Begijnen on line

Brepols Publishers sleutelt aan zijn imago. Hiervoor werkt de uitgeverij uit Turnhout een strategie uit op drie vlakken. Een overname van het Britse Harvey Miller Publishers, een verhuis en een start met on line publishing.

“Als u een academische uitgeverij bezoekt, verwacht u geen industriële site,” vertelt Paul De Jongh, general manager van Brepols Publishers, dochter van de Brepols Groep. De uitgeverij vond een locatie die beter past bij wat ze wil uitstralen. Op 1 mei verlaat ze haar zusters, Brepols Graphic Industries (drukkerij) en Brepols Graphic Products (fotoalbums, agenda’s), om een gehuurd pand in het Begijnhof van Turnhout te betrekken. Het Begijnhof is eigendom van het OCMW en werd door de Unesco erkend als werelderfgoed.

Maar eerst moet er nog een overname worden verwerkt. Eind maart werd het contract met het Britse Harvey Miller Publishers getekend. Voor de overname van onder meer twintig titels heeft Brepols Publishers zo’n 15 miljoen frank veil.

De Brepols Groep heeft een uitgeeftraditie van ruim 200 jaar (1796). Brepols Publishers startte in 1947 met het Corpus Christianorum en verwezenlijkt met 25 mensen jaarlijks zo’n 250 titels in de humane wetenschappen – vooral geschiedkundige en middeleeuwse teksten. De uitgeverij schreef in 1999 een omzet neer van 240 miljoen frank, waarvan het buitenlands aandeel 95% bedraagt. De 5% binnenlandse klanten zijn vooral universiteiten. Voor concurrenten in deze kunsthistorische niche moeten we naar het buitenland. Het Nederlandse Brill bijvoorbeeld is sinds 1683 actief, haalde in 1999 met 66 werknemers een omzet van 392 miljoen frank. Het aandeel geschiedenis is daarin 34%.

Angelsaksisch.

Vijf jaar geleden begon Brepols Publishers met kunstgeschiedenis, een aandeel dat nu 12% van de omzet bedraagt. Met de overname van de Britse branchegenoot wil de uitgeverij deze niche uitbreiden en haar aanwezigheid in de Angelsaksische wereld vergroten. De verkoop van kunstboeken gebeurt nu vooral in Frankrijk.

Harvey Miller Publishers is gespecialiseerd in de publicatie van kunsthistorische studies, verzorgt onder meer het Corpus Rubenianum, een boekwerk dat het werk van Rubens belicht, en richt zich tot een publiek van kenners. Brepols Publishers werkt in het Londense kantoor met drie mensen onder wie Elly Miller (74). “Haar vader richtte in de jaren dertig in Wenen Phaidon op, een topuitgeverij op het vlak van algemene (kunst)geschiedenis,” aldus Johan Van der Beke, sinds de overname verantwoordelijke uitgever voor het Londense kantoor. 25 jaar geleden werd Harvey Miller Publishers opgericht in Hampstead, een literaire wijk in Londen waar ook Yale University Press is gehuisvest.

Andere strategie.

“Anderhalf jaar geleden besliste de raad van bestuur van Brepols van haar dochters drie aparte vennootschappen te maken,” aldus De Jongh. Sindsdien probeert het boekbedrijf internationaal sneller te groeien. Ook de vacatures onthullen de strategie. Momenteel heeft de uitgeverij drie vacatures die ook deels de strategie onthullen. Een wetenschappelijk uitgever moet nieuwe fondsen aantrekken. Een customer care manager moet de service naar de auteurs en de klanten optimaliseren. Een eigen boekhoudsysteem creëert de behoefte aan een accountant. Eens de dochter het ouderlijke huis uit is, blijkt het niet de bedoeling dat ze telkens thuis gaan aankloppen.

On line.

Sinds de jaren zeventig bewaart de uitgeverij alle werken in een database. Dat maakt het digitaliseren een pak eenvoudiger. In 1991 bracht de uitgeverij haar eerste titel op cd-rom uit. In november 2000 volgt nummer negen: de Pauselijke Brieven (13de – 14de eeuw). Voor de drie delen betaalt u 180.000 frank, update en onderhoud inbegrepen. “Tegelijk starten we een on line-testfase,” vertelt Hans Deraeve, commercieel manager. Een testfase? “Wij willen met publicaties op internet minstens dezelfde kwaliteit bieden als op cd-rom,” aldus De Jongh. De zoeksoftware op cd-roms staat veel verder dan de browser op internet.

Klanten betalen 100.000 à 150.000 frank abonnementsgeld plus 5000 à 10.000 voor jaarlijkse update en onderhoud.

Niet iedereen is er zo wild van. Pater Verdeyen (64) van het Ruusbroeccentrum, verbonden aan de bibliotheek van Ufsia, werkt liever met het echte manuscript: “Misschien is het mijn leeftijd. Hoewel, ik merk een zelfde trend bij studenten die hun thesis schrijven.”

b.h.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content