Banken in crisis

De banken zijn rijk geworden door hun belangenvermengingen. Praktijken die een jaar geleden oké waren, zullen echter ondenkbaar worden in 2003. De meeste banken zullen hun businessmodel opnieuw moeten uitvinden.

De regelende instanties voor het bankwezen zullen in 2003 een aantal zwaarwegende beslissingen nemen over de manier waarop banken met hun risico’s mogen omgaan en hoeveel zij moeten bekendmaken. Sinds 1998 zijn ze bezig met de blauwdruk voor een volledig nieuwe manier van toezicht houden op de kredietrisico’s van banken. Daarbij zouden ze hun eigen beoordelingssystemen mogen gebruiken. Het nieuwe bankbeleid zal dus voor de eerste keer rekening houden met de operationele risico’s die banken lopen: oorlogen, systeemfouten, terroristische aanslagen, menselijke fouten en fraude. Ze zullen een financieel vangnet moeten voorzien om dergelijke risico’s op te vangen, met inbegrip van het risico voor de reputatie van een bank. Denk maar aan de schandalen die de reputatie van de bankiers van Enron, WorldCom en andere hebben aangetast.

Tegen deze tijd zullen de laatste tests bij de veertig belangrijkste wereldbanken aangetoond hebben welk effect het nieuwe beleid op individuele banken zal hebben. En dan is de tijd aangebroken om een beslissing te nemen. Het Comité van Basel, samengesteld uit regelende instanties voor het bankwezen uit rijke landen, zal begin of midden 2003 de laatste hand leggen aan het nieuwe beleid, dat Basel II zal heten. Tegelijk zal de Europese Commissie een bijna identiek beleid afronden dat toegepast zal worden op financiële bedrijven in de Europese Unie. Dat zal gevolgd worden door drie jaar bureaucratisch getouwtrek om de veranderingen in EU-wetten te gieten. Vooruitziende banken zullen meteen overschakelen op Basel II.

Winsten dankzij belangenvermenging

Intussen wordt – dankzij Enron – de handelspraktijk van banken kritisch bekeken en moeten zij hun belangenvermengingen rechtvaardigen als nooit tevoren. Die hebben ze in overvloed, en als ze er geen misbruik van hadden gemaakt, hadden ze nooit torenhoge winsten geboekt zoals in de jaren tachtig en negentig. In 2003 zullen de meeste banken hun businessmodel opnieuw moeten uitvinden. Dat geldt zowel voor de grootste, meest ingewikkelde bankinstellingen, zoals Citigroup en JP Morgan Chase, als voor de gespecialiseerde bedrijven die in effecten handelen. Praktijken die een jaar geleden oké waren en zelfs toegejuicht werden (zoals het toestaan van goedkope leningen met de belofte dat er lucratievere zaken op honorariumbasis zitten aan te komen) zullen ondenkbaar worden in 2003. Aandelenopties zullen met argusogen gevolgd worden en er wordt druk uitgeoefend om ze op een eerlijker manier te verantwoorden, namelijk als onkosten. Lagere winsten zullen niet enkel een invloed hebben op de balans. Ze zijn ook het beroep een nieuwe vorm gaan geven: het is niet meer de egotrip van de laatste tien jaar, maar eerder een normale bediendejob.

Bankdirecteurs, beschaamd over de daling van hun aandelenkoersen en marktkapitalisatie, zoeken nu manieren om zich terug te trekken uit segmenten die beschouwd worden als een rem op hun winst. Deutsche Bank trok zich in 2002 terug uit de globale bewaargeving, ooit het uithangbord van de grootste wereldbanken. Andere groepen verkochten hun activiteiten in vermogensbeheer en schadeverzekeringen.

Banken zijn geen vangnet meer

De grootste banken kunnen moeilijk accepteren dat hoe groter ze worden en in hoe meer segmenten ze actief zijn, des te meer er verkeerd kan gaan, met mogelijk schade aan hun merk en reputatie. In 2003 zullen ze een aantal segmenten dumpen door ze te verkopen, uit te besteden, een andere naam te geven – het geeft niet wat, als ze maar vermijden dat hun reputatie wordt getroffen.

Tegelijkertijd krijgen ze te maken met een aantal schuldenaars die in de problemen zitten. De bankiers houden zich meer bezig met schuldherschikkingen en er bestaan mogelijkheden om geld te besparen, misschien zelfs om verder te lenen tegen aantrekkelijke interesten. Maar schuldherschikking is moeilijk geworden door de complexiteit van de claims van aandeelhouders, obligatiehouders, leveranciers, kredietverzekeraars en banken, die allemaal verschillende belangen hebben. De koper van een kredietverzekering, bijvoorbeeld, zou voordeel kunnen halen uit de ondergang van een bedrijf.

Het probleem hoe banken hun kredietrisico’s moeten beheren, bereikt een kritiek punt. In de meeste ontwikkelde markten zijn het niet noodzakelijk de banken die het grootste deel van het risico dragen. Beleggingsfondsen en verzekeringsmaatschappijen hebben een steeds groter deel van het risico overgenomen in hun zoektocht naar een hoger rendement op hun investeringen. In goede tijden kan dat een verstandige herverdeling lijken. In tijden waarin veel bedrijven hun leningen niet meer kunnen terugbetalen – wat we waarschijnlijk zullen zien in 2003 – beperkt het de opties voor leners. Zij zullen met minder begrip behandeld worden, en ze zullen niet begeleid worden door nuchtere investeerders.

Afgeleide producten van kredieten, een manier om het kredietrisico op te splitsen en te verkopen op een verhandelbare markt, vormen een bloeiend handeltje voor banken, als initiatiefnemers of als kopers. De professionals zijn optimistisch dat ze in 2003 nog zullen toenemen. Maar die groei zal, spijtig genoeg, de relatie tussen banken – de geldgevers – en hun leners verder vertroebelen. De handelaars in afgeleide producten van kredieten willen natuurlijk zoveel mogelijk zaken doen. Maar het principe zou betekenen, als je de logica tot het uiterste doortrekt, dat banken niet langer optreden als vangnet voor bedrijven in moeilijke conjunctuurcycli.

Impliciete overheidsgarantie

De vraag wat dit zal betekenen voor het traditionele bankwezen zal vaak gesteld worden in 2003. De grootste banken worden geacht een impliciete overheidsgarantie te genieten, omdat ze te groot zijn om failliet te gaan en omdat men denkt dat zij een anticyclische functie hebben. Als zij die rol laten varen en al even marktgedreven worden als handelaars en besloten hedge funds (en onverschillig worden over het wel en wee van bedrijven en andere leners), dan moeten de overheden maar eens tweemaal nadenken over die impliciete garantie.

David Shariff [{ssquf}]

De auteur is redacteur kapitaalmarkten bij The Economist.

2003

Als de banken geen misbruik van hun belangenvermengingen gemaakt hadden, hadden ze nooit torenhoge winsten geboekt. In 2003 zullen de meeste banken hun businessmodel opnieuw moeten uitvinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content