BBL
Onafhankelijk statuut verlaagt biedprijs
Volgens het Brusselse geruchtencircuit zou Bank Brussel Lambert redelijk ver gevorderd zijn in de onderhandelingen met ING over een verregaande samenwerking. Het project voor een Grote Belgische Bank (een fusie met de Generale Bank) zou daarmee zijn opgeborgen.
Een groep BBL-aandeelhouders rond Albert Frère ( Groep Brussel Lambert, Royale Belge, beide 12 %) wil de bank al enkele jaren van de hand doen. Met de steun van het Gemeentekrediet (12 %) en Winterthur (8 %) werd mede-aandeelhouder ING (20 % van de stemrechten) aan de deur gehouden als overnamekandidaat. Dit gebeurde onder het mom van de noodzaak van een “Belgische verankering” van de BBL (en tegen de zin van het kader en de voormalige topman Theo Peeters, die de bank daarom verliet). Het was echter een publiek geheim dat Albert Frère gewoon de prijs van zijn aandelen wilde opdrijven.
Volgens onbevestigde geruchten zouden ING en de “Groep Frère” dicht bij een akkoord staan. Maar er schuilt een addertje onder het gras.
De discussie over de corporate governance raakte recentelijk in een stroomversnelling door de fusie van Suez en Lyonnaise des Eaux, waardoor de onafhankelijkheid van Tractebel in het gedrang zou komen. Op vraag van het kabinet van minister van Economische Zaken Stefaan De Clerck werkt een groep specialisten aan een vennootschapsstatuut, dat Belgische ondernemingen minder afhankelijk zou maken van grote aandeelhouders. Voor beursgenoteerde ondernemingen zou dit statuut een “kwaliteitslabel” kunnen worden voor (institutionele) beleggers, die streven naar een meer Angelsaksisch geïnspireerde vennootschapscultuur. Dit soort ondernemingen zou dan beheerd worden in het belang van àlle aandeelhouders en minder als instrument van de referentie-aandeelhouders. Deze verandering zou een enorme impuls kunnen geven aan de Brusselse beurs, waarvan de werking wordt verlamd door de holdings (referentie-aandeelhouders van nature).
Het hoeft echter geen betoog dat de holdings deze discussie met argusogen volgen. Meer bepaald zou zo’n statuut voor de BBL betekenen dat Albert Frère de bank minder kan gebruiken als onderdeel voor zijn internationale strategie. Ook vermindert het onafhankelijk statuut de waarde van de controlepremie, die hij bij de overdracht van het pakket BBL-aandelen van ING kan eisen. Een insider die het debat rond de corporate governance op de voet volgt : “Het werk van de specialisten rond het kabinet-De Clerck kan de waarde van Frères aandelen ernstig doen dalen. ING, als Nederlandse groep sterk vertrouwd met de idee van een onafhankelijke vennootschap, weet dit ook. Afwachten is de boodschap.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier