AUTOPASSIE

Het Lummense bedrijf AD Sport bouwt heuse racewagens, gebaseerd op een normale tourwagen.

Een racewagen bouwen – kenners hebben het over “tunen” – begint met het aankopen van een koetswerk. Hoewel… koetswerk? Meestal gaat het om de kooi van een wagen, dus zonder deuren of ramen. Afhankelijk van de situatie en van de opdracht, bouwen ze bij AD Sport zelf de motor, de assen en alles wat nodig is om een snelle en veilige bolide af te leveren.

AD Sport stelt een vijftal mensen tewerk. “Ik verkies een voormalige bakker of brouwer met een passie voor de autosport boven een volleerde automecanicien die op een nine-to-five-job uit is,” oppert zaakvoerder Albert Vanierschot (52j.). Bij piekperiodes krijgt het team van Vanierschot wel eens hulp van zelfstandige mecaniciens. Dat kunnen Belgen zijn, maar ook Amerikanen, Britten… Zolang ze maar gebeten zijn door de juiste microbe.

De opdrachtgevers van AD Sport zijn divers. Er zijn de autofabrikanten die met een sportieve versie van een van hun merkwagens aan races willen deelnemen. “Zo’n wagen bouwen, kost tussen de vijf en de acht miljoen frank inclusief de prijs van de kooi,” vertelt Albert Vanierschot. En zo bouwt hij er een vier- à vijftal per jaar. Hij deed dat intussen voor merken zoals Mazda, Porsche, Toyota, Renault…

Maar ook “gewone” bedrijven kunnen een wagen bij AD Sport bestellen. Bijvoorbeeld omdat ze een race wel zien zitten als promotie-instrument. Denk aan Siemens dat in de huishoudartikelen met “Porsche-design” werkt. En dus een race trachten te winnen met een wagen die naar dezelfde ronkende naam luistert. Of er zijn privé-personen die hun eigen wagen op punt laten stellen voor een of andere race. De meeste wagens die AD Sport bouwt, rijden in de Belcar-wedstrijden in Zolder en Francorchamps. Het gaat om zo’n acht races per jaar.

Wie autoraces zegt, denkt aan Paris-Dakar. Ook daarvoor bouwt Vanierschot wagens. Voor zijn eigen team en voor dat van Koen Wauters. Dit jaar is AD Sport bezig met drie Toyota’s die elk een 4 tot 4,5 miljoen frank kosten. Niet te verwonderen want één man werkt nagenoeg van april tot oktober elke dag aan een wagen. AD Sport levert nu al voor het vijfde jaar op rij aan Paris-Dakar-deelnemers. Ook de Mercedes-truck die de piloten assistentie verleent en die tegelijk “meekoerst”, komt uit de Lummense stal.

AD Sport heeft bovendien een eigen “stal” van vier racewagens waarmee ze over de circuits scheuren, ook Albert Vanierschot zelf. In totaal staan er permanent een twintigtal auto’s in de ateliers van samen 1300 m² oppervlakte. AD Sport realiseert een gestage jaarlijkse groei van zowat 5%. De omzet bedroeg in 1998 ongeveer 70 miljoen frank. “Je wordt er niet rijk van, net zo min als de meeste bedrijfjes in niches rond de autosport. Maar we prijzen ons gelukkig dat we winst maken en tegelijk volop met onze passie bezig zijn,” besluit Albert Vanierschot.