Archaïsch Conservatieve Openbare Diensten
De bedreigingen die ACOD-vakbondsman José Damilot heeft geuit tegenover Christian Heinzmann zijn misschien een foefje van de regering. Maar Damilot en zijn collega’s in andere overheidsdiensten kunnen nog steeds met één woord de boel platleggen.
Hoe zwaar weegt de overheidsvakbond ACOD in de socialistische vakbond ABVV? Je kunt eerst en vooral naar de cijfers kijken. “De Algemene Centrale der Openbare Diensten maakt geen cijfers bekend van zijn ledenaantal, ook niet van de leden per sector,” zegt Vlaams ACOD-voorzitter Frans Fermon. Maar uit een studie van het Hoger Instituut voor de Arbeid (Hiva) blijkt dat het aantal ACOD’ers (meer dan 270.000) ongeveer 23% van het ABVV-ledenbestand uitmaakt. Procentueel ongeveer evenveel als bij de christelijke overheidsvakbond. Bovendien beklemtonen de vakbonden constant hun hoge penetratiegraad in overheidsbedrijven zoals de NMBS of De Post, zonder weliswaar met concrete cijfers op de proppen te komen. Een bewijs dat de ACOD een factor van belang is in de socialistische vakbond?
Dat de overheidsvakbond inhoudelijk doorweegt, is op zijn minst even belangrijk. “De ACOD blijft afzijdig in discussies rond bijvoorbeeld het interprofessioneel akkoord. Maar in alle principiële dossiers, zoals de indexering, sluiten ze zich aan bij de actie van het ABVV. En ze komen geregeld tussenbeide om een versterking van de publieke sector te vragen,” zegt een syndicalist uit een socialistische arbeiderscentrale. “Er heerst een sterke cultuur tegen privatisering. De ACOD is zeer conservatief, in tegenstelling tot de lokale afdelingen.”
Een voorbeeld: in Antwerpen heeft de ACOD zich zeer open opgesteld tegenover de modernisering van het lokale ambtenarenapparaat, ook al hield dat de afvloeiing van enkele duizenden mensen in. Op de hogere niveaus is er helemaal niet zo’n reflex. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de rabiate afwijzing van de Copernicus-hervorming.
Autonome Vlaamse vleugel
Dat de ACOD zo conservatief is, heeft verschillende redenen. Hij is een eiland binnen de vakbond, het doelpubliek is verschillend, er is slechts één werkgever en hij heeft ook steeds een erg makkelijk wervingspotentieel gehad. Er waren ook veel politieke benoemingen. In de privé-sector moet een syndicale afgevaardigde zich veel sterker profileren om de werknemers te overtuigen om zich te syndiceren.
Ook wat de Vlaams-Waalse verhoudingen betreft, valt een verschil op: de ACOD telt als enige centrale van het ABVV sterk autonome Vlaamse en Waalse vleugels met een eigen voorzitter. Daarom wordt een federale materie als de discussies rond de NMBS toch redelijk gedecentraliseerd benaderd. Maar de Vlaamse ACOD weet dat het de sterke Waalse vleugel broodnodig heeft. Hoewel de ACOD ook binnen Vlaanderen iets groter is dan de christelijke vakbond, ligt de macht nog altijd bij de Waalse tegenhanger. Zeker wanneer het op mobilisaties aankomt. Acties worden in Wallonië veel strikter opgevolgd, maar dat levert ook voor Vlaanderen wat op, is de redenering.
Toch loopt de communicatie niet altijd even vlot. Toen José Damilot, de nummer één van de Waalse spoorbond, wild om zich heen begon te slaan naar aanleiding van de benoeming van Christian Heinzmann tot nieuwe NMBS-baas, fronsten heel wat Vlaamse syndicalisten de wenkbrauwen. “We hebben Damilot bijvoorbeeld nog niets horen zeggen over de toekomst van de NMBS. Dat wordt betreurd in de rest van de vakbond. Voor velen in Vlaanderen is Damilot trouwens een volledig onbekende.” Aan Vlaamse kant heerst daarentegen meer vertrouwen in Frans Fermon: hij is een stuk moderner, zonder een grote vernieuwer te zijn.
Het gewicht van André Mordant
Fermon is net als veel ACOD-verantwoordelijken enthousiast over de veranderingen die zich aan de top van het ABVV hebben voorgedaan. De ACOD heeft daar veel macht verenigd. André Mordant, vanaf juni de nieuwe algemeen secretaris van het ABVV en dus de feitelijke nummer twee, komt van de ACOD. Is zijn carrière bij de overheidsvakbond geen handicap? “Neen,” zegt Fermon. “De sterke persoonlijkheid van André Mordant maakt dat hij binnen en buiten de openbare sector gezag en invloed heeft. Eigenlijk is hij interprofessioneel niet meer weg te denken uit het ABVV.”
Ondertussen zit er met Daniel Van Daele al een ACOD’er in het federaal secretariaat, dat de dagelijkse leiding van het ABVV in handen heeft. Twee ACOD’ers op zeven secretariaatsleden vinden nogal wat ABVV’ers een oververtegenwoordiging. Een poging van de arbeiderscentrales om Van Daele te vervangen door iemand van een arbeiderscentrale werd door de ABVV-top echter afgeweerd.
De positie die de ACOD heeft uitgebouwd, is niet onbelangrijk aangezien de centrale voor een belangrijke uitdaging staat. De overheidsvakbond groepeert historisch de ambtenaren, maar door de evolutie van het statuut, het toenemende aantal contractuelen en de privatisering zijn een heleboel diensten niet meer publiek. De ACOD heeft het daar moeilijk mee, want de leden kunnen daardoor verschuiven. Neem het voorbeeld van de vervoersector: een deel is openbaar, een ander deel is privé. “Waarom organiseren we ons niet op bedrijfstak, en blijft men zich blindstaren op het soort arbeidscontract dat men heeft?” is een veelgehoorde vraag in vakbondskringen. De syndicalisten verwijzen daarbij vaak naar Sabena: “BBTK en ACOD liepen elkaar voor de voeten.” De contractuelen – een steeds toenemende groep in de overheid – zitten nog steeds bij de ACOD, maar zitten daar niet op hun plaats. Voor dienstverlening gaan ze naar andere centrales omdat de ACOD niet de nodige kennis heeft. “Dat werkt wel, maar het zou beter zijn de structuren aan te passen en naar een herverkaveling van de bevoegdheden te gaan. Het aantal leden op zich mag geen drijfveer zijn.”
Guido Muelenaer, Alain Mouton [{ssquf}]
Het aantal leden van de rode overheidsvakbond ACOD maakt 23% uit van het ABVV.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier