‘Banken moeten zelf opdraaien voor risico’s’

Toezicht door de ECB, beperking van speculatieve activiteiten… Europees commissaris Michel Barnier is duidelijk niet van plan bakzeil te halen met zijn project om het Europese banksysteem te reguleren, ook al jaagt de Fransman daarmee de reuzen van de sector tegen zich in het harnas.

2014 wordt een scharnierjaar volgens Europees commissaris voor de Interne Markt Michel Barnier. “Belangrijke, zeg maar kapitale, wetten worden van kracht, zoals de kapitaalregels van Bazel 3, het financiële toezicht in de eurozone, de garanties voor deposito’s enzovoort. Correct toegepast beperken ze het risico op wanordelijke faillissementen tot een minimum.”

Zodra alle wetten die de G20 oplegt op wereldniveau en de Europese autoriteiten op Europees niveau, worden toegepast, zal Barnier naar eigen zeggen zonder verpinken kunnen bevestigen dat het Europese systeem veiliger is dan voorheen. Maar daarmee is het werk nog niet af, vindt hij: “Rest nog de kwestie van de grootste banken in de zone. Het gaat om een dertigtal instellingen. Door hun omvang vormen die mastodonten een risico voor de Europese economie. De wetten die tot nu toe goedgekeurd zijn, volstaan niet om dat probleem op te lossen.”

De Europese Centrale Bank begint binnenkort aan haar doorlichting van de banken in de eurozone. Zo moet ze een duidelijk idee te krijgen van de gezondheidstoestand van elke financiële instelling in de eurozone. Wat zijn uw verwachtingen?

MICHEL BARNIER. “De Europese banken leveren al vier jaar een grote inspanning om zich te herstructureren en te herkapitaliseren. In een vergelijking volgens dezelfde boekhoudregels zijn ze nu grotendeels even solide als de Amerikaanse banken. De oefening van de ECB komt boven op de nieuwe golf van stresstests die de Europese bankautoriteit uitvoert. Het zal een heilzaam moment van de waarheid worden.”

Vreest u niet dat er lijken uit de kast vallen bij de kleinere banken, met name in Spanje?

BARNIER. “Ik kan niet vooruitlopen op de resultaten van het onderzoek van de ECB. Zeker is dat, als kleine banken zeer kwetsbaar blijken, Europa over de nodige middelen beschikt om het probleem op te lossen, onder meer via herkapitalisering en herstructurering. Dankzij de wetten die in de voorbije vier jaar ingevoerd zijn, hebben de Europese banken hun kapitaal met ongeveer 400 miljard euro opgetrokken. Dat heeft het Europese financiële systeem robuuster gemaakt.”

Volgens de Europese afspraken voor de bankenunie vallen maar 130 banken onder het toezicht van de ECB. Bovendien lijkt het resolutiefonds met 55 miljard euro maar een mager beestje. Heeft de berg eens te meer een muis gebaard?

BARNIER. “De 6000 banken van de eurozone worden wel degelijk op coherente en doeltreffende wijze gecontroleerd. De Europese Centrale Bank zal er 130 rechtstreeks controleren. Die 130 instellingen vertegenwoordigen 85 procent van de bankactiva in de eurozone. De overige, kleinere banken moeten dezelfde regels respecteren. Het enige verschil is dat ze gesuperviseerd worden door hun nationale toezichthouder onder de controle van de ECB. Die laatste kan tussenbeide komen als ze het nodig acht. Dat is een revolutie.

“Wat nog niet op punt staat, is het resolutiemechanisme voor banken die in problemen zitten. Maar we zijn er bijna. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen twee maanden een akkoord hebben over de manier waarop we bankcrisissen in de eurozone kunnen aanpakken, zodat een nieuwe Dexia-affaire vermeden wordt. We hebben een gemeenschappelijk mechanisme nodig, een autoriteit en een resolutiefonds, voor alle landen van de eurozone. Het Parlement is van oordeel dat het systeem dat de Europese Raad aangenomen heeft, niet communautair genoeg is. Het is met andere woorden onvoldoende federaal.”

Is dat niet het grootste probleem van Europa: de moeilijkheid om een echt federaal beleid te voeren, in het bijzonder op het niveau van de eurozone?

BARNIER. “Mij hoeft u niet te overtuigen! Mijn oorspronkelijke tekst was federaler, maar zoals altijd in Europa is er een compromis uit de bus gekomen. Het voorstel dat de Europese Raad heeft geamendeerd en dat nu op de onderhandelingstafel ligt bij het Europees Parlement, moet vereenvoudigd worden om tot doeltreffender regels te komen.

“Wat de kritiek op de relatief beperkte omvang van het hulpfonds betreft, wil ik duidelijk zijn: het doel is dat we dat fonds niet hoeven aan te spreken. Het is er niet om banken te redden — wat inderdaad veel kan kosten — maar om ze bij te staan in een herstructurering. Het zijn met andere woorden de banken die moeten opdraaien voor de risico’s die ze nemen, niet de belastingbetalers.”

Het voorstel voor de bankhervorming raakt aan de structuur van de grootste dertig banken van de eurozone en dat veroorzaakt heel wat wrevel. Kunt u het voor ons even uit de doeken doen?

BARNIER. “Deze hervorming is het laatste blokje dat ik al vier jaar lang aan het bouwwerk wil toevoegen. Als een van die dertig banken over de kop gaat, ligt de hele Europese economie op apegapen. Sommige hebben een balans die grosso modo even groot is als het bruto binnenlands product van hun land. De balans van Deutsche Bank bijvoorbeeld vertegenwoordigt 80 procent van het Duitse bbp. Die van BNP Paribas is groter dan het bbp van Frankrijk. We hebben het dus over een heel ander soort risico dan bij een gewone bank, vooral omdat deze mastodonten ook grensoverschrijdend werken. Ze zijn te groot om failliet te gaan, te ingewikkeld om gemakkelijk geherstructureerd te worden, te omvangrijk en dus te duur om gered te worden met overheidsgeld.

“Daarom moeten voor die grote spelers specifieke regels gelden. Het voorstel voorziet in twee belangrijke zaken. Ten eerste stelt de Europese Commissie voor trading voor eigen rekening te verbieden. Zo’n activiteit biedt de reële economie geen voordeel en moet dan ook verdwijnen. Ten tweede stellen we voor dat nationale toezichthouders de bevoegdheid krijgen tradingactiviteiten die eveneens speculatief en in sommige gevallen zelfs gevaarlijk kunnen zijn, verplicht onder te brengen in dochtermaatschappijen van de banken. De toezichthouders — in de eurozone is dat de ECB — beslissen daarover. We hebben het niet over een valbijl die de meeste grote banken treft. Ze krijgen waarschuwingen van de toezichthouder en hebben dan de mogelijkheid te reageren en een afsplitsing van hun activiteiten te vermijden. Ofwel tonen ze aan dat hun activiteiten geen risico inhouden voor het systeem, ofwel besluiten ze zelf gas terug te nemen en hun model te wijzigen. Die twee maatregelen hebben uiteraard als doel in te werken op de balansen van de banken, die nu erg opgezwollen zijn.”

Wat zegt u tegen banken die beweren dat ze niet langer het herstel kunnen begeleiden en de economie financieren als uw voorstel erdoor komt?

BARNIER. “Ik wijs hen op de onbeheerste speculatie, de ondoorzichtigheid van de transacties, de ongeordende faillissementen van banken die door de belastingbetaler betaald moesten worden… Dát zijn de zaken die de banken belet hebben hun rol correct te spelen. Dát heeft de Europese groei gekraakt.”

De Franse en de Duitse regering keurden vorig jaar snel wetten goed over de hervorming van de banken. Denkt u dat ze daarmee de Commissie het gras voor de voeten wilden wegmaaien en de facto een model voor die hervorming wilden opleggen?

BARNIER. “Ik heb altijd gezegd dat de Franse bankhervorming in de juiste richting ging, maar dat we op Europees niveau verder willen gaan en in een ander tempo. Sommigen hebben misschien gedacht dat met de Franse en de Duitse wetten het werk van de Commissie zou stilvallen. Ze vergisten zich. Ik werk voor het algemeen Europees belang. Een reeks nationale wetten die de interne markt fragmenteren, is niet de juiste aanpak. Nog eens, ik heb het model van de universele bank niet willen aanvallen. Integendeel, ik respecteer en steun zelfs de diversiteit van het Europese bankenlandschap. Ik wil enkel dat die verschillende modellen gestructureerd en solide zijn. In de tekst die ik voorstel, zit geen enkele ideologie verscholen.”

U noemt uzelf een Europese gaullist. Wat betekent dat precies?

BARNIER. “Charles De Gaulle liep hoog op met het idee van de natie en het nationaal belang. Maar dat was geen bekrompen, protectionistisch idee. Ik ben gaullist en Europeaan geworden op mijn veertiende, toen De Gaulle de West-Duitse kanselier Konrad Adenauer ontving in 1963. De foto waarop de twee mannen elkaar de hand drukken, hangt overigens in mijn kantoor in Brussel. In de huidige wereld kan het nationaal belang niet verdedigd worden door zich achter grenzen op te sluiten. Wie dat idee handhaaft, maakt de mensen leugens wijs.

Wat moet er gebeuren na de Europese verkiezingen in mei?

BARNIER. “Europa mag zich niet verschuilen. Tussen de voorstanders van het beate, ultrafederale Europa en van een terugtrekking op het nationale niveau ligt een tussenweg. Nationale trots en een sterke keuze voor Europa kunnen samengaan. Je kunt tegelijk patriot en Europeaan zijn.”

BÉATRICE MATHIEU

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content