“Banken draaien de kraan voor bedrijven dicht”
Dirk Meeus wordt managing partner van Allen & Overy Belgium. Een teken dat het advocatenkantoor in rustiger water vaart na een turbulente herstructurering. Hoe verwerkt het kantoor de kredietcrisis?
In de ontvangsthal van Allen & Overy Belgium waant men zich eerder in een museum van moderne kunsten dan in een advocatenkantoor. De receptioniste blikt er met de nodige zin voor relativiteit de hele dag op de triptiek met halfnaakte lijven van soldaten van het rode leger, niet bepaald flatterend gefotografeerd door Sergey Bratkov. “Je haat het of je vindt het fantastisch”, grinnikt Dirk Meeus, sinds vorige maand managing partner van Allen & Overy. “Maar het zegt wel iets over ons kantoor. Grensverleggend is het ongetwijfeld.”
Meeus – tevens bestuurder bij Roularta en VPK – werd topman van het kantoor, nadat het gewezen Loeff Claeys Verbeke onder leiding van Wim Dejonghe de voorbije acht jaar werd hervormd tot een stevige poot van Allen & Overy. Dejonghe werd in april verkozen tot internationale managing partner. Met 23 vennoten is België goed vertegenwoordigd in deze law firm, die wereldwijd 500 vennoten, 2500 advocaten en evenveel andere werknemers telt.
Met 120 advocaten is A&O Belgium ietsje kleiner dan Linklaters Belgium (vroeger De Bandt), met wie het in de topliga van de zakenadvocaten speelt. A&O Belgium draait naar schatting 55 miljoen euro van de totaalomzet van 1,5 miljard euro internationaal. Voor een A&O-zakenadvocaat telt een cliënt tussen 100 en 400 euro per uur neer. Voor een fiscalist nog meer. “Die verdient zichzelf met zijn zeer gericht en daarom complex en vernieuwend advies dan ook veel sneller terug”, verklaart Meeus.
Trends zoekt de van nature discrete Meeus op voor zijn eerste Vlaamse interview sinds zijn aanstelling. De advocaat leidt sinds 2001 de praktijkgroep vennootschapsrecht en kapitaalmarkten. Hij is ook lid van de raad van bestuur van de internationale vennootschapsrechtspraktijk. Hij werkte onder meer aan de beursgang van Telenet, Mitiska, Sioen, Ter Beke en Trends’ moederbedrijf Roularta Media Group. “De corporatedivisie maakt slechts 30 % van onze omzet uit”, zo relativeert hij bescheiden zijn aandeel in het kantoor. “De pers staart zich te veel blind op het werk dat ik verricht.”
TRENDS. Zijn transacties niet de motor waar de rest van Allen & Overy rond draait?
DIRK MEEUS (ALLEN & OVERY BELGIUM). “Neen. Niet-transactiegedreven advies is even belangrijk en in deze tijden van relatieve luwte op de kapitaalmarkten zelfs belangrijker (zie kader: Breed spectrum). Sinds de fusie trokken we twaalf nieuwe vennoten aan, waarvan slechts twee in de corporatedivisie. Het is ook geen toeval dat we sinds kort met Sophie Jacmain een nieuwe vennoot hebben voor geschillen, waaronder ook insolventierecht. Even veelzeggend is de recente versterking van de groep arbeids- en pensioenrecht met een nieuwe vennoot, Christian Bayart.
“De voorbije maanden draaide onze bancaire groep trouwens op volle toeren, en dat los van overname- en fusiedossiers. Heel wat banken herstructureren hun bedrijfskredieten als gevolg van de kredietcrisis. Het is de flavour of the month. Vergeet niet dat het aandeel van de schulden bij een overname soms heel wat belangrijker is dan het aandelenluik, dat de corporatetak voor zijn rekening neemt. De bijsturing vergt lange onderhandelingen, vooral met financiële instellingen. Ik hielp na 2001 zelf ook herstructureringen uitwerken bij Mitiska, Spector en Carestel. Het ziet er naar uit dat de banken bij heel wat bedrijven de kraan terug dicht draaien.”
Is het niet moeilijk om op het ene moment op te treden voor de banken en op een ander moment met hen te onderhandelen voor andere cliënten?
MEEUS. “Wij werken voor en tegen banken en private-equityhuizen. Wij weten dus perfect hoe zij redeneren als tegenpartij in een onderhandeling. Dat geeft toegevoegde waarde voor andere cliënten. Vanaf het moment echter dat een kredietprobleem escaleert en via de rechtszaal moet worden geregeld, trekken we ons doorgaans terug uit het dossier. Een herstructurering buiten de rechtbank is trouwens voor alle partijen de beste oplossing. Eens in de rechtbank is het kalf verdronken.”
Deze regering wil het gerechtelijk concordaat versoepelen en, zoals het Amerikaanse Chapter 11, als een reële uitweg voor bedrijven in moeilijkheden aanbieden. Een goede zaak?
MEEUS: “Zeker. Vandaag leidt een concordaat spijtig genoeg zeer dikwijls tot een faillissement. Wie het aanvraagt, krijgt het stempel ‘bedrijf in nood’ en verliest soms tot 20 % omzet. Net dit aandeel is uiteraard belangrijk om rendementen te halen.”
Worden uw corporatemensen trouwens omgeschakeld tot insolventieadvocaten in het kader van de kredietcrisis?
MEEUS. “Neen. Het aantal overnamedossiers en transacties op de kapitaalmarkten neemt af, maar de troepen draaien op volle toeren. Er gebeuren meer industriële overnames. Bedrijven hebben de voorbije jaren reserves opgebouwd en de overnameprijzen zijn realistischer.
“Transacties van meer dan een miljard euro blijven steken, bij gebrek aan financiële hefbomen. Hier in de Benelux speelt dat in ons voordeel. De private-equityhuizen organiseren transacties die ze vroeger links lieten liggen, van tussen de 100 tot 300 miljoen. Zo klopte een bedrijf als TowerBrook Capital bij ons aan voor de verkoop van het Rumbeekse recyclagebedrijf Pack2Pack (voor 150 miljoen, nvdr). Er zitten ook een aantal IPO’s in de pijplijn, bijvoorbeeld in de biomassa- en biotechsector. Belgische bedrijven zijn sterk actief op de internationale scène en daar kan een advocatenkantoor als het onze zijn sterke kant laten zien: de wereldwijde aanwezigheid van topadvocaten. Wij hielpen KBC bijvoorbeeld in Slovakije. De overname van Intimacy in de VS door Van de Velde verliep ook vanuit Brussel. Deze Vlaamse bedrijven halen een flink deel van hun omzet in het buitenland, en wij volgen hen.”
De vrees dat het kantoor na de opname in Allen & Overy vooral ondersteunend werk zou verrichten voor buitenlandse transacties was dus ongegrond?
MEEUS. “Dat was inderdaad de brandende vraag. Sommige dachten dat we vooral zouden leven van werk uit Londen. Quod non. De corporatepoot genereert 90 % van het werk op de thuismarkt. Voor de bancaire tak is dat meer dan twee derde. We zijn dus niet afhankelijk van Londen. Integendeel: A&O Belgium is een netto-exporteur van juridisch werk aan de rest van de groep. Vroeger moesten we onze klanten voor buitenlandse operaties doorverwijzen naar concurrenten. Vandaag leveren we een beter pakket geïntegreerde diensten.”
Het prijskaartje met A&O-label is nu wel duurder.
MEEUS. “Het uurtarief is inderdaad iets hoger. Een betere organisatie vereist meer investeringen, in opleiding en IT bijvoorbeeld. Alles bij elkaar zijn we voor internationale transacties waarschijnlijk goedkoper dan in de Loefftijd. Toen telden de cliënten voor hun transacties de optelsom neer voor onze factuur en die van de bevriende kantoren die we in het buitenland, moesten inschakelen. Ook in Belgo-Belgische transacties blijven we competitief. A&O betaalt zichzelf terug omdat we door onze structuur sneller kunnen schakelen en efficiënter werken.”
Dreigt de markt van de juridische diensten door de internationalisering van de economie en het wegtrekken van hoofdzetels in te krimpen?
MEEUS. “Zeker niet voor ons. Hoe internationaler de Belgische economie, hoe beter voor A&O Belgium. Internationale operaties werken immers beter in een wereldwijd juridisch netwerk.
“De markt groeit trouwens omdat de juridische omgeving complexer wordt. Zolang er economisch leven is in België, is er nood aan advocaten. Voor de meeste fusies en overnames van buitenlandse groepen zal er ook een Belgisch aspect zijn als ze hier een vestiging hebben. Elk Belgisch advocatenkantoor dat efficiënt op deze internationale trend kan inspelen, heeft een toekomst.”
Iemand als uw gewezen confrater Koen Geens – nu kabinetschef van minister-president Kris Peeters – stelt nochtans dat verankerde bedrijven meer diensten genereren.
MEEUS. “Je kunt de globalisering echt niet tegenhouden – als dat volgens het Europese recht al zou mogen. We hebben toch mooie Belgische bedrijven, om te beginnen onze banken die internationaal actief zijn. We zijn een welvarend land met veel welvaart.”
Zal door deze globalisering het belang van het Belgisch recht afnemen ten voordele van de Angelsaksische stelsels?
MEEUS. “Ongetwijfeld. Er zijn twee rechtsstelsels die wereldwijd exporteerbaar zijn: het Engelse en het Amerikaanse. Die vechten een strijd uit voor de dominantie. Ze zijn overal toepasbaar, omdat ze uitgaan van een belangrijke regel: wat niet geschreven is in het contract, bestaat niet. Dat basisprincipe begrijpt iedereen in de wereld.”
U studeerde onder meer tax law in de VS en startte deels als fiscalist. Toch bent u naar internationaal vennootschapsrecht in de corporatedivisie overgestapt. Waarom?
MEEUS. “Fiscalisten werken dikwijls in een klein team achter hun bureau. Bij ons heerst een totaal andere dynamiek. Je staat zij aan zij met de CEO op alle momenten van fundamentele wijziging binnen zijn bedrijf. Bovendien werk je met een groot – altijd multidisciplinair – team op het terrein. Ik ben een mensenmanager en leid graag zo’n groep in het vuur van de strijd.”
Volgens het vakblad The Lawyer zou A&O terrein verliezen tegenover Clifford Chance, Linklaters en Freshfields. Er is dus werk aan de winkel op het vlak van management. Was de herstructurering die uw voorganger Wim Dejonghe doorvoerde na de fusie een bijkomende troef voor zijn transfer naar Londen?
MEEUS: “Zeker. Wij kozen voor de korte pijn. Bij het vroegere De Bandt heeft men de fusie met Linklaters trager laten verlopen. Zij voelen tot op vandaag de gevolgen van de fusie. Braun, Claeys, Verbeke was een middelgroot kantoor – zonder een financedepartement, officemanager of zware IT-investeringen – dat op enkele jaren een fusie verwerkte met het Nederlandse Loeff en later met A&O. Dat proces maakte van ons management een voorbeeld voor heel de groep. Bij elke opstart ergens is de wereld, leert het nieuwe kantoor van onze ervaring.
“A&O kent vandaag ook de evolutie van Londens naar internationaal kantoor, dus kan men de managementskwaliteiten van Wim goed gebruiken. A&O werkt als al zijn eigen klanten, met een bedrijfsrevisor en cijfers die beantwoorden aan de IFRS-normen. Dat moet wel, als je 500 advocaten als aandeelhouder hebt. Meer dan de helft van de vennoten zijn niet-Britten.”
In tegenstelling tot uw voorganger Louis Verbeke bent u geen bestuurder in bedrijven waaraan u advies verleent. Een bewuste keuze?
MEEUS. “Dat klopt. Ik heb te weinig tijd voor dat soort mandaten. Ik ben wel bestuurder bij VPK en bij Roularta, waarvoor we buiten de beursgang nauwelijks ander juridisch werk hebben gedaan. Bovendien wil ik een belangentegenstelling vermijden. Hoe kan ik immers onafhankelijk staan als bestuurder tegenover een CEO die me eventueel wil aanwerven als advocaat?”
Zal A&O last ondervinden van het feit dat Dejonghe weg is? Gerespecteerde confraters zeggen dat uw corporatepraktijk op bepaalde momenten over te weinig mankracht beschikte om competitief te zijn.
MEEUS. “Neen. Wim blijft trouwens nog voor een paar klanten werken en ik besteed slechts 20 % van mijn tijd aan het management. A&O draait ook minder rond personen. Dat betekent dat je ook makkelijker vervangbaar bent. Wij zullen meer dan elders voor elkaar inspringen als dat nodig is. Bij ons zijn er ook geen rainmakers, die beter worden betaald omdat ze meer klanten aanbrengen. Iedereen wordt hier beloond volgens zijn anciënniteit en daarom is er minder onderlinge concurrentie.
“We hebben recentelijk twee nieuwe vennoten in de corporatetak aan getrokken, zodat van onderbemanning geen sprake is. De voorbije twee jaren steeg de omzet met 40 %. Op een bepaald moment hadden we hier vier vennoten, die evenveel transacties deden als het Linklatersteam met 8 vennoten. (Monkelend.) We hebben gewoon harder gewerkt, zeker.”
Hoeveel factureerbare uren levert u jaarlijks af?
MEEUS. “Ik werk 2600 uur per jaar, waarvan 1700 tot 1800 worden gefactureerd, van ‘s morgens tot een uur of tien ‘s avonds. Ik handhaaf als gulden regel dat het weekend voor mijn familie is. Eventueel werk ik zaterdagmorgen, maar ik wil mijn kinderen zelf naar de schermles brengen. Uiteraard blijf ik bereikbaar op mijn Blackberry.”
U bent nog steeds gehuwd met uw eerste echtgenote, wat zeldzaam is in uw beroep.
MEEUS: “Dat klopt. We zijn ook niet van plan eerdaags te scheiden. Schrijf dat maar. Ze zal het met plezier lezen. Mijn vrouw werkt ook hard, als notaris. Ze kent dus de effecten van passie voor een job. Ik denk overigens niet dat er meer advocaten gescheiden zijn dan in andere beroepen. Toch zeker niet op ons kantoor.”
U beoefent, net als Wim Dejonghe, fietsen als hobby.
MEEUS: “Wim spurt heel wat kilometers af met zijn koersfiets. Ik fiets op een eenvoudige fiets, en met de familie. Dat typeert ons misschien.”
Door Hans Brockmans/Foto’s Thomas De Boever
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier