Banken vrezen kwart van hun business te verliezen
Wat startte met kleine technologiebedrijven die zich toespitsen op financiële dienstverlening, groeit steeds meer uit tot een reële bedreiging voor de klassieke financiële instellingen. Banken vrezen dat ze een kwart van hun business verliezen aan fintechbedrijven.
Het succes van N26 bewijst dat de traditionele financiële sector zich zorgen moet maken. N26 is het typevoorbeeld van een disruptieve fintech. Het bedrijf wil dezelfde diensten aanbieden als banken en het verschil maken door de snelheid en het gebruiksgemak van zijn technologie en app. In Duitsland zijn al duizenden klanten overgestapt.
Uit een recente enquête van PwC blijkt dat de financiële sector zich bewust is van het gevaar. Liefst 83 procent van de ondervraagden, voornamelijk werkzaam als directielid bij een financiële instelling, vreest een stuk van zijn business te verliezen aan kleinere, innovatieve fintechbedrijven. In het geval van banken loopt dat cijfer zelfs op tot 95 procent.
De sectoren die het meest onderhevig zijn aan disruptie zijn consumentenbankieren, betalingen en geldtransfers. Volgens Filip De Wolf, partner van PwC Belgium, vrezen traditionele banken dat ze 24 procent van hun business kunnen verliezen aan fintechspelers: “Er is een algemeen aanvoelen dat een meerderheid van de klanten de beschikbare apps op zijn smartphone zal gebruiken om te bankieren. Zowel technologisch als in klantenervaring hebben de fintechs hier een streepje voor.”
Volgens de PwC-enquête zal het succes van de fintechbedrijven in de eerste plaats op de marges van de financiële instellingen drukken. Driekwart van de ondervraagden vreest margeverlies. Daarnaast houdt 59 procent rekening met het verlies van marktaandeel en 53 procent met het verloop van klanten. Fintechs stellen veel meer de klant centraal in hun businessmodel, blijkt uit de enquête.
“Dat de opmars van de fintechs zich in de eerste plaats laat gevoelen aan de marge heeft te maken met hun innovatieve toepassingen, waardoor de operationele kosten een pak lager liggen”, zegt De Wolf. “Wie met digitale platformen in de cloud werkt, heeft niet de zware infrastructuurkosten die de meeste klassieke banken meezeulen.”
PwC verwacht dat er nog veel meer geld zal vloeien naar de fintechsector. In 2015 trokken innovatieve financiële bedrijven meer dan 12 miljard dollar aan. PwC denkt dat dit, gezien de grote interesse van investeerders, in de komende drie tot vijf jaar zal toenemen tot 150 miljard dollar.
“De voorbije jaren was er een duidelijke versnelling, zowel van het aantal starters als van de financiering”, zegt Stefan Dab, senior partner van The Boston Consulting Group (BCG). “In Europa zijn fintech-hubs ontstaan in grote financiële centra zoals Londen, maar ook op minder voor de hand liggende locaties als Berlijn en Stockholm. Dat heeft vaak te maken met de aanwezigheid van ecosystemen, talent, risicokapitaal, enzovoort.”
Ook in België neemt het aantal fintechbedrijven toe, maar ons land loopt niettemin achter in Europa. “Ons land heeft enkele structurele handicaps”, zegt Dab. “De toegang tot durfkapitaal is beperkter, er is de hoge belastingdruk, en er zijn minder IT’ers beschikbaar dan in de rest van Europa.”
Niettemin moet ons land een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van de fintechsector, oordeelt Dab. Hij ziet drie sectoren met mogelijkheden : betalingen, logistiek en handel, en effectenafhandeling. In elk van die branches heeft België een traditie, kennis en investeerders.
BCG wijst er ook op dat de Europese richtlijn PSD2 de opmars van fintechbedrijven zal versnellen. PSD2 wil grensoverschrijdende betalingen gemakkelijker en goedkoper maken, en verplicht de banken hun betalingssystemen open te stellen voor nieuwe spelers.
Patrick Claerhout
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier