, maar uiteindelijk is de nuloperatie toch met succes afgesloten. Nu is het alleen nog uitkijken naar winnaars en verliezers.
Het worden weer hoogdagen voor belastingconsulenten en boekhouders, om te zien welke posten belastbaar of aftrekbaar zijn en of de effectieve belastingvoet voor het individuele bedrijf stijgt of daalt. Wie een belangrijk bedrag aan milieuheffing betaalde en dat ook mocht aftrekken, weet ondertussen al dat dit langer kan, tenzij de Vlaamse regering een creatieve oplossing mag toepassen om dit te omzeilen. Hoewel, als dit lukt dan zal er toch op een andere manier bijgedragen moeten worden. Kwatongen beweren dat bij het verzekeren van de nuloperatie vooral aftrekbare uitgaven in Vlaanderen werden geviseerd.
Belgische truc. We staan nu ook op een betere plaats op de Europese lijst. Op het eerste gezicht wordt België daardoor ook aantrekkelijker voor buitenlandse bedrijven, hoewel we best niet vergeten dat Groot-Brittannië toch nog altijd beter doet. Zopas kondigde het nog nieuwe maatregelen aan die het vooral voor multinationals aantrekkelijker moeten maken. Bovendien heeft Duitsland zijn verlaging van de vennootschapsbelasting al enige tijd doorgevoerd. Ierland stelt zich tevreden met nauwelijks 10%. Het extra concurrentievoordeel dat België nu heeft geschapen, is dus beperkt, temeer omdat iedereen die een beetje dieper graaft weet dat er een behoorlijk verschil is tussen de officiële aanslagvoet en het effectieve belastingpercentage. Het moet een vorm van zelfverloochening zijn dat wij een hoog percentage afficheren om vervolgens, bij de eerste concrete aanvraag om inlichtingen, een reeks perfect wettelijke wegen aangeven om die drastisch te verlagen. Met die gegevens in handen kunnen we de vergelijking met de buurlanden beter aan, maar dan ook maar in zoverre dat de vooropgestelde mechanismen ingepast kunnen worden in de algemene financiële, boekhoudkundige en fiscale bedrijfsvoering.
België is per definitie noch de enige vestigingsplaats van een multinational, noch het enige land waar hij belastingen betaalt. Al moet gezegd dat het uiterst gunstige regime voor de coördinatiecentra, dat door Europa als ‘harmful taxation’ is gecatalogeerd en dus moet verdwijnen, een grote aantrekkingskracht had. En eens temeer zou de regering naar oplossingen zoeken om de bezwaren van de EuropeseCommissie te omzeilen. Daarmee bevestigen we een aan alle Belgen toegedichte kwaliteit. Hoewel, fiscale spitstechnologie wordt lang niet door alle internationale bedrijven gewaardeerd, omdat die vaak kantje-boordje is, en daarom te riskant is en niet overeenstemt met de gedragsregels van de onderneming of van de toezichthoudende autoriteiten. Wat internationale bedrijven meteen gerealiseerd willen zien, is de mogelijkheid om winsten in de ene Europese lidstaat te kunnen consolideren met verliezen in een andere. Op enkele grote specifieke uitzonderingen na kan dat niet, en de kans dat dit veralgemeend wordt, is nagenoeg onbestaande.
Kater van terugvorderingen. Belastingen zijn en blijven belangrijk, maar ze komen pas op het einde van de rit, als er winst kan worden gemaakt. We gaan terecht prat op onze basiskwaliteiten – scholing, werkkracht, productiviteit – maar de hoge kosten blijven onze score als mogelijke vestigingsplaats voor nieuwe investeringen drukken. Het stelsel van de tijdelijke werkloosheid komt in hoge mate tegemoet aan de door bedrijven, met een cyclisch productieverloop, gevraagde flexibiliteit. En we doen daar graag als federale of regionale overheid nog een schepje bovenop door Maribel-achtige operaties. Jammer genoeg gebeurt dat niet altijd met grote zorg.
De terugbetaling van Maribel, in opdracht van Europa, is daarvan een voorbeeld. De goede trouw van de overheid staat hier niet ter discussie. Je zou zelfs kunnen zeggen dat men bij de invoering van Maribel terecht dacht dat het binnen de regels was. Maar nu ook nog het laatste restant dat de overheid als verworven beschouwde, teruggevorderd wordt, werden de hoofdkwartieren wantrouwig ten aanzien van de ‘steunoperaties’. Iedereen weet dat de Europese concurrentieregels de mogelijkheden tot steun aan investeringen en bedrijven drastisch beperken. Daarom moet elke maatregel van de federale en regionale overheid grondig aan het Europees beleid getoetst worden, en liefst een certificaat van goedkeuring krijgen, voordat men deze als lokmiddel aan de bedrijven voorstelt. Het ongenoegen over terugbetaling blijft veel langer nawerken dan het goed gevoel bij de toezegging en ontvangst van de subsidie of de lastenverlaging.
In dezelfde zin zal het de Vlaamse overheid ook kwalijk genomen worden dat de milieubelasting niet meer aftrekbaar is voor de vennootschapsbelasting. Juist om die reden is omzichtigheid geboden bij het fiscale maatwerk dat de federale overheid voor internationale bedrijven wil toepassen.
De gedeeltelijke terugbetaling van de werkgeversbijdragen op de lagere lonen van arbeiders en bedienden staat niet ter discussie, wordt geapprecieerd, maar neemt in generlei mate de algemene spanning weg tussen enerzijds de hoge loonkosten voor de bedrijven en het in vergelijking lage netto-inkomen van de werknemers. Er is enige verbetering door de aanpassingen in de personenbelasting, maar het gevoel overheerst dat wat met de federale hand gegeven wordt, door de lokale hand teruggenomen wordt.
Het was in die zin verstandig van deze regering om de bedrijfswagens niet zwaarder te gaan belasten. Voor de onderneming blijven de bedrijfswagens aftrekbare uitgaven, terwijl ze voor de genieter nog steeds een aantrekkelijk voordeel zijn. Eigenlijk kan men dergelijke voordelen, zoals ook de maaltijdcheques, niet afschaffen of ‘normaal’ belasten, tenzij men hiervoor de nodige fiscale ruimte schept in de personenbelasting. Of met andere woorden: als de kloof tussen bruto en netto verkleint.
Huib Crauwels [{ssquf}]
De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij een multinational en was voordien actief in de pers- en de financiële wereld.
Het ongenoegen over terugbetaling blijft veel langer nawerken dan het goede gevoel bij de toezegging van subsidies of lastenverlagingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier