Auto met een missie
Met zijn Scenic is Renault behoorlijk lang marktleider geweest in het segment van de compacte monovolumes. Een heerschappij waar iets meer dan twee jaar geleden een einde aan kwam, opzij gedrumd door de C4 Picasso van Citroën, dat zich niet schroomde om met een zeer agressief koopjesbeleid uit te pakken. Nu wil Renault de koppositie terug. De derde generatie van de (Grand) Scenic moet dat voor mekaar krijgen.
Bij een eerste blik op de (Grand) Scenic valt meteen op: Renault hanteert tegenwoordig een veel minder avontuurlijke vormgeving dan vijf jaar geleden. Waarmee we een zeer persoonlijk terrein betreden, want over kleuren en contouren wordt niet gediscussieerd. Niettemin: zelf houden we er wel van, en er zijn trouwens veel belangrijker dingen. Zoals het kwaliteitspact dat Renault twee jaar geleden met zichzelf sloot, en dat nu ook voelbaar is in deze nieuwe generatie van de (Grand) Scenic.
De auto voelt homogeen aan, is behoorlijk afgewerkt en maakt minder krakende geluiden dan Franse auto’s volgens hun vaak terechte reputatie wel eens durven te maken op een minder geslaagd wegdek. Hoewel sommige details nog altijd beter kunnen, zoals een zonneklep die koppig naar beneden blijft vallen als we ze wegklappen. Onderweg hadden we de indruk dat de Grand Scenic ook een homp baanvaster is dan zijn voorganger, en zich in de bochten zelfs met een snuifje sportief rijgedrag laat behandelen. Waardoor hij het rijgevoel van een berline benadert, en stervelingen die het niet graag met een monovolume doen (zoals uw dienaar…) zowaar met het concept weet te verzoenen.
Omdat de Grand Scenic de ideale gezinswagen wil zijn, bulkt hij ook nu van de bergvakjes. We telden het niet na, maar lieten ons vertellen dat er alles bij elkaar een veertigtal zijn, goed voor 92 liter bergruimte. De zesde en zevende stoel, natuurlijk noodmiddeltjes, zitten achterin in de vloer verwerkt. En qua uitrusting, tot slot, een pluim voor de ingebouwde TomTom op de optielijst: de meest gebruiksvriendelijke interface van gps-land zit nu eindelijk in het instrumentenbord, zodat het geklungel met kabels niet langer hoeft.
In het vooronder biedt Renault nu acht motoren aan. We reden met de 1.5 turbodiesel met partikelfilter, de interessantste versie voor bedrijfswagenparken (62 procent van alle compacte monovolumes in dit land zijn fleetwagens, en daarvan rijdt 95 procent met diesel), en voelden hoe die kleine krachtbron ruim voldoet maar van de Grand Scenic natuurlijk geen sprinter maakt.
+
Rijgedrag
–
Details in afwerking
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier