Antidepressivummaker krijgt oppepper
Het Limburgse farmaceutisch onderzoeksbedrijf PharmaNeuroBoost (PNB) geeft volgende maand het startsein voor de laatste fase van de ontwikkeling van een snelwerkend antidepressivum. Meteen is de interesse van de grote farmamultinationals gewekt.
“Het feit dat je als klein biofarmaceutisch bedrijf een product ontwikkelt in een absoluut volwassen markt van tientallen miljarden dollar en dat in fase drie (de laatste ontwikkelingsfase met tests op een groot aantal patiënten) krijgt, is een behoorlijk trigger.” Dat zegt de Limburgse psychiater Erik Buntinx, de CEO van PNB. Hij sluit niet uit dat binnen een handvol maanden een eerste akkoord met een grote farmaspeler wordt bereikt.
Buntinx deed eerder voor Janssen Pharma onderzoek naar de efficiëntie van het antipsychoticum risperidone dat bekend werd als het uiterst succesvolle medicijn Risperdal. Eind 2006 richtte hij PNB op, op advies van de legendarische dokter Paul Janssen. Die was jaren zijn mentor. Nadat Buntinx had ontdekt dat bepaalde stoffen geschikt waren als booster van andere medicijnen, overtuigde Janssen hem om zelf geneesmiddelen te ontwikkelen. Sindsdien heeft hij een kransje van veelal voormalige topfiguren uit de stal van Janssen Pharma rond zich verzameld (zie kader De Janssen-boys).
PNB focust op psychiatrische medicijnen. Het leidende product tegen depressie, dat voorlopig nog bekend staat onder de codenaam PNB01, lijkt tot nader order alles in huis te hebben om uit te groeien tot een blockbuster, een verkoopstopper met een jaarlijkse omzet van ruim een miljard dollar. De markt voor antidepressiva is ruim 14 miljard euro waard. Aangezien PNB01 uiterlijk in 2016 op de markt zou komen, kan PNB nadien nog tien jaar genieten van de octrooibescherming voor zijn product.
Eerdere tests hebben aangetoond dat PNB01 veel sneller werkt dan bestaande behandelingen. “Wij zien al een duidelijk effect in de eerste week”, zegt Buntinx. “Wanneer je mensen met een depressie behandelt, zit je met het probleem dat het altijd lang duurt voor er een positief effect optreedt. Je moet algauw drie tot zes weken wachten. Dat leidt tot veel problemen omdat mensen de bijwerkingen vroegtijdig ondervinden, maar nog geen werking. Daardoor stoppen heel wat patiënten, naar schatting een op de vier tot vijf, vroegtijdig met de behandeling.”
Die snelle respons van patiënten maakt dat de Amerikaanse goedkeuringsautoriteit FDA en diens Duitse evenknie het licht verrassend vlot op groen hebben gezet voor de derde en laatste fase, waarin PNB 555 patiënten test. Het gros daarvan wordt gerekruteerd op 25 plaatsen in de VS en voorts in Duitsland en Canada. “Het is eerder zeldzaam dat een Vlaams biofarmaceutisch bedrijf in de VS patiënten behandelt”, merkt Buntinx op.
Goede samenwerking
Voor Europa heeft PNB niet geopteerd voor een aanvraag bij het Europese geneesmiddelenagentschap EMA, maar voor een gedecentraliseerde aanpak per land, beginnend bij Duitsland. “Het grootste West-Europese land en ook het land waar de prijszetting in principe vrij is. Als je in Duitsland een nieuw product krijgt, mag je het tegen je eigen prijs op de markt zetten. Nadien moet je natuurlijk wel aantonen dat je die prijs waard bent. Zo niet verlaag je die prijs.”
De ontwikkelingskosten voor PNB01 en andere producten lopen jaarlijks in de miljoenen. Niet verwonderlijk dat PNB de voorbije jaren ruim 3 miljoen euro in het rood eindigde. “Fase drie is normaal zo’n grootschalig project dat alleen Big Pharma het kan doen”, geeft Buntinx toe. “Toch hebben we beslist om het zelf te doen en het valt veel beter mee dan gedacht door een goede samenwerking met service providers en clinici.”
Om de zware kosten te dekken, verzamelde PNB sinds de oprichting 25 miljoen euro. KBC Biotech en KBC Arkiv waren de eersten die op de kar sprongen en in 2008 volgden KBC Private Equity, Saffelberg Investments van Jos Sluys en Biovest van voormalig Innogenetics-baas Rudi Mariën. Begin dit jaar werd een ronde van 15 miljoen euro, gefinancierd door KBC PE, KBC Arkiv, Saffelberg en Biovest, succesvol afgerond.
Daarmee kan PNB het eerste luik van fase drie van PNB01 afronden en de eerste patiëntenstudies voor een tweede product (PNB02) tegen schizofrenie doen. In 2013 zal extra geld nodig zijn. “Alle opties zijn open”, zegt Buntinx. Dus ook een beursgang of een overname door een grotere speler. PNB heeft wel als businessplan om zijn producten zelf tot de fase van goedkeuring te brengen. “Producten uit de eigen patentportfolio, maar ook potentieel andere producten”, voegt de CEO eraan toe.
Geen beursgang
In de moeilijke marktomstandigheden, waarbij heel wat biotech- en farmabedrijven klappen kregen op de beurs, lijkt een beursgang niet de voorkeur van Buntinx weg te dragen. Nochtans hebben heel wat Belgische biotech- en farmabedrijven die stap wel gedaan. “Maar wel toen het marktklimaat zeer positief was”, merkt Buntinx op. “Een IPO voor bedrijven met producten die nog niet op mensen zijn getest is wegens de marktomstandigheden onmogelijk. De ervaring heeft geleerd dat de kans dat je een nieuwe molecule hebt gevonden die effectief bij patiënten werkt, heel klein is. De risico’s zijn enorm, zoals enkele voorbeelden ook hebben aangetoond.”
Jonge ondernemingen die erin slagen om een product tot en met goedkeuring te krijgen, zijn natuurlijk erg gegeerd door Big Pharma, weet Buntinx maar al te goed. Zijn grote voorbeeld is naar eigen zeggen Clinical Data. Dat Amerikaans bedrijfje had een oud antidepressivum, waarvan de ontwikkeling door GSK werd stopgezet, weer opgepikt en verder ontwikkeld. Meteen na de goedkeuring van Viibryd door de FDA werd Clinical Data overgenomen voor niet minder dan 1,2 miljard dollar (835 miljoen euro).
BERT LAUWERS
“Een IPO voor bedrijven met producten die nog niet op mensen zijn getest is wegens de marktomstandigheden onmogelijk” Erik Buntinx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier