BARCO KOOPT ZWITSER. De zoete wraak
Wie absoluut wil doorstoten in China of India, neemt best eerst een bedrijf van wereldklasse over in Zwitserland. Barco Automation kocht er, goedkoop zeggen ze zelf, Loepfe, een meester in de textielelektronika. Eentje waar de ingenieurs realizeren wat niet voor mogelijk wordt gehouden :
het onmogelijke.
Locatie : Wetzikon (Zwitserland).
Moeilijk is het niet. Halfweg tussen Zürich en Rapperswill, ontdekt u Wetzikon. Daar ligt, aan de eerste verkeerslichten na het dinosaurusmuseum rechts, het lokale gokhol, het Spielsalon. Wel : daar moet u links. Dan botst u zo op de gebouwen van Gebrüder Loepfe AG, een familiebedrijf uit 1955 dat in december jl. gekocht werd door Barco Automation, onderdeel van het Kortrijkse Barco.
Loepfe, één van dé cracks op vlak van textielelektronika, maakt kwaliteitsdetectoren voor de textielindustrie. Dertig jaar geleden verbaasde het Alpenbedrijfje de (textiel)wereld met een schietspoelbewaker, een machine die kon verwittigen wanneer het garen bijna van de spoel was én er dus een nieuwe spoel nodig was. Het werd de basis van alsmaar preciezere detectoren om onjuistheden in garens op te sporen : garenreinigers. Zo kunnen de textiliens een steeds hogere kwaliteit halen én hun rendement opdrijven : fouten in de garens kunnen vroeg worden opgespoord en de machines hoeven niet meer of toch veel minder te worden stilgelegd.
Gevolg : garenreinigers sieren de meeste machines.
WONDER.
“Dé reden waarom we Loepfe wilden, was zijn optische garenreiniger voor ringspinmachines, ” bekent Bernard Cruycke (43j.), direkteur van Barco Automation. Met die garenreiniger, goed voor 70 % van de bedrijfsomzet, beheerst Loepfe een groot deel van de wereldmarkt.
Naast Loepfe wordt de top-drie van de sektor volgemaakt door namen als Peyer en Zellweger. En wonder boven wonder ? Peyer is aktief vanuit Wollerau, Zellweger vanuit Uster : beide zijn in een straal van 30 kilometer rond Zürich buren van Loepfe.
“Da’s helemaal geen wonder, ” lacht Zwevegemnaar Jan Meganck (56j.), momenteel direkteur ad interim van Loepfe. “Er is een duidelijke gelijkenis tussen het Zürichse en het Kortrijkse : de textiel én, vooral, de textielmachinebouwers. Op hun vraag ontwikkelden en produceerden toeleveranciers kwaliteitskontrolerende detectoren. ” Barco Automation begon 30 jaar geleden op vraag van onder meer Picanol (zie : Grandioos onderschat). De Zwitsers reageerden op vragen van vele Zwitserse én nabijgelegen Duitse machinebouwers. Vandaag resten er nog maar enkelen ; waaronder het almachtige Zwitserse Sulzer “de aartsvijand van Picanol” en het Duitse Schlafhorst, de grootste spinmachinebouwer ter wereld waarmee Barco Automation trouwens een samenwerkingsakkoord heeft voor haar detectoren voor de open-end-weefgetouwen.
In het Zürichse resten nog weinig aktieve textiliens. Maar Peyer, Zellweger en Loepfe spelen nog steeds, wereldwijd, de hoofdrol in de markt van de garenreinigers ; behoudens enkele kleinere mededingers zoals Barco Automation of het Japanse Kaisoki dat nu detectoren ontwikkelt op uitdrukkelijk verzoek van dé Japanse textielmachinebouwer bij uitstek Murata.
ZOETE WRAAK.
Loepfe staat zo sterk dat zelfs de kwaliteitsnormen voor garens zo goed als door haar zijn vastgelegd. Kortom : ze hebben de markt in handen.
“Ze kennen mekaar. Ze spreken Zwitsers met eenzelfde aksent, ” zegt Meganck. Binnendringen in hun besloten cirkeltje is uitermate moeilijk.
Eind 1993 dacht Barco Automation nochtans even een kans te maken : Peyer stond te koop. In Kortrijk werd even gehoopt ; maar het Belgische bod op Peyer werd overtroefd. Door Zellweger, een konglomeraat van bedrijven waarvan de naam u misschien niets zegt, maar waarvan één van de produkten u waarschijnlijk dagelijks schrik inboezemt : de Multanova van de Belgische rijkswacht.
De gevolgen van de overname voor de Peyer-Mitarbeiter in Wollerau waren desastreus : hun aantal reduceerde van 140 begin 1993 naar 10 de absolute brains vandaag. In Kortrijk bleven ze met de kater zitten. Nu heeft Barco, met de verwerving van Loepfe, Zellweger van hetzelfde laken een broek gegeven.
“Onze wraak is zoet, ” gniffelt Antoon Van Petegem (47j.), financieel direkteur van Barco. Deze keer hadden de Kortrijkzanen een stap voor op die van Uster : voor Zellweger was 1993 een zwak jaar, met grote verliezen. Barco daarentegen kon grenzeloos in de kassa graaien : ook nu nog, na het betalen van Loepfe, beschikken de Kortrijkzanen over 3,5 miljard frank aan reserves. Loepfe werd dan ook grotendeels met eigen middelen gekocht én aan fiskaal interessante voorwaarden.
WINST ZONDER BELASTINGEN.
“Loepfe haalde in 1993 800 miljoen frank omzet én was winstgevend. Wij hebben het gekocht voor 617 miljoen frank. Via een slapende Zwitserse firma hebben we de netto-activa van Loepfe op het vlak van de textielelektronika gekocht. De textiel-fijnmekaniek hielden we buiten de deal. Juridisch gezien hebben we geen aandelen gekocht waardoor eigen vermogen en schulden van Loepfe niet relevant waren. De prijs voor de goodwill wordt zo wel danig interessant : die is aftrekbaar als kost en kan worden afgeschreven op 5 jaar. De gemiddelde Zwitserse belastingvoet bedraagt 32 % waardoor we dank zij de konstruktie met de slapende vennootschap over 5 jaar, 32 % van de goodwill kunnen uitsparen. De eerste jaren kunnen we gerust wat winst maken zonder veel belastingen te moeten betalen in Zwitserland. “
Konklusie ? Van Petegem : “Indien Barco zo’n bedrijf had verkocht, was het zeker niet aan die prijs gegaan. “
Rest de vraag waarom de verkoper, de Zweedse kogellagerproducent SKF, Loepfe dan wel liet gaan. Wel, omdat SKF, dat Loepfe in 1990 kocht in een plotse opwelling tot diversifikatie, amper drie jaar later ijlings besloot zich toch maar bij de core business, de fijnmekaniek, te houden. Toen SKF midden ’94 te horen kreeg dat Herman Spinner, de man die Loepfe voor hen leidde, eind ’94 weg wou, ging de molen pas echt aan het draaien.
Hoe ? “Iemand liet ons weten op welk SKF-bureel het Loepfe-dossier circuleerde, ” lacht Bernard Cruycke.
De gevolgen zijn bekend : Herman Spinner is sinds 31 december jl. weg bij Loepfe. Op diens stoel in Wetzikon zit vandaag Jan Meganck. Meganck, binnen Barco verantwoordelijk voor de speurtocht naar opportunities, joint ventures of samenwerkingsakkoorden, zit er “voorlopig”. Hoelang dat voorlopig zal duren, weet hij niet. Hoe lang het kan duren, weet hij wel. Uit ervaring. Toen Barco in 1989 het Gentse Disc het huidige Barco Graphics kocht, ging Meganck ook als interim-direkteur naar de Arteveldestad. Hij bleef er twee jaar.
“Deze week beginnen we te zoeken naar een direkteur voor Loepfe, liever een Zwitser dan een Belg. Als we de witte raaf meteen vinden, kan het vlug gaan, anders… Ik mik op 3 tot 6 maanden, ” spreekt hij zichzelf moed in. Zo lang blijft hij alvast op hotel in Wetzikon.
Meganck die het Duits leerde tijdens een jaartje studeren aan de Technische Hochschule in Aken, heeft de 140 werknemers 80 in de produktie, de overige in onderzoek alvast gerustgesteld : er zal weinig veranderen in Wetzikon. De 17.000 inwoners van het industriestadje zullen zelfs amper weten dat Loepfe in nieuwe, Belgische handen zit.
“Er komt hier geen Barco-logo aan de voordeur, ” zegt Meganck in Wetzikon. “De Loepfe-produkten blijven we verkopen onder de naam Loepfe. In de textielwereld is die naam goud waard. Hem veranderen in pakweg Barco-Loepfe zou in de markt voor produktverwarring zorgen en een negatieve invloed kunnen hebben, ” erkent Cruycke in Kortrijk.
MANNEN VAN DE FRANKEN.
Of Barco-baas Hugo Vandamme dat graag hoort ? “Decentralizatie is bij Barco geen ijdel woord, ” lacht Meganck zelfzeker. “Loepfe zal, ook als volle Barco-dochter, haar eigenheid behouden. Ik steek daarvoor mijn hand in het vuur. Bij Barco heeft elke afdeling zijn eigenheid én die wordt bepaald door de klanten. Wij, van Barco Automation, staan bekend als “de mannen die rekenen in franken. ” Dat klopt ; onze klanten, de textiliens doen dat ook. Waarom denkt u dat ze in de computerverkoop allemaal Engels spreken én wij Duits ? Omdat hun branche beheerst wordt door het Engels ; de onze, de textiel, door het Duits. “
Dé vraag is of Duits straks niet dé voertaal wordt bij Barco. De textielelektronika neemt immers een alsmaar prominentere plaats in binnen het geheel. In 1993 was Barco Automation goed voor 17 % van de totaalomzet ; met de integratie van Loepfe wordt dat straks kwasi een kwart.
“Daar kunnen ze in Kortrijk niet onderuit, ” lacht Meganck in Wetzikon. Cruycke knikt bevestigend in Kortrijk. Beiden hebben ze hetzelfde doel voor ogen : het Verre Oosten. “Daar ligt onze toekomst, da’s dé groeimarkt, ” klinkt het zowel hier als ginder.
“En”, leest Meganck de gedachten van de journalist, “nu ga je vragen waarom Barco het Zwitserse Loepfe overneemt terwijl het uiteindelijk de bedoeling is om in China of India, of in beide landen, via een samenwerkingsovereenkomst of een joint venture een poot aan de grond te krijgen. “
NAAR CHINA.
Precies ja. Het antwoord : “Loepfe wordt voor Barco dé springplank in het Verre Oosten. Onze produkten zijn komplementair, maar de Zwitsers hebben de markt in handen. In 1993 waren Zellweger en Peyer samen goed voor 60 % van de markt, Loepfe voor 35 % ; de overschot was voor de anderen. “
“Wereldwijd staan er 1 miljoen garenreinigers voor bobijnmachines geïnstalleerd. Jaarlijks worden er 100.000 gekocht, ” weet Bernard Cruycke. Loepfe produceert jaarlijks zo’n 35.000 garenreinigers. Deze units zijn heel wat complexer dan de open-end-detectoren van Barco. De Loepfe-garenreinigers worden gebruikt bij het ringspinnen, het procédé dat de Gentse textilien Lieven Bauwens ooit uit Groot-Brittannië wist te smokkelen. Per bobijnspil heb je daarbij een garenreiniger nodig. De markt is enorm. “
“Zeker in het Verre Oosten, ” vult Meganck aan. “De machinebouwers zitten nog wel hier (nvdr en in Japan) maar de Europese textiliens hebben het moeilijk. In het Verre Oosten India, Indonesië, Pakistan en China bloeit de textiel, onder impuls van vooral Chinese investeerders. Maar : als ze willen exporteren, moeten ze kwalitatieve eindprodukten kunnen leveren. En dus komen ze bij ons terecht. “
De naambekendheid van Loepfe zal Barco alvast geen windeieren leggen. Daarvan zijn Meganck en Cruycke overtuigd. “Loepfe is een pareltje dat moet gekoesterd worden, ” lacht Meganck in Wetzikon. “Alles blinkt hier, ” heet het en dat is letterlijk te nemen want in netheid en zin voor orde zijn de Zwitsers alvast niet te kloppen. Daags voor het bezoek van herr Vandamme op woensdag 11 januari jl. waren alle muren er getooid met het opschrift : Frisch gestrichen ofte : Pas geschilderd. Hugo Vandamme zakte weliswaar niet af voor de witte muren van Loepfe, wel voor de allereerste Barco-investering in Loepfe : een surface mounting-automaat, goed voor 10 miljoen frank, waarmee minuskule chips op al even minuskule plaatjes kunnen worden gelijmd.
ONMOGELIJKE MOGELIJK.
“Dé kracht van Loepfe zit hem in de 30 ingenieurs die er aan onderzoek doen, ” verklapt Meganck. Cruycke is nog lovender : “De Loepfe-ingenieurs pakken telkens weer uit met iets wat ondoenbaar werd geacht. Ze balanceren permanent op de rand van het onmogelijke. “
Hun laatste pronkstuk ? Een optische detector die erin slaagt om vreemde vezels zoals verpakkingsmateriaal uit het garen op te sporen én te verwijderen.
Zegt Cruycke, niet zonder enige jaloezie : “Barco zocht en zoekt ernaar, Loepfe commercializeert haar detector nu al. Kortom : wij (nvdr en ook Zellweger/Peyer) hebben vijf jaar achterstand. Bovendien weten we niet eens of de markt onze detector nog zou accepteren. “
Zegt Meganck : “Kwaliteitsverbetering moet altijd in een zo vroeg mogelijk produktiestadium gebeuren. In de textielsektor heb je eerst het kaarden. Hier wordt de grondstof zoals katoen, wol of kunstvezel omgezet in een vlies. Daarna verschijnt op de rekbank een verspinbare lont. Bij het ringspinnen ontstaan kleine klossen draad die op de bobijnmachine tot grote kruisspoelen worden omgevormd. Het is op die bobijnmachines dat de Loepfe-garenreinigers worden geplaatst. Nu doen de Zwitsers nog een stap naar voor. Op de komende Itma-textielwereldtentoonstelling, in oktober in Milaan, offreert Loepfe een systeem om de kwaliteit van de lont vóór het spinnen vast te stellen. Of ze nog vroeger in het produktieproces kunnen ingrijpen ? Mij lijkt het onmogelijk. Maar dat durf ik niet echt hardop zeggen. Toch niet hier, in Wetzikon. “
RON HERMANS
ANTOON VAN PETEGEM (BARCO) Voor die prijs zouden we dat bedrijf zelf nooit hebben verkocht.
LOEPFE-GARENREINIGERS Ingenieurs balanceren op de grens van het onmogelijke.
BERNARD CRUYCKE (BARCO AUTOMATION) Toekomst van Barco ligt in het Verre Oosten.
JAN MEGANCK (BARCO AUTOMATION) Loepfe : kopiëren onmogelijk, dan maar opgekocht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier