BANKIEREN IN DE BUURT
Vandaag wordt de bank “Centea” gelanceerd. Het voormalige HSA-Spaarkrediet richt zich vooral tot een minder gesofisticeerd publiek buiten de steden. Allesbehalve een marginaal fenomeen.
Vandaag, donderdag, lanceert de bank Centea zich met een advertentiecampagne voor het grote publiek. “De vroegere naam HSA-Spaarkrediet lag niet echt goed in de mond,” weet gedelegeerd bestuurder Marc Haelemeersch.
Verleden jaar fuseerden de spaarbanken HSA (Kredietbank) en het Spaarkrediet tot één onderneming. Terwijl HSA zich vooral op de West- en Oost-Vlaamse gemeenten richtte, werd het Spaarkrediet groot in de Antwerpse Kempen. Beide instellingen deden een beroep op zelfstandige agenten. “Hun niche was een landelijk publiek dat belang hecht aan persoonlijk contact met zijn bankier,” aldus Haelemeersch. “In deze doelgroep – een potentieel publiek van zes tot 8000 gezinnen – worden we de sterkste speler met een kwart van het marktaandeel. Noem ons gerust dé bank van de buurt.”
De omvorming van HSA-Spaarkrediet naar Centea kost 40 miljoen frank aan aanpassingskosten (briefpapier, verlichting) en gaat gepaard met een campagne van 50 miljoen frank. De bank heeft 1085 agentschappen, waar 3000 personen werken. Centea telt 570 personeelsleden.
Centea, dat zo’n kwart miljard spaarfondsen heeft, is een onderdeel van het grote KBC, de fusie van Kredietbank, ABB, Cera en Almanij. Haelemeersch vindt zich perfect in dit geheel. “We stellen ons op naast, niet tegen de grootbanken,” stelt hij. “Minder gesofisticeerde cliënten keren zich af van de zogenaamde mastodonten en hun onpersoonlijke hightech-diensten en -producten. Het grote voordeel is dat wij via onze moedermaatschappij wel de knowhow in huis hebben om topproducten te leveren. KBC zorgt voor de engineering, wij voor de verpakking. Het voordeel voor KBC is dat ze een publiek met een belangrijk potentieel niet links laat liggen.”
Eén vijfde van de 30 miljard kredieten die Centea heeft uitstaan, bevindt zich bij zelfstandigen en kmo’tjes. “Bedrijfsleiders in de aanvangsfase, die niet exporteren en werken in een atelier met een beperkt personeelsbestand, voelen zich bij ons perfect thuis,” getuigt Haelemeersch. “Vergeet niet: élke grote Vlaamse onderneming is op die manier gestart. En als dat bedrijf doorgroeit, kan het worden opgevangen door een grotere Bank van Hier.”
Ippa, Anhyp en andere spaarbanken hebben het relatief moeilijk om hun positie te handhaven. “De concurrentie met de grootbanken zal nog sterker worden,” voorspelt Haelemeersch. “We zien in de VS dat community banks ontstaan als tegengewicht. Maar zoiets wordt erg moeilijk zonder financiële ondersteuning. Vandaar dat ook op dat vlak een sterke moedermaatschappij een belangrijke troef is. Wij hebben de fusiefase achter de rug. Bij de collega’s moet die nog gebeuren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier