ANTIDISCRIMINATIE WORDT HÉT HR-THEMA
Het bericht over het gerechtelijk onderzoek naar de Antwerpse fitnessclub L.A. Gym, dat aparte prijslijsten zou hanteren voor allochtonen en autochtonen, toont opnieuw op een pijnlijke wijze aan hoe moeilijk bedrijven het hebben om met een aantal recente maatschappelijke evoluties om te gaan. Net zoals de kantelpoortenfirma Feryn of – enkele jaren geleden – het uitzendbedrijf Adecco, kiezen te veel ondernemingen snel eieren voor hun geld: klanten willen niet met allochtonen worden geconfronteerd en dus worden die geweerd, hetzij als werknemer, hetzij als klant. Een evolutie die het bedrijfsleven niet echt in een positief daglicht stelt, ook al gaat het hier om uitzonderingen. Tegelijk zou het te makkelijk zijn om bedrijven als Feryn of L.A. Gym met alle zonden van Israël te overladen.
Laten we het vooraf duidelijk stellen: discriminatie tegenover allochtonen is niet goed te keuren. Maar we krijgen soms de indruk dat het bedrijfsleven moet opdraaien voor een aantal maatschappelijke problemen die maar niet opgelost raken. Zoals de integratie van allochtonen. Die wil maar niet vlotten, en dus duiken er stemmen op om bedrijven te verplichten een specifiek aantal allochtonen aan te werven. Minister van Werk Peter Vanvelthoven (SP.a) formuleerde recent voorstellen in die richting. Wat in het alledaagse leven niet spontaan gebeurt, moet dan maar via de werkvloer worden afgedwongen, zo lijkt het.
Probleem met dit thema is dat we hier snel in een gepolariseerd debat terechtkomen. Een goed voorbeeld daarvan was het voorstel dat vorig jaar in PS-kringen werd gelanceerd. Een soort van verklikkingsdienst zou moeten nagaan of allochtonen aan de ingang van een dancing op een systematische manier geweerd of bij een sollicitatiegesprek benadeeld worden. Het PS-voorstel werd onder druk van de VLD terecht naar de prullenmand verwezen. We waren hier immers niet ver verwijderd van een systeem waarbij een gedachtepolitie wordt ingevoerd.
Naast de polarisatie valt in dit dossier ook op dat de koudwatervrees overheerst. Ofwel kiezen bedrijven voor de vlucht vooruit en gaan ze in op de eisen van hun klanten. Ofwel steken ze hun kop in het zand en geven ze anderen de schuld. Werkgevers wijzen vakbonden met de vinger en vice versa. In heikele thema’s worden vaak grote principes onderschreven, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. De cao’s waarin werkgevers én werknemers zich ertoe verbinden om een diversiteitsbeleid te voeren, zijn op de vingers van één hand te tellen. En onder diversiteitsbeleid verstaan we: aan allochtonen ook een kans geven omdat het gewoon goede werkkrachten zijn.
De sociale partners zouden beter moeten weten. Niet enkel vanwege hun imago. Ook en vooral vanwege de antidiscriminatiewetgeving die vanuit de VS naar Europa komt overgewaaid. Zowel intern (bij het voeren van een hr-beleid) als extern (bij de contacten met klanten) moet een bedrijf meer en meer over eieren lopen. Een van de belangrijkste uitdagingen waarmee ondernemingen de komende jaren zullen worden geconfronteerd, heeft te maken met de mate waarin ze opereren binnen het kader van de vigerende antidiscriminatieregels. Vraag het aan arbeidsjuristen: antidiscriminatie wordt hét hr-onderwerp van de komende jaren. Steeds vaker zullen bedrijven klachten (en schadeclaims) krijgen over discriminatie. In afwachting dat de absurditeit van een aantal antidiscriminatieregels wordt afgezwakt – wanneer worden bedrijven verplicht om x aantal werknemers met platvoeten te tellen? – is het hen geraden om zich op die nieuwe situatie goed voor te bereiden.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier