Around Sydney

Wie naar Sydney reist om de Olympische Spelen bij te wonen – of om welke reden dan ook – doet er goed aan ook even buiten de stad op verkenning te gaan. New South Wales heeft heel wat te bieden. Drie topics uit het ruime aanbod: Blue Mountains, Hunter Valley en Port Stephens.

Sydney is een wereldstad van formaat die zich schoorvoetend en multicultureel heeft ontwikkeld, zonder al te veel druk van buitenaf.

De mix is hier veel beter geslaagd dan in vele Amerikaanse steden, waar wonen, werken en winkelen zelden in elkaar overvloeien.

Sydney is als stad een organisch geheel, een broeinest van culturen en een kruitvat van cultuur in de hele brede betekenis van het woord. Een stad overigens die nogal wat verrassingen in petto heeft. Een zeer grote Aziatische aanwezigheid bijvoorbeeld. Chinezen, Singaporeanen, Koreanen, Japanners, Indiërs die zich hier hebben gevestigd, zich waarmaken en onmiskenbaar hun stempel op de stad drukken. Zo zou je Sydney het best kunnen vergelijken met een stad als Hongkong, maar dan in spiegelbeeld. De kruisbestuiving tussen de diverse culturen, die zich op grond van gelijkheid naast elkaar ontwikkelen, heeft Sydney ook tot centrum gemaakt van The New World Cuisine. Tientallen trendy bars, eethuizen, sigarenclubs zijn hier de jongste jaren als paddestoelen uit de grond gerezen. De nakende Olympische Spelen hebben dit proces alleen maar versneld tot een booming industry. En zoals bij de mens het uiterlijke in belangrijke mate de aantrekkingskracht bepaalt, geldt dat ook voor een stadsweefsel. Dat stomende nest van culturele en andere activiteiten heeft de jongste decennia een verpakking gekregen van hoog architecturaal gehalte. De skyline aan de harbour stelt die van New York in de schaduw. En de parel op de kroon: The Opera House, het briljante schelpachtige meesterwerk van de naoorlogse stedelijke architectuur, getekend Jírn Utzon. Sydney is bovenal een levende en leefbare stad die nog op mensenmaat gesneden is. Waar je naast de skyscrapers ook nog gewone huizen vindt, waar je naast exclusieve ook populaire stranden aantreft, waar je naast peperdure yachts ook gewone zeilbootjes ziet dobberen in de haven. Bovendien ligt Sydney centraal in New South Wales en kan je op enkele uren tijd de belangrijkste bezienswaardigheden van de staat bereiken: bergen, wijngaarden en zandduinen bijvoorbeeld.

The Blue Mountains vormen één van Australiës meest populaire fenomenen. Amper twee uur rijden van Sydney – u passeert het prachtige Olympische stadion dat ook na de Spelen allicht een nieuwe trekpleister wordt – komt u terecht in een fabelachtige natuuromgeving. De blauwe bergen hebben hun naam te danken aan de eucalyptusbomen die de bergflanken in een blauwe schijn en welriekende dampen hullen. Check wel eerst de weerberichten want er kan sneeuw liggen. Op zich bijzonder mooi natuurlijk, maar bepaalde routes kunnen in dat geval afgesloten zijn voor het verkeer.

Autoverkeer tref je er in overvloedige mate. De blauwe bergen hebben immers één probleem: ze zijn te populair. U bent er dus niet alleen wanneer u langs de flanken rijdt en halt houdt bij de talrijke uitzichtpunten. Geniet er desalniettemin van de talrijke watervallen en The Three Sisters, één van de meest fotogenieke rotsformaties op aarde. Of maak een tochtje met de kabelbaan, Scenic Skyway. Of een ritje met de Scenic Railway, die letterlijk de kloof induikt en één van de steilste treintracé’s ter wereld vormt. Toegegeven, het is eerder een Disneyland-achtig vorm van toerisme.

Een veel beter idee is het om The Blue Mountains te voet te verkennen. Er zijn talrijke wandelpaden en na een uurtje stappen bent u moederziel alleen, temidden van een overweldigende natuur. Maar de meest originele verkenning van de bergketen geschiedt met een oude stoomtrein, Zig-Zag Railway, die zuchtend en dampend langs de bergwand voortkruipt. De spoorlijn kwam tot stand in 1869, in het industriële verleden van The Blue Mountains. In 1910 werd de lijn echter buiten gebruik gesteld. Enkele jaren geleden hebben een paar treinfanaten deze brok nostalgie gerestaureerd. De stoomtrein wordt bediend door speciaal opgeleide machinisten en doet drie stations aan. In het eindstation kunt u ook verscheidene locomotieven uit de tijd van toen bewonderen, die wachten om weer in volle glorie te kunnen rijden en stomen.

Het leven lijkt wel stil te staan in deze nostalgische dorpen. De Olympische Spelen en alle drukte errond zijn heel ver weg. De mensen lijken zelf niet goed meer te weten welke rol ze te spelen hebben op de overgang van twee tijdperken. Op de vraag wat ze precies uitspoken, riskeer je als antwoord te krijgen: I don’t know exactly. Just hanging around. Wat doen we op deze aarde? Misschien vind je in zo’n onooglijk Australisch spookdorp wel het enige en juiste antwoord.

Zoniet kan je dat antwoord gaan zoeken in Hunter Valley, bij een lekker glas wijn bijvoorbeeld. Hunter Valley is één van de topregio’s voor de Australische wijn die almaar aan belang wint in de Oude Wereld. De Australische wijngeschiedenis is trouwens begonnen in Sydney, ergens in het begin van de 19de eeuw. Rond 1830 begon men wijnranken te planten in de Hunter Valley. Zowel qua omvang als qua kwaliteit wordt Hunter Valley nu beschouwd als tweede belangrijkste wijnregio van Australië. De talrijke wijnhuizen staan open voor bezoek, proeverij en soms overnachting. U kunt best halt houden in het Visitor Information Centre in Cessnock, in het hartje van de wijnstreek. Hier zal men u wegwijs maken in – wat men noemt – Hunter Valley Wine Country Tourism (e-mail: gus@winecountry.com.au). Binnen een afstand van enkele kilometers treft u tientallen wijnhuizen aan, waaruit u best een selectie maakt.

Zoals deze bijvoorbeeld. We starten bij Pepper Tree, een middelgroot wijnhuis waar wijnen uit de verschillende staten worden verwerkt. In Hunter Valley worden uitstekende Shiraz, Semillon en Chardonnay geproduceerd. Pepper Tree dankt zijn hoge reputatie echter aan zijn Merlotwijn, afkomstig van de beroemde Coonawarra-wijngaarden. Tijdens de International Wine & Spirit Competition van 1999 werd de Coonawarra Réserve 1996 van Pepper Tree uitgeroepen tot beste Merlot van de wereld. Met het spijtige gevolg dat de wijn meteen uitverkocht was en er derhalve geen lek meer te proeven valt. Hoe dat succes te verklaren? “Er zijn vier redenen,” zegt wijnmaker Chris Cameron. “Ten eerste: voor Coonawarra was 1996 een perfect jaar, met een ideale rijping en regen op het juiste moment. Ten twee is Coonawarra één van de beste regio’s ter wereld voor Merlot, vanwege de terra rossa, de vulkanische rode bodem, én het iets koelere klimaat dat een langzamere rijping in de hand werkt. Ten derde, we werken uitsluitend met de beste eik uit de Bourgogne. Ten slotte hanteren we een eenvoudige vinificatie en konnen we met zeer rijk fruit werken waardoor de wijn 14,1% alcohol telt. Bovendien,” zo voegt Cameron eraan toe: “Onze Merlot van 1998 wordt even goed.”

McGuigan’s is dan weer een voorbeeld van een industrieel wijnconcern, het derde grootste van Australië, dat tien jaar geleden werd geassembleerd door Brian McGuigan. Hier worden tientallen verschillende brands geproduceerd. De belangrijkste wijn is de Shiraz, die beschouwd wordt als één van de betere van Australië.

Naast de headquarters van het wijnhuis bevindt zich ook een interessante kaasmakerij, Hunter Valley Cheese Company. In de Tasting Room moet u beslist de blauwe kaas proeven die hier artisanaal geproduceerd wordt door kaasmaker David Bower. Een kleiner wijnhuis, maar beslist de moeite waard om te bezoeken, is Mount Pleasant. Hier kunt u beter een middagpauze inlassen, om de wijnen te kunnen proeven bij een lekker stukje emoe en kangoeroe. De topwijn van Mount Pleasant is een schitterende Shiraz, die voortgebracht wordt op twee kleine en oude wijngaarden, uit 1880 en 1920, Old Paddock & Old Hill.

Deze uitzonderlijke wijn wordt achttien maanden in Amerikaanse eik en twaalf maanden op fles bewaard. “Het drama is echter dat Australiërs geen kelders hebben en de wijn consumeren binnen de 24 uur na aankoop,” zucht wijnmaker Scott Stephens. “Deze wijn bereikt zijn hoogtepunt pas na twintig of dertig jaar.”

Wie aan Australische wijn denkt, komt automatisch bij Lindemans terecht. De naam klinkt zo Vlaams. Denken we maar aan ons Lindemans bier. Toch is men bij Lindemans van mening dat dr. Henry John Lindemans (1811-1881) uit Duitsland of Zweden afkomstig is. Men weet het niet precies meer. Lindemans was inderdaad een arts, die uitgerekend met wijn begon om … het alcoholisme tegen te gaan en de Australiërs van de sterke drank af te houden. Hij zou dus een Vlaming kunnen zijn met zo’n nobele ideeën. De brave ziel was de eerste om op de kalksteenachtige bodem van Hunter Valley wijngaarden te planten. Tot 1990 bleef het wijnhuis in handen van de familie Lindemans.

Intussen behoort het tot de Self Corporation Group, de grootste uitvoerder van Australische wijnen. Lindemans is – hoe kan het ook anders – de officiële wijn van The Olympics. Het eigenaardige bij Lindemans is de BIN-nummering van de wijnen. De Bin, gevolgd door vier cijfers, geeft het jaartal en de stijl van de wijn weer. Uitstekende wijnen zijn de Ben Ean (genoemd naar een heuvel in Schotland), de bordeaux-blend Pyrus en Limestone Ridge, een prachtige combinatie van Shiraz en Cabernet Sauvignon.

De wijnproductie is nog steeds in volle ontwikkeling in Hunter Valley: Er is nog ruimte voor nieuwe wijnmakers. Vier jaar geleden ging de Nederlandse bankier Henk Strengers anders leven in Australië.

Hij kocht er het domein Honeytree Estate Wines, met tien hectaren wijngaarden, ging oenologie studeren en werd een gepassioneerd wijnmaker. Vandaag weet hij meer af van Shiraz, Semillon, Cabernet Sauvignon en Clairette en andere druivenstokken, dan van de Amsterdamse beurscijfers. Alleen een collectie oude aandelen aan de muren herinneren nog aan zijn vroegere beroep. “Wijn maak je met liefde,” zegt hij en hij voegt eraan toe dat hij voor geen geld van de wereld nog zou willen ruilen met zijn vroegere leven. Maar hij heeft het niet begrepen op de wijngiganten, zoals Brian McGuigan, die het zich zelfs kan veroorloven om een Mystery Box van twaalf flessen te verkopen, terwijl je als koper niet eens weet welke flessen erin zitten. Dan spreek je niet meer van een wijnmaker, maar van een marketeer.” Strengers is de enige in de Hunter Valley die een – overigens uitstekende – Clairette aanbiedt. “Ik wil er een niche van maken,” zegt hij. “De terminologie uit zijn ABN-Amro verleden is er niet uit weg te branden.” Een welverdiende rust vindt u in The Hunter Resort, waar u – annex wijnhuis, brouwerij – in keurig ingerichte bungalows logeert. De spijskaart verwijst naar vers 5.23 van Thimotheus: Drink no longer water, but use a little wine for thy stomach’s sake.

Om even te bekomen van dit bijbelse vers, rijden we kustwaarts naar Port Stephens, waar we ons onderdompelen in natuur en avontuur.

Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunt u koala’s bewonderen wanneer u een beroep doet op een natuurgids. De diertjes bewegen zich zo langzaam en leven in een kleine biotoop, meestal zelfs in de achtertuintjes van de huizen, wat hen bijzonder kwetsbaar maakt. Honden en auto’s zijn hun belangrijkste natuurlijke vijanden. Maar het is de mens die de koala’s ei zo na gedecimeerd heeft. In de jaren twintig bijvoorbeeld werden tot 600.000 koala’s per maand geschoten om van de pels… teddybeertjes te maken. Ook dolfijnen zullen zeker en vast u pad kruisen wanneer u vanuit Nelson Bay aanmeert op een Dolphin Watch Cruise. De gidsen aan boord van het schip doen hun werk uitstekend en vertellen met kennis van zaken over de wondere dolfijnenwereld. Wist u dat dolfijnen als het ware met hun oren kunnen zien door het opvangen van de echo van ultrasounds die ze uitsturen? Op die manier verklaart men hun bijzondere interesse voor zwangere vrouwen: ze kunnen de foetus zien. Dit en veel meer leert u aan boord van de Imagine.

Dé attractie van Port Stephens is evenwel de Bushmobile van Dieter Hartman, een man met de allure van Jean-Pierre Van Rossem, die zeven jaren in de wildernis heeft overleefd, zonder enige hulp van buitenaf. Een paar jaar geleden kocht de industrieel ingenieur een 6×6 terreinbus en bouwde die om tot een unieke avontuurbus die kan gecharterd worden om heel Australië door te trekken. Uniek aan deze bus is dat ze kan rijden op plaatsen waar andere voertuigen het laten afweten – behalve een tank. In de enorme zandduinen rond Port Stephens – de hoogste van het zuidelijk halfrond – biedt Hartman een prachtig parcours aan met zijn Bushmobile, die zelfs in verticale stand in het mulle zand bestuurbaar blijft. Een prachtig ding voor een incentive travel of een bush survival.

Dan hebben we nog niet vermeld dat Port Stephens ook buitengewone zonsondergangen te bieden heeft, bijvoorbeeld te bewonderen vanop het terras van het mooie hotel Peppers Anchorage. Waar u overigens uitstekend kan tafelen. De Franse chef Jean-Marc Fellon heeft er het beste restaurant van New South Wales van gemaakt. Buiten Sydney wel te verstaan. Around Sydney. Just hanging around. Lot’s to see. Lot’s to do.

Tekst: Henk Van Nieuwenhove/Foto’s: Erik Tanghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content