Auteursrecht op fiscaal kapblok
Het fiscaal gunstregime van de auteursrechten dreigt op de schop te gaan. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) heeft het regime opgenomen in zijn actieplan tegen fraude. Verscholen tussen maatregelen als de bestrijding van sociale dumping, de invoering van witte kassa’s en de strijd tegen belastingparadijzen komt plots het belastingregime van de auteursrechten aan bod. De minister zegt dat hij het ‘misbruik’ wil aanpakken. Maar eigenlijk bedoelt hij dat hij het ‘gebruik’ wil aanpakken. Of hoe de minister een belastingverhoging verpakt.
De belachelijk hoge Belgische belastingdruk op arbeid noopt belastingplichtigen tot uitwegen. Voor sommigen is dat een bedrijfswagen, voor anderen kosten eigen aan de werkgever en voor nog anderen is dat de toekenning van auteursrechten. Auteursrechten worden in verschillende sectoren vlotjes toegekend. Denk aan architecten, softwareontwikkelaars en andere IT-dienstverleners, fotografen, kunstenaars allerhande, consultants, marketeers, journalisten, enzovoort. Zodra er iets origineels gecreëerd wordt, mag het gebruik van de creatie door een auteursrecht worden vergoed.
Een auteursrecht is fiscaal uiterst interessant. Op enkele uitzonderingen na is het minimale belastingtarief in België intussen 30 procent geworden. Werkenden zijn de klos met tarieven tot 50 procent. Auteursrechten tot 62.550 euro worden tegen amper 15 procent belast. Naast dat tarifair voordeel komt een royaal kostenforfait. Dat geeft een werkelijke belastingdruk van 7,5 procent tot 16.680 euro en van 11,25 procent op de volgende schijf tot 33.360 euro. Een fiscaal bonanza dus! Zou dat inkomen boven op het beroepsinkomen komen, bedraagt de belasting veelal 16.680 euro, bij een marginaal tarief van 50 procent. Bij een auteursrecht is de te betalen belasting slechts 3127,50 euro. Dat levert een voordeel van maar liefst 13.552,5 euro op.
Auteursrechten zijn allang geen marginaal fenomeen meer. Het is big business geworden. Maar dat is niet het echte probleem.
In 2012 kwam het systeem al onder druk. Men ging de roerende voorheffing toen algemeen verhogen tot 25 procent. Onder druk van progressieve en linkse krachten werd voor auteursrechten in een uitzondering voorzien. Gwendolyn Rutten (Open Vld) noemde het een belasting op creativiteit. Freya Piryns (Groen) was zelfs geschokt dat de verhoging werd ingevoerd. Broodroof van arme artiesten, klonk het. Uiteraard sloten de belangenverenigingen van journalisten en creatievelingen zich luidkeels aan bij dat protest. En dus ontsprongen de auteursrechten de dans.
Maar in 2012 was het gebruik van het gunstregime relatief beperkt. Dat is nu niet meer zo. Het gebruik zou zelfs vertienvoudigd zijn. Voor aanslagjaar 2020 wordt het bedrag aan auteursrechten door de fiscus geschat op 200.000.000 euro. Auteursrechten zijn dus allang geen marginaal fenomeen meer. Het is big business geworden.
Uiteraard mag je vinden dat dit gunstregime té voordelig is. Maar dat is niet het echte probleem. Het echte probleem is de belachelijk hoge belastingdruk waaronder de werkenden in België gebukt gaan. Het afwenden van het gunstregime is niet de ziekte, maar een louter symptoom. De belastingdruk moet voor werkenden dringend en significant omlaag. Dat kan alleen doordat onze obese overheid rigoureus inzet op haar kerntaken, efficiëntie en robuustheid. De opbrengst van het droogleggen van de laatste fiscale oases die er zijn, moet dan ook volledig gaan naar de verlaging van de belastingdruk op arbeid. Een echte taxshift dus.
Jammer genoeg dreigt het weer een platte belastingverhoging te worden. Een manier om extra middelen te oogsten voor een spilzieke overheid die weigert moedige keuzes te maken. Of hoe de parabel van de fiscale rechtvaardigheid keer op keer wordt misbruikt om de algemene belastingdruk in dit land nog verder te doen stijgen.
De auteur is advocaat bij Rivus en gastdocent aan de Fiscale Hogeschool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier