AMERIKAANS VOORBEELD
Achterdocht is nuttig
De Olympische spelen ’96 van Atlanta liggen reeds enkele weken achter ons. We herinneren ons nog de gouden medailles van de Belgen, de exploten van Michael Johnson en de bloederige bomaanslag in het Centennial Olympic Park. Wat we stilaan vergeten, is de buitengewoon slechte organisatie, die wereldwijd werd aangeklaagd. Twee grote managementproblemen doken op : afschuwelijke vervoer- en informaticaproblemen. Hoe was zoiets mogelijk in het land van het professioneel management ? Kwamen die problemen onverwacht ?
In 1993 had in Atlanta de jaarlijkse conventie plaats van de American Academy of Management. We herinneren ons nog levendig een voorbeschouwing bij de Spelen in een lokale krant. De journalist maakte zich toen grote zorgen over het vervoer, inzonderheid over de taxi’s : de meeste chauffeurs spreken nauwelijks Engels, ze kennen de weg niet, een klant die zelf niet de de weg kan tonen, rijdt hopeloos verloren. “Wat gaat dit worden in 1996 ?” zo vroeg de journalist zich af. Drie jaar later kennen we het antwoord.
Veronderstel even dat Brussel de Olympische spelen organiseert en dat er tientallen taxichauffeurs uit Antwerpen of Rotterdam zouden komen. Wat zouden ze doen ? Wel, deze dames en heren zouden zichzelf “empoweren” om de problemen op te lossen, ze zouden hun plan trekken en… de weg vinden. Maar blijkbaar niet zo in de Verenigde Staten. Dat klinkt vreemd voor wie niet vertrouwd is met het Amerikaans management. En tussen haakjes, neem maar gerust aan dat Atlanta helemaal geen ingewikkelde stad is.
De achillespees van het Amerikaanse systeem met zijn zo sterk bewonderde jobcreatiemachine is de opleiding van de werknemers. We hebben wel eens provocerend gezegd dat empowerment voor een Amerikaanse manager is : de arbeiders leren lezen en schrijven. Men blijkt in Europa maar niet te beseffen dat het Amerikaanse model nog steeds fundamenteel tayloristisch (lees : bureaucratisch) is. Verregaande taakverdeling, waarbij je niet moet nadenken, en supervisie, waarbij de baas betaald wordt om te denken en de arbeider of bediende om een regel toe te passen.
Een anekdote om dit te illustreren. Door een kleine vergissing van Delta Airlines had onze familie recht op een waardebon van 10 dollar om eten te kopen in de luchthaven van Washington Dulles. Hamburgers en pizza’s beu, besloot ik koekjes te kopen voor de terugvlucht. De dame die uitsluitend twee soorten koekjes verkocht (“Plain” en “Brownies”) met elk een andere prijs, was volkomen uit haar lood geslagen door mijn vraag om een optimale mix te krijgen voor mijn 10 dollar. De manager moest komen, die vlug uitrekende dat 4 plain en 6 brownies het meeste waar voor mijn geld zouden geven. Onmiddellijk instrueerde hij de caissière welke procedure ze moest volgen wanneer ik mij zou aanmelden. Een kwartier later beslist mijn dochter eveneens haar 10 dollar te besteden aan koekjes, maar ze wil minder brownies dan gewone. “Onmogelijk,” zegde de verkoopster, er was nu immers een regel die stelde dat je voor een waardebon van 10 dollar welgeteld 4 plain en 6 brownies kon krijgen…
LOKALE CULTUUR.
Het taylorisme hebben de Amerikanen met succes toegepast bij McDonald‘s en bij General Motors. Zij zijn de kampioenen geworden om jobs eenvoudig te houden en organisaties ingewikkeld te maken. Budgetterings-, rapporterings,- controlesystemen hebben het individu overal aan banden gelegd. In Europa zijn we nooit zover gegaan. Vandaar dat een aantal typisch Amerikaanse medicijnen ons zeer wereldvreemd overkomen. Te beginnen met re-engineering. Basisregel : ga van complexe organisaties met eenvoudige jobs over naar eenvoudige organisaties met complexe jobs, dit zijn jobs waar mensen over alle informatie beschikken om zelf te beslissen. Dit is voor ons Europeanen steeds een vanzelfsprekendheid geweest. En dan die andere mode-trend : team-work. Als je uiteraard iedereen in een hokje opsluit, liefst individueel aansprakelijk maakt, dan heb je wel wat teambuildingsessies nodig om de mensen terug te leren samenwerken. Ook hier zijn we nooit zover gegaan als de echte tayloristen. En ten slotte dat onvertaalbare “empowerment”. Het feit dat het onvertaalbaar is, zou ons reeds moeten waarschuwen. Want wat is “empowerment” anders dan de mensen de vrijheid geven die je eerst hebt afgenomen ?
Managementsystemen zijn onwaarschijnlijk sterk gebonden aan een lokale cultuur. Al te lang hebben we gedacht dat de Amerikaanse modellen universeel zijn. Niets is minder waar. We moeten in Europa met de grootste achterdocht kijken naar typisch Amerikaanse vindingen als “management by objectives”, “pay for results”, “matrixorganisaties”. Dit wil niet zeggen dat we niets van de Amerikanen te leren hebben, maar we moeten vooral opletten niet de verkeerde dingen te leren.
Op dit ogenblik kijken velen met bewonderenswaardige blik naar de VS omdat er zoveel nieuwe banen worden gecreëerd. De discussie of dit nu echte jobs zijn, laait hoog op. Wel weten we dat de inkomens uit vele van die nieuwe jobs niet hoger liggen dan bij ons de inkomens uit werkloosheid. De Amerikanen nemen de bijbel nogal letterlijk : “wie niet werkt, moet niet eten”. Europeanen hebben eerder de neiging om te denken : wie geen zinvol werk vindt, die moet eten krijgen van wie het geluk heeft, wél zinvol werk te hebben. Deze discussie is vooral ideologisch en plaatst snel rechts tegen links. Maar om terug te keren naar de onmondige taxichauffeurs in Atlanta : miljoenen slechtbetaalde jobs voor ongeschoolden keren zich vroeg of laat tegen de Amerikaanse economie. Een moderne economie moet blijvend aangemoedigd worden om werknemers op te leiden. Dit mogen we in Europa nooit uit het oog verliezen.
ENTREPRENEURS.
Wat hebben wij dan wel van de Amerikanen te leren ? Als we van hen één ding moeten leren, is het wel dat tewerkstelling voornamelijk komt van entrepreneurship. Dood de ondernemingslust, en je krijgt een werkende groep die wacht tot het werk uit de hemel valt. En gedurende zo’n twintig jaar is het werk ook uit de hemel gevallen. Een echt tewerkstellingsbeleid is een beleid van aanmoediging van ondernemers. Neem de bureaucratie weg die nodig is om een bedrijf op te richten, om mensen te werk te stellen, om welvaart te creëren. Neem het stigma weg van de mislukking. Ondernemen betekent zeker minstens één keer mislukken en daaruit leren. Geef iedereen een tweede kans. De Amerikanen trekken deze lijn graag door : iedereen moet rauwweg worden blootgesteld aan de onzekerheden van de markt. Geen sociale zekerheid. Dat maakt de mensen lui. In deze waanzin hoeven we hen niet te volgen. Niet iedereen is entrepreneur en de meerderheid van de bevolking wil een interessante, liefst goedbetaalde baan, liefst met de nodige zekerheid en veiligheid. Maar laten we de echte entrepreneurs niet ontmoedigen. Zonder dat je daarbij moet gaan denken dat met voldoende entrepreneurship je alle problemen kunt oplossen. Vraag dat maar aan de entrepreneurs-taxichauffeurs en de failliete stalletjeshouders in Atlanta. Entrepreneurship is een goed tegengif voor taylorisme, maar beter nog is eerst niet vergiftigd te geraken.
MARC BUELENS
Prof. dr. Marc Buelens is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick School voor Management.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier