Audi R8
Niet om naar de bakker te rijden.
Berlines, van klein (de toekomstige A1 van Vorst) naar top. Roadsters en SUV’s. Coupés en cabrio’s. Audi rijdt stilaan in elk segment rond. Ontbrak nog een echte GT, om te gaan vissen in het vijvertje van Porsche, Jaguar, Aston Martin of zelfs Ferrari. Maar die leemte is nu ingevuld, want hier komt de Audi R8. En, gelooft uw dienaar: vissen zullen ze. Temeer omdat het prijskaartje van dit juweel best aantrekkelijk is, in vergelijking met die concurrenten. Importeur D’Ieteren verkocht er trouwens al meer dan honderd.
Rijden met deze R8 is merken: je loopt in de kijker. Zelden zoveel hoofden zien keren in de spiegel. Veel meer dan met, pakweg, een Porsche. Het ding ademt dan ook sluimerende agressiviteit, met een lijn die tegelijk stijlvol en oogverblindend is. De V8, uiteraard achterin gemonteerd, is zichtbaar door het glas en laat geen autominnende ziel onberoerd. En dan is er dat inzetstuk in de flank, achter de deur, van een andere kleur. Laat ook niemand onverschillig: mooi of niet geslaagd hoor je zowel bij gespecialiseerde pers als publiek, maar tussenin geen andere predicaten. Des goûts et des couleurs … Ach, wat dan nog: u kunt er ook eentje bestellen die helemaal in dezelfde kleur staat.
Een nieuwe GT op de markt brengen, zoals deze R8, is een hele onderneming. En vooral een gigantische investering. Gelukkig kan Audi ook hier putten uit de organenbank van het huis. Zoals de uitmuntende V8 van 4,2l, goed voor 420 pk. Een achtcilinder die we kennen van de RS4. Over het verbruik van een juweel als de R8 praten, is ietwat vulgair. Weet alleen dat deze V8 een heel moderne krachtbron is, met rechtstreekse inspuiting (Audi gebruikt daarvoor de afkorting FSI) die ervoor zorgt dat dit een van de minst vervuilende dream cars op de markt is. Het is heel soepel rijden, ook in lage toerentallen. De automatische versnellingsbak, zes gangen met een pook én hendeltjes aan het stuur, zorgt wel voor een schokgevoel bij het schakelen. Alsof je even in een dal valt, en er dan opnieuw uit wordt gekatapulteerd. Maar tijdens onze tweede testdag, met al wat meer vertrouwen in het tuig, gingen we gespierder rijden en werd dat schakelen veel zachter.
Slotsom: de R8 is een machine die uitnodigt om te gaan pezen. Een roofdier dat constant klaar zit om toe te slaan, met een verbluffende motor (je weet niet wat je overkomt, als je zonder ervaring met snelle auto’s het gas indrukt en de toerenteller als een bliksem naar de rode zone ziet klimmen, ergens zowat voorbij achtduizend toeren …) en een wegligging waarmee je op circuit kan gaan racen. Hier schuilt het grote verschil met een Porsche, die zich ook in doodgewoon dagdagelijks verkeer lekker laat rijden: de R8 is een auto waarmee je beter wegblijft uit de stad, ook al omwille van die irritante verkeersdrempels. Met zijn geringe bodemspeling moet je er inderdaad telkens weer irreëel traag over. Terwijl de mechaniek constant hunkert naar (veel) meer dan bij vijftig over de markt rijden. Anders gesteld: geen auto om mee naar de bakker te gaan, die R8. Maar wel een echte dream car, ja.
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier