‘Andere landen pakken het veel beter aan dan België’
Jean-Louis Van Houwe, de voorzitter van Fintech Belgium, wil dat er nieuwe maatregelen komen die innovatie stimuleren en de groei van zijn sector ten goede komen. “De overheid doet te weinig voor fintech.”
Voor Belgische bedrijven die actief zijn in de sector van de financiële technologie (fintech) vond deze week de jaarlijkse hoogmis plaats. De Digital Finance Summit werd, vanwege de corona-epidemie, digitaal georganiseerd, maar kon niettemin rekenen op veel interesse. Met Jean-Louis Van Houwe, de CEO van Monizze (digitale maaltijd-, cadeau- en ecocheques) en de voorzitter van de belangenvereniging Fintech Belgium, maken we een stand van zaken op. Fintech Belgium telt meer dan honderd leden.
Hoe was 2020 voor de fintechsector?
JEAN-LOUIS VAN HOUWE. “Een fantastisch jaar. In Europa werd 33 miljard euro in fintechbedrijven geïnvesteerd. De sector komt daarmee op de eerste plaats van alle nieuwe technologie, ruim voor de healthtech. In België is het anders. Daar staat healthtech bovenaan. Fintech komt maar op de vierde plaats.”
Hoeveel ging er naar Belgische fintech?
VAN HOUWE. “De voorbije twintig jaar is bijna 890 miljoen euro geïnvesteerd in Belgische fintechbedrijven. Dit jaar ging het om 368 miljoen euro. Dat is zes keer meer dan in 2019 en het lijkt te wijzen op een serieuze versnelling. Maar de cijfers worden vertekend doordat van dat bedrag bijna 300 miljoen afkomstig is van de beursgang van UnifiedPost. Het is fantastisch nieuws dat een Belgisch fintechbedrijf zo’n succesvolle beursgang deed, maar dat mag niet verhelen dat we in België misschien niet zo goed bezig zijn als de cijfers laten uitschijnen.”
Is België dan niet goed bezig?
VAN HOUWE. “Ons land behoort zeker niet tot de Europese top in fintech. Londen en Parijs blijven de hotspots, maar ook Luxemburg is de voorbije jaren heel succesvol gebleken. Dat land heeft veel nieuwe technologiebedrijven aangetrokken in het segment van het fondsen- en vermogensbeheer. Financiële instellingen, sectororganisaties, regelgevers en beleidsmakers hebben zich daar samen voor ingezet. Die frontvorming ontbreekt in ons land.”
Tot eind vorig jaar was er met B-Hive een organisatie waarin de overheid, de banken en fintech nauw samenwerkten. Waarom is B-Hive opgedoekt?
VAN HOUWE. “Het is niet aan mij om dat proces te maken. Maar het zou alleszins niet slecht zijn als er een nieuw soortgelijk initiatief zou worden genomen.”
Hoe is de relatie tussen de banken en fintech in België?
VAN HOUWE. “Ze zijn naar elkaar toe gegroeid. De meeste fintechbedrijven werken samen met de banken en profileren zich steeds meer als toeleverancier. De disruptieve filosofie bij neobanken zoals N26 komt in België niet vaak voor. De banken zijn zelf veel meer technologiegedreven dan pakweg vijf jaar geleden. Wij ijveren er als vereniging voor om de samenwerking te bevorderen.”
Is het wel realistisch te denken dat een klein land als België met een vrij eenzijdige financiële sector een hoofdrol kan opeisen in fintech?
VAN HOUWE. “Ons land heeft belangrijke troeven. Internationale groepen als Swift, Euroclear en Mastercard hebben hier een hoofdkantoor. België heeft ook heel veel kennis over de betalingssector dankzij bedrijven zoals Bancontact Payconiq. Brussel is bovendien de hoofdstad van Europa. De stad bulkt van de beleidsmakers en de lobbyisten. Je zou toch verwachten dat technologiebedrijven die met regelgeving en compliance bezig zijn, dicht bij dat ecosysteem willen zitten.”
Wat kan de overheid meer doen om de ontwikkeling van de sector te bevorderen?
VAN HOUWE. “De overheid heeft te weinig aandacht voor onze sector. Wij dringen al een tijdje aan op een soepelere wetgeving die innovatie stimuleert en niet afremt, of op een uitbreiding van de taxshelter. De overheid zou er ook voor kunnen kiezen de openbare diensten sneller te digitaliseren of de e-commerce te ondersteunen. Dat zou financiële techbedrijven meer ontwikkelingsmogelijkheden bieden en ons land in staat stellen buitenlandse fintech aan te trekken. Dat soort maatregelen kan het verschil maken. Voorlopig belijdt onze regering haar geloof in innovatie en technologie te veel met woorden. Het is tijd voor concrete maatregelen.”
Londen en Parijs blijven de hotspots, maar ook Luxemburg is de voorbije jaren heel succesvol gebleken
Wat is het gevolg als dat niet gebeurt?
VAN HOUWE. “Dan dreigen we de boot te missen. Fintechs brengen vernieuwende technologie die het leven vergemakkelijkt en de efficiëntie verhoogt. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan de maatschappij. Tijdens de coronacrisis heeft digitale technologie ervoor gezorgd dat een groot deel van de economie kon blijven draaien. En er is veel geld mee gemoeid. In de begindagen van de fintech ging er wereldwijd 5 à 10 miljard dollar per jaar naar de sector. Nu is dat 150 miljard dollar.”
U opent in mei een Fintech Hub in het voormalige Shell-gebouw aan het Centraal Station in Brussel. Wat is daarvan de bedoeling?
VAN HOUWE. “We wilden een ontmoetingsplaats creëren waar fintechbedrijven vergaderingen kunnen plannen met banken en regelgevers. Het wordt ook een co-workingplaats waar onze leden een deel van hun activiteiten kunnen vestigen, net als nieuwe buitenlandse spelers. We zijn erin geslaagd een goede deal met Silversquare te sluiten. Daardoor beschikken we over 7000 vierkante meter ruimte. Ook de Europese belangenvereniging voor fintechs, de European Digital Finance Association, zal haar intrek nemen in het gebouw. Belangrijk is de locatie: centraal in Brussel, makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer en in de nabijheid van de Nationale Bank, de hoofdkantoren van de banken en de Europese instellingen. Het moet ook een plaats worden om te leren. We werken samen met Febelfin Academy, dat er sessies zal organiseren.”
Wat is de impact van de coronacrisis op de fintechsector?
VAN HOUWE. “Enerzijds heeft de corona-epidemie de acceptatie en de toepassing van nieuwe technologie een flinke duw in de rug gegeven. Bepaalde fintechbedrijven zijn daardoor sterk gegroeid. Anderzijds heeft de crisis de financiële zwakte van enkele jonge bedrijven blootgelegd. Er zijn maatregelen genomen voor overbruggingskredieten, maar niet iedereen kon er een beroep op doen. Ik vrees nog voor een aantal catastrofes in de sector.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier