Baskische trots
Bilbao wil niet langer het lelijke eendje zijn. Om van die kwalijke reputatie af te raken, heeft de stad een beroep gedaan op enkele wereldvermaarde architecten. Norman Foster heeft de metro onder handen genomen, Santiago Calatrava (het nieuwe TGV-station in Luik zal ook op zijn naam staan) sloeg een brug over de rivier Nervion en last but not least, Frank O. Gehry plant er een museum neer. In oktober gaan de deuren van het nieuwe Guggenheim-museum open.
TEKST : FERNANDO CRISTOBAL OTXANDIO / FOTO’S : ERIKA BARAHONA EDE
Het grote niveauverschil tussen de twee hoofdgevels ; dat was één van de problemen waarmee het ontwerp van het Guggenheim-museum te kampen kreeg. De ene gevel geeft uit op de kaaien en de Nervion, de andere op de stad. En omdat Bilbao altijd aan de kaaien van de Deusto-zone aangebouwd heeft, was het vanzelfsprekend dat ook het Guggenheim museum hier opgetrokken zou worden. Nochtans was dit niveauverschil niet de enige moeilijkheid die hier in het noorden van Spanje de kop opstak.
Het is niet nieuw. Het hoofdstedelijk centrum van Groot-Bilbao is al jarenlang een samenraapsel van slecht gebouwde huizen en betonnen woonzones. Bilbao is een stad waar niet alleen politieke standpunten sterk tegengesteld zijn ; ook op het gebied van esthetische normen is elke vorm van harmonie zoek. In Spanje vecht de stad tegen een kwalijke reputatie : die van lelijke en vervuilde metropool.
Dat Bilbao een vat vol tegenstrijdigheden is, staat vast. De staalfabrieken op de linkeroever socialistisch en communistisch erfgoed kijken de bourgeoisie van de rechteroever recht in de ogen. Deze rijkere klasse dweept met de Engelse cultuur. En die wordt uiteraard gedomineerd door de Spaanse cultuur met een grote affiniteit voor de Middellandse Zee, en de Baskische cultuur die sterk gericht is naar de Atlantische Oceaan.
Havenstad
Bilbao is met de rug tegen de bergen en het binnenland gelegen, en met de ogen op zee gericht. Bergen en binnenland staan voor nationalisme en traditie, de stad zelf draagt de wereldlijke en liberale geest hoog in het vaandel. En dan is er nog de ideologie. Die van het katholicisme met de jezuïten van de universiteit van Deusto voorop en die van elke hoofdstad, nl. het mercantilisme.
U merkt het al. Bilbao is een kluwen van verscheidenheid, en dat kluwen kan niet simpelweg ontward worden. Een zwartwitverklaring is onmogelijk, alles zit met en in elkaar verstrengeld. Neem nu de conservatieve nationalisten. Die kozen tijdens de Spaanse burgeroorlog partij voor links. Het socialisme en de rechterzijde vertonen trouwens veel gemeenschappelijke waarden. Zeker als het gaat over de integratie van de Baskische cultuur. Voorts stomen de jezuïten elk jaar de beste studenten klaar voor de ‘echte wereld’ : ze worden advocaat, econoom, kaderlid, beursexpert…
Die vermenging vind je ook terug in de stedenbouw. Vanop de plaats waar nu het Guggenheim-museum opgetrokken wordt, kun je de arbeiderswijken zien, maar ook de herenhuizen van het begin van deze eeuw, of de grote boerderijen op het platteland, de rivier en de kaaien, enkele 19de-eeuwse tuinen ook.
Volgens grote Baskische intellectuelen zoals Julio Caro Baroja en Jon Juaristi bestaat er een nadrukkelijk verband tussen de spanning in de stedenbouw van Groot-Bilbao en van Baskenland in het algemeen, en de politieke spanning van de provincie. Het terroristische ETA is een radicale uiting van die politieke strijd.
Het leek erop
dat Bilbao tenonder ging aan zijn eigen, ontegensprekelijke energie. Maar gelukkig werd die energie tijdig naar andere richtingen gestuwd en benut voor meer positieve doeleinden.
Nu gaat Bilbao het engagement aan met zijn wereld van tegenstellingen chaos-harmonie, lelijkheid-schoonheid, donker-licht en wil de stad in de allereerste plaats een centrum van schoonheid en kunst worden.
In El Milagro Guggenheim ( Alberto Tellitu, Inaki Esteban, José Antonio Gonzales Carrro bij El Correo), het eerste boek dat over het nieuwe museum verschenen is, vertellen de auteurs over de miraculeuze houding die de inwoners van Bilbao aannemen ten opzichte van het museum. Wie vroeger een beetje verlegen zat met zijn stad, is nu laaiend enthousiast en beretrots. Op het Guggenheim-museum en op Bilbao zelf. Met de komst van dit museum verdween het lelijke-eendje-complex…
Naast Frank O. Gehry, architect van het Guggenheim, verdienen ook de architecten Norman Foster en Santiago Calatrava een vermelding in de herstructurering van de stad. Zij stonden in voor de heraanleg van de metro en voor de bouw van een van de bruggen over de Nervion.
Frank O. Gehry
werd gevraagd om een evenwicht te vinden tussen schoonheid en spanning. Of hij erin geslaagd is ? In elk geval brengen de opvallende façades zowel een eerbetoon aan het New Yorkse Guggenheim van Frank Lloyd Wright als aan het kosmopolitische karakter van Bilbao. En met de monumentale afmetingen van het gebouw wordt een plaatselijk karaktertrekje met name pronkzucht lieflijk gestreeld. Bovendien kunnen de nationalisten met dit gebouw nog meer politiek gewicht in de schaal leggen. De ruimtelijke opzet van de tentoonstellingszalen ligt volledig in de lijn van de Baskische kunst ( Jorge Oteiza, Eduardo Chillida) en beantwoorden aan het verlangen om de wijdsheid en zuiverheid van zee en bergen ook in de ruimte te weerspiegelen.
De kleur van de gevelsteen vindt zijn weerklank in die van de Katholieke Universiteit van Deusto, die tegenover het museum staat. Het museum is zo hoog dat elke voorbijganger zijn hals moet rekken en op die wijze verplicht geconfronteerd wordt met de verruimde blik van Bilbao. Wie naar het museum kijkt, ziet ook het achtergelegen groene heuvellandschap, de bergen, de omliggende straten en huizen, de stad en de rivier.
Bilbao is bevrijd van zijn eigen chaos. Die chaos werd omgetoverd tot een creatief spel van kleuren en vormen. En als de zonnestralen het dak van het museum verwarmen, komt dit spel tot een ongekend hoogtepunt. De zon weerkaatst op het titaniumdak en het is alsof er goud stroomt in de rivier…
Of het nieuwe Guggenheim-museum erin zal slagen boven de interne spanningen van de stad uit te stijgen ? Misschien. Dat mooie dingen heilzaam zijn, is in elk geval een feit.
Het Guggenheim-museum aan de oever van de Nervion. De zon weerkaatst op het titaniumdak en het is alsof er goud stroomt in de rivier…
Het Guggenheim van Frank O. Gehry is zonder meer een van de mooiste gebouwen van de 20ste eeuw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier