AUSTRALIE

Van Sydney tot Melbourne

Het zou er acht tot achttien graden zijn, had men ons gezegd, maar op onze eerste dag is het er bijna dertig. Toch is die temperatuur aangenaam. Lente in Australië.

TEKST EN FOTO’S : SERGE VANMAERCKE

We nemen vlucht NZ15 van Air New Zealand, met vertrek vanuit Londen. Na een tussenstop van drie uur in Los Angeles komen we op een maandag om 6 u.40 in Sydney aan. Bij ons is het dan zondag 22 u.40. Op de luchthaven gaat het allemaal erg snel. Een vrouw van een jaar of vijftig, in het blauw gekleed, wandelt tussen de passagiers door met een hondje. Met zijn scherpe neus moet het viervoetertje de passagiers opsporen die eetwaren of dieren in hun bagage hebben. Hier is dat strafbaar.

Sydney

is de hoofdstad van New South Wales. Het centrum ligt op zo’n twintig minuten van de luchthaven. De zon komt net op boven de prachtige opera van Sydney, het beroemde gebouw met de bolle zeilen van de Deense architect Joerm Utzon, als wij het comfortabele Park Royal Hotel induiken in de wijk Rocks. Het was daar dat de eerste kolonisatoren in 1788 voet aan wal zetten. Voor wie pas aankomt, is This Week in Sydney een goede gids. Elk goed hotel heeft er wel een exemplaar van aan de receptie liggen en hij maakt je wegwijs in de evenementen en diensten van de stad.

Rond 8 u.30 trekken de inwoners naar hun werk met een sandwich, croissant of sigaret in de hand. Sydney telt 4,5 miljoen inwoners, op een totaal van 17 miljoen Australiërs. Op Circular Quay is het nog rustig. In Hyde Park, achter de wolkenkrabbers dichtbij de haven, genieten een paar jongeren van een geïmproviseerd ontbijt. De kranen werken, de bakstenen gaan van hand tot hand, de betonmolen draait. In Sydney wordt veel gebouwd. En toch is het er relatief stil. Een stad met een goede geluidsisolatie.

Hyde Park komt uit op een brede laan die oploopt naar de wijken Darlinghurst en Paddington : Oxford Street heeft een heel cultureel tintje en een gevarieerd aanbod voor zowat alle gadingen. Café 192 serveert voor 2,50 dollar een legendarische capuccino. Ook robuuste drag queens, die op dit vroege uur te moe zijn voor het verleidingsspel, strijken hier neer. Niemand doet hier trouwens formeel. The Australian en de Sydney Herald Morning gaan als zoete broodjes over de toonbank.

Als je door Pitt Street terugwandelt naar de haven, zie je her en der winkels waar alles voor een prikje wordt verkocht. En er zijn echt kwaliteitsproducten bij. In Sydney kom je ogen te kort en er valt ook van alles te beleven. Je neemt er dus best de tijd voor. Maar ook als je alleen voor de publiekstrekkers kiest, kom je niet bedrogen uit. Installeer je bijvoorbeeld op de trappen van de opera of op het strand van Bondi (spreek uit als ‘bondai’), neem de monorail of een ferry in de haven, bezoek de toren van Sydney (305 m), enz. Of laat een gids je rondleiden door de Rocks, dan weet je meteen hoe de blanken het continent van de aboriginals hebben ingenomen. Op die rondleiding bezoek je ook het oudste gebouw van Australië : Cadman’s Cottage van 1816.

En waarom daarna niet wat winkelen ? De heren gaan daarbij uiteraard naar de legendarische Growings of RW Williams, waar je typische en degelijke Australische kleren vindt : schoenen, geöliede parka’s, Akubra-hoeden, moleskin-broeken, kniekousen waar je gegarandeerd nooit een gat in krijgt, enz. De dames doen natuurlijk The Strand Arcade (1891) of de Queen Victoria Building (1898) aan. Er zijn coffeeshops en exclusieve winkels.

Na een duik

in het zwembad op het dak van het Park Royal Hotel neem je daar als straf meteen ook maar je aperitief. Van hieruit is het uitzicht op de Town Bridge en de Opera ronduit schitterend. Dineren kun je in Bilson’s, een exclusief restaurant schuin tegenover het hotel. Het eten is er uitstekend, maar de prijs is navenant. De clientèle ook. Ook hier heb je weer een adembenemend uitzicht. De zon is ondergegaan, vleermuizen dartelen boven de Town Bridge en elk zeil van de opera neemt gaandeweg de allure aan van een spook. Na je eerste dag down under duik je weer het Park Royal in voor een heerlijke nachtrust.

Zoals de meeste Australische hotels hebben de kamers hier een strijkbout en -plank, en een waterketel. Koekjes, koffie, cacao en thee zoveel je wilt en gratis. De prijzen voor de minibar zijn heel redelijk. Maar je drinkt beter iets in de stad. Het Museum voor Hedendaagse Kunst ligt op minder dan vijf minuutjes lopen en je kunt er iets gebruiken op het terras dat uitgeeft op Circular Quays, bijvoorbeeld voor of na een bezoek aan één van de uitstekende tentoonstellingen van het museum.

Het ontbijt in het Royal Park is een overvloedig buffet. Om acht uur wacht Graham, de bestuurder-gids van Wild Escape, ons op in de reusachtige lobby om ons mee te nemen naar de Blue Mountains. We nemen voorlopig afscheid van Sydney en onze 4×4 verlaat de stad via het westen, zoals die beroemde bus van Priscilla, Queen of the Desert.

Katoomba

is het bewoonde centrum van de Blue Mountains, een prachtig natuurpark : een jungle van een miljoen hectare, vlakbij Sydney. Wilde bloemen, bomen, vogels en kangoeroes. De 4×4 van Wild Escape neemt je mee naar de meest afgelegen plekjes. Euroka Clearing bijvoorbeeld, waar je even kunt uitrusten, terwijl je geniet van een heerlijke picknick (door Graham klaargemaakt) met onder meer Australische kazen en champagne. Als je de nodige afstand in acht neemt, zetten de wilde kangoeroes het niet op een lopen.

‘s Middags verken je te paard de omgeving van een farm in Meglong Valley en dan gaat het richting Lilianfels : een nieuw hotel van zesentachtig kamers, opgetrokken naast een cottage van de vorige eeuw, op een boogscheut van The Three Sisters : drie indrukwekkende rotsen die uit de grond oprijzen en in de streek heel bekend zijn. Fraaie lobby met een adembenemend uitzicht op de Blue Mountains. Hier bevindt men zich duizend meter hoog, op het hoogste punt van de Jamison Valley, die vol met eucalyptusbomen staat. Het hotel heeft een groot zwembad, een biljartzaal, allerhande baden, een tennisveld. En de kamers zijn natuurlijk heel verzorgd. Hotel en cottage hebben allebei een voortreffelijke keuken. Ondanks al die luxe was het ontbijtbuffet hier minder uitgebreid dan bijvoorbeeld in het Park Royal.

Maar aan een ritje met de Scenic Railway en Skyway begin je best niet met een overvolle maag. Hij neemt je mee de bergen in. In de lucht en tussen de rotswanden schudt hij je geregeld wakker, als je dat niet al was. Een bezoek aan de Blue Mountains is ondenkbaar zonder een voorstelling van The Edge, een Maxvision film over dit grote natuurpark. Een deel van de film gaat over de Wollemi, een dennensoort die hier in 1994 werd ontdekt en waarvan men dacht dat ze al zestig miljoen jaar uitgestorven was. Zo’n ontdekking achtte men voordien even onwaarschijnlijk als een ontmoeting tussen een nobelprijswinnaar en een dinosaurus. De bomen zijn veertig meter hoog en er zijn er een veertigtal. En zo lang het onderzoek loopt, wordt alles in het werk gesteld om ze maximaal te beschermen. Daarom blijft ook hun standplaats geheim. Het duurt nog wel even voor we er een exemplaar van vinden in de Nationale Plantentuin van Meise. Tenzij natuurlijk…

Melbourne

ziet er grandioos uit vanop de veertigste verdieping van het Sofitel (vijf sterren), gebouwd door I.M. Pei, de architect van de Pyramide van het Louvre in Parijs. Vorig jaar slokte de nieuwe inrichting van de kamers tien miljoen op en dit jaar wordt tweeëneenhalf miljoen uitgetrokken voor de gemeenschappelijke ruimten. Het hotel ligt in het handelscentrum van Melbourne. Ideaal dus voor zakenlui. Melbourne, hoofdplaats van de staat Victoria, is bij ons vooral bekend om zijn Tennis Open en sinds kort ook voor de Australische manche van het wereldkampioenschap Formule 1. Ook de Melba-perziken komen hiervandaan. De parken, tuinen en architectuur van deze stad zijn ronduit schitterend en er valt heel wat te beleven. Om nog maar te zwijgen van de haast mediterrane mentaliteit van de bewoners, van wie er veel van Italiaanse of Griekse afkomst zijn. Drie dingen mag je in Melbourne zeker niet overslaan.

Je kunt het zo gek niet bedenken, of het wordt op de Queen Victoria Market te koop aangeboden. En opgelet : hier is het afbieden geblazen ! De markt is reusachtig groot. Omdat ze overdekt is, hoeven ze hier geen rekening te houden met de grillen van het weer : tegenstander Sydney zegt dat ze in Melbourne ten volle genieten van de vier seizoenen… in één dag tijd. Bron van irritatie voor de inwoners van Melbourne, want in 2000, tijdens de Olympische spelen van Sydney, hopen ze goede zaken te doen en een flink deel van de koek te kunnen binnenhalen.

Tweede attractiepunt : het Victorian Arts Centre, geopend in 1984, waarboven een reuzengrote metalen pijl prijkt. Het complex telt zes verdiepingen onder de grond ! Het State Theatre biedt plaats aan 2000 toeschouwers. Andere zalen hebben een kleinere capaciteit : 850 en 450 plaatsen. Niet iedereen houdt ervan, want het is inderdaad een kunstzinnig buitenbeentje, zowel inzake architectuur als aankleding. Plafonds van de foyers helemaal van goud, brons en zilver en zowat overal kostbare materialen. Maar wat is er weinig licht !

Derde attractiepunt : Rialto Towers. Om eerlijk te zijn, het is niet bijzonder mooi en het uitzicht is er niet spectaculairder dan vanuit je kamer als je in het Sofitel logeert. Het voordeel is dat je hier een ronde kunt maken voor een uitzicht van 360.

En tot slot een attractie die overal aan populariteit wint : een bezoek aan de stad, achter op een Harley Davidson met bestuurder. Compleet met helm en zwart leren pak. Heb je niet veel tijd, dan is dit ongetwijfeld de boeiendste manier om Melbourne te bezoeken. Je doet alle bezienswaardigheden van de stad aan, een ritje over het Formule 1-circuit incluis. Daarna zet de bestuurder je af voor Walter’s Wine Bar, waar je een uitstekende lunch wacht, met daarbij natuurlijk een Australische wijn. De plek lijkt ook erg in trek bij de plaatselijke bewoners.

We nemen afscheid

van Melbourne en zetten de toeristische marathon van de Australian Tourist Commission voort met een busreis naar de goudmijnen. In 1851 werd dit kostbare metaal voor het eerst op Australische bodem ontdekt in Clunes, in de staat Victoria. Toen veranderde er heel wat in de economische en sociale geschiedenis van het land. Goudzoekers van overal ter wereld streken er neer en menigeen is hier steenrijk geworden. Intussen is de gold rush stilgevallen, maar hoe het was in de tijd van de pioniers, kun je nog voelen op een unieke plek waar de tijd van toen werd gereconstrueerd : Sovereign Hill in Ballarat. Een goudmijn, huizen, koetsen, restaurants en cafés zoals toentertijd. En personeel in aangepast kostuum. Beter dan Bokrijk. En ‘s avonds wordt de geschiedenis van de gold rush geschetst in een klank- en lichtspel. Gerard Ballantyne heeft hier een boutique hotel. Vier sterren… Origineel, dat wel. Toch is het geen ster, maar een hele wereld die de kwaliteit van een Sofitel in Melbourne onderscheidt van het toch wel beperkte aanbod van het Ansonia in Ballarat. Maar goed, we hebben er heerlijk geslapen.

‘s Anderendaags vertrekken we naar Glenisla Homestead, een domein waar farmer Robert Barber drie kamers voor toeristen heeft. Je kunt er ook eten. De man bezit eindeloze weilanden waar schapen grazen. Ik werk in de mode, grapt Robert. Maar dan wel in het allereerste stadium van de fabricage : de wol. Het is een hele belevenis om met hem enkele rotsen van de Grampians te bezoeken : een rotsachtig geheel waar de Koorie aboriginals vierduizend jaar geleden sporen van hun kunst hebben achtergelaten. De aboriginals, aldus Robert Barber, hebben de streek hier zo’n honderdtwintig jaar geleden verlaten. Verbluffende landschappen en een weelderige vegetatie. De wilde bloemen zijn spectaculair. Er zijn er bij die het hele jaar door bloeien en andere vind je nergens anders ter wereld.

‘s Avonds zijn we weer aan de kust in Port Fairy. Noel en Lorraine Adamson verwelkomen er de toeristen in hun ideaal gelegen Clobes Mill House. Zelfs de meest bescheiden kamer is hier een paradijs. Wat moet de beste kamer van het het huis dan niet zijn ? In Port Fairy zelf, een heel populaire kuststad in Australië, is de grootste verdienste van de Merrijig Inn, waar we eten, dat hij dicht bij ons hotel gelegen is.

De staat Victoria heeft ons weten te verleiden. Maar het beste heeft hij tot het laatst gehouden. Zoals je de herfstkleuren van de Indian Summer in New England nooit beu wordt, zo val bij de landschappen van de Great Ocean Road van de ene verbazing in de andere, vooral aan Shipwreck Coast waar het landschap je blik voor zich opeist en je gezicht door de wind wordt gemasseerd. Altijd eender, altijd anders. Sterk, machtig. Rode gezonde wangen gegarandeerd. Bij de aanblik van de Twaalf Apostelen, twaalf rotsen die uit het water oprijzen, overvalt je een bijna religieus gevoel, terwijl je bij het geluid van de golven op de rotsen helemaal stil wordt vanbinnen en een immense leegte voelt. Australië is een machtig land.

Boven : futuristische architectuur naast kleine oude huisjes (links) en een 19de-eeuws paradijs voor up-to-date shopping (rechts) in het centrum van Sydney. Midden : het centrum nabij Circular (links) en de prachtige skyline met de beroemde Opera (rechts).

Links : Melbourne. Onder : de kangoeroe, het nationale symbool ; de mysterieuze kunst van de aboriginals ; Great Ocean Road.

In Sovereign Hill wordt de authentieke sfeer van de ‘gold rush’ opgeroepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content