Patrick Claerhout
Bankiers zijn de melaatsen van 2011
De verontwaardiging van de politici over de bankiersbonussen is selectief en oppervlakkig. Als we willen dat onze banken goed geleid en beter gekapitaliseerd worden, zijn er andere en meer hoogdringende maatregelen nodig.
Bankiers kunnen anno 2011 weinig goed doen in de ogen van ‘de mensen’ en van hun verkozen vertegenwoordigers, de politici. “Wij hebben de banken gered en nu moeten ze maar op de blaren zitten”, zo laat de houding van de politiek zich vlotjes samenvatten.
Daarbij verliezen diezelfde politici uit het oog dat de banken twee fundamentele taken vervullen in een moderne economie: ze organiseren het betalingsverkeer (dat is moeilijker dan het lijkt) en ze zorgen met hun kredietverlening voor de olie in het raderwerk. Zonder het geld dat de banken ter beschikking stellen van de ondernemingen zijn investeringen of economische groei onmogelijk.
Het klopt dat de politiek en dus de maatschappij (en dus wij allemaal) de banken geld hebben toegestoken en hen zo van de ondergang hebben behoed. Het klopt evenzeer dat de excessieve bonussen het risicogedrag van bepaalde bankiers en bankmedewerkers aangewakkerd hebben en op die manier mee aan de basis lagen van de financiële crisis. In die context zou een beslissing om geen bonussen toe te staan zolang het overheidsgeld niet terugbetaald is een goede, duidelijke en lovenswaardige beslissing zijn.
Maar die beslissing wordt niet genomen. Er is enkel een vage resolutie die ervoor pleit om in financiële instellingen geen ‘buitensporige bonussen’ uit te keren. Wat wordt er bedoeld met ‘buitensporig’? Geen kat kent het antwoord. Die hete aardappel schuiven de heren politici liever door. Over een claw back-regeling, waarbij de bonussen in de tijd gespreid en geëvalueerd worden, wordt met geen woord gerept. Terwijl op die manier toch excessen kunnen bestreden en beslissingen op langere termijn getoetst worden.
Dan ga je je toch afvragen wat ze eigenlijk willen bereiken. Willen de politici hun superioriteit tegenover de financiële instellingen in de verf zetten? De bankiers straffen voor het mismanagement en de hoge risico’s die ze namen in de jaren 2000? Of ijveren ze ervoor dat onze banken goed geleid en beter gekapitaliseerd worden?
Alle begrip voor dat laatste. Alle incentives om risicogedrag in de financiële sector af te remmen zijn goed. Maar als dat de filosofie is, dan dringen zich andere maatregelen op. De bankenheffing bijvoorbeeld treft vooral de kleinere banken, die geen staatssteun kregen en die geen overdreven risico’s namen. Ondanks hun voorzichtig beleid worden zij door de overheid zwaarder gestraft dan de grootbanken. Waar zit de logica?
Helemaal te gek voor woorden wordt het als minister van Financiën Didier Reynders doodleuk verklaart dat hij de bankiersbonussen aan banden wil leggen door de bankentaks te verhogen. De bonussen worden volgens hem al fors wegbelast en dus kun je de banken beter treffen door hun resultaten af te romen. Onze politici willen dus de banken verzwakken, vooral de kleinere en de voorzichtige en zij die geen bonussen uitkeren, in de hoop zo de grootbanken onder druk te zetten om geen bonussen toe te kennen? Begrijpe wie kan.
Als de politici echt bekommerd zouden zijn over de banksector zouden ze vooral oog moeten hebben voor de beslissingen die de solvabiliteit van de banken bedreigen. Politieke beslissingen zoals de bankenheffing, maar ook beslissingen van de instellingen zelf. Was het bijvoorbeeld wel verstandig van KBC om dit jaar al de uitkering van een dividend te hervatten? Doet Dexia er niet beter aan om voorlopig geen bonusaandelen uit te keren? Met die beslissingen zijn veel grotere sommen gemoeid dan de paar miljoen euro die het topmanagement eventueel als bonus krijgt. De vertegenwoordigers van de overheid in de financiële instellingen zouden zich beter over de grote uitdagingen buigen. Dan verdienen ook zij hun bestuursmandaat annex -vergoeding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier