Alweer een paar jaartjes ouder

De verhoging van de pensioenleeftijd voor vrouwen krijgt nu ook een fiscale staart.

Hoewel vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen, is de officiële leeftijd waarop vrouwen met pensioen gaan (zestig jaar), altijd lager geweest dan die van mannen (vijfenzestig jaar). Maar die omgekeerde wereld is stilaan aan het verdwijnen. De wetgever heeft enkele jaren geleden immers beslist om de pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen op gelijke hoogte te brengen.

Die gelijkstelling is niet gebeurd door de pensioenleeftijd voor mannen te verlagen naar het niveau van de vrouwen, maar wel omgekeerd: door die van de vrouwen te verhogen naar de pensioenleeftijd van de mannen (vijfenzestig jaar). Zij het dat die verhoging niet in een keer is doorgevoerd. Zij gebeurt in stappen. Tegen het jaar 2009 moet de gelijkstelling volledig zijn.

Kapitalen.

Deze wetgeving behoort niet tot het fiscaal domein. Maar dat neemt niet weg dat zij fiscale consequenties kan hebben, meer in het bijzonder op het gebied van de belasting van extralegale pensioenkapitalen.

Voor de uitkering van dergelijke kapitalen geldt onder bepaalde voorwaarden een fiscaal voordelig stelsel. Een van die voorwaarden luidt, dat het kapitaal ten vroegste mag worden uitgekeerd op welbepaalde momenten. De wet verwijst daarvoor in sommige gevallen naar de normale pensioenleeftijd. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de pensioenkapitalen die afkomstig zijn van pensioenfondsen. Zij kunnen het voordelig tarief van – afhankelijk van de situatie – 10 of 16,5% (plus drie opcentiemen aanvullende crisisbijdrage) slechts genieten, voorzover zij ten vroegste worden uitgekeerd naar aanleiding van de pensionering op de normale pensioenleeftijd, of bij de pensionering in de loop van de vijf jaren die aan de normale pensioenleeftijd voorafgaan, of nog, naar aanleiding van de brugpensionering, het overlijden, of het bereiken van de leeftijd waarop het uitgeoefende beroep normaal wordt stopgezet.

Voetbal.

Iemand die meer dan vijf jaar vóór de normale pensioenleeftijd met pensioen gaat, kan het voordelig tarief dus niet genieten, tenzij de uitbetaling zou samenvallen met zijn brugpensionering, of met het bereiken van de leeftijd waarop het uitgeoefende beroep normaal wordt stopgezet. Maar deze laatste hypothese blijkt om duistere redenen in de praktijk alleen maar van toepassing te zijn in het geval van beroepsvoetballers: zij kunnen hun pensioenkapitaal al op vijfendertigjarige leeftijd fiscaal vriendelijk ontvangen.

Wie niet het geluk heeft beroepsvoetballer te zijn, en het voordelig tarief wil genieten, moet dus wachten op zijn brugpensionering of zijn pensionering, met dien verstande dat die pensionering hoogstens vijf jaar mag voorafgaan aan de normale pensioenleeftijd.

Gratis.

Die regeling is niet alleen van toepassing ten aanzien van pensioenkapitalen die afkomstig zijn van pensioenfondsen. Zij geldt ook voor extralegale pensioenen die behoren tot de categorie van de zogenaamde gratis pensioenen. Dat zijn pensioenen die bijvoorbeeld in het kader van een bedrijfsleidersverzekering zijn opgebouwd.

Zij geldt eveneens voor extralegale pensioenkapitalen die afkomstig zijn van het pensioensparen, althans voor het pensioensparen dat gebeurt via zogenaamde pensioenspaarrekeningen bij de bank.

Voor pensioenkapitalen die afkomstig zijn van het pensioensparen dat in de vorm van pensioenspaarverzekeringen gebeurt, geldt weliswaar een vergelijkbaar voordelig fiscaal stelsel. Maar, wat het ogenblik betreft waarop deze kapitalen ten vroegste mogen worden uitgekeerd, geldt een aparte regeling die niet verwijst naar de normale pensioenleeftijd.

Bij de pensioenspaarrekeningen wordt – zoals bij de pensioenfondsen en de gratis pensioenen – wel verwezen naar de normale pensioenleeftijd. Maar voor de eenvoud laten we de pensioenkapitalen die afkomstig zijn van het pensioensparen hier verder buiten beschouwing. Het taxatiestelsel waaraan zij zijn onderworpen, is immers bijzonder ingewikkeld. Het bestaat uit een combinatie van personenbelasting en van een bijzondere taks op het langetermijnsparen die – zodra ze van toepassing is – in de plaats komt van de personenbelasting.

Pensioenleeftijd.

Wat is de normale pensioenleeftijd? Tot tien jaar geleden was dit zonder meer duidelijk: vijfenzestig jaar voor mannen en zestig jaar voor vrouwen. Begin de jaren negentig is deze materie evenwel in beweging gekomen. De wetgever voerde toen een flexibele pensioenleeftijd in, die tot gevolg had dat zowel mannen als vrouwen vanaf de leeftijd van zestig jaar met pensioen konden gaan. Sommigen hebben daaruit afgeleid dat de normale pensioenleeftijd daarmee ook veranderd was. Maar volgens de belastingadministratie had de invoering van de flexibele pensioenleeftijd geen gevolgen op fiscaal gebied. Voor de taxatie van pensioenkapitalen hield men vast aan de leeftijd van vijfenzestig jaar voor mannen en zestig jaar voor vrouwen.

Die stelling werd halfweg de jaren negentig indirect door de wetgever bevestigd. In een interpretatieve wet liet hij weten, dat ondanks de flexibiliteit van de pensioenleeftijd, de normale pensioenleeftijd nog steeds geacht moest worden vijfenzestig jaar te zijn voor mannen en zestig jaar voor vrouwen.

Volmachten.

De volgende stap is gezet in het kader van de volmachtenwetgeving die in de tweede helft van de jaren negentig van kracht was. Van die volmachten is gebruikgemaakt om de pensioenleeftijd voor vrouwen op te trekken van zestig naar vijfenzestig jaar. Maar die verhoging gebeurt geleidelijk. Vanaf 1 juli 1997 werd hij van zestig op eenenzestig jaar gebracht. Sedert 1 januari 2000 is hij opgeklommen naar tweeënzestig jaar. Vanaf 1 januari 2003 wordt dat drieënzestig jaar. Vervolgens vierenzestig jaar vanaf 1 januari 2006, om uiteindelijk uit te komen op vijfenzestig jaar vanaf 1 januari 2009.

Doorwerking.

De belastingadministratie heeft inmiddels laten weten dat deze geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd voor vrouwen nu wel doorwerkt op fiscaal gebied. Een vrouw van zestig jaar die vandaag met pensioen gaat, en tegelijk vanwege een pensioenfonds een pensioenkapitaal mee naar huis krijgt, ontvangt dat pensioen dus niet meer op de normale pensioenleeftijd, want die is inmiddels met ingang van 1 januari 2000 opgetrokken naar tweeënzestig jaar. Zij ontvangt haar pensioen twee jaar vóór de normale pensioenleeftijd. Het pensioenkapitaal kan in dit geval nog wel de fiscaal gunstige regeling genieten. Want die geldt zolang de pensionering niet meer dan vijf jaar aan de normale pensioenleeftijd voorafgaat. Stel daarentegen dat de vrouw in het voorbeeld nog maar vijfenvijftig jaar zou zijn: het voordelig taxatiestelsel komt dan in het gedrang, omdat zij haar pensioenkapitaal dan ontvangt meer dan vijf jaar voor de normale pensioenleeftijd.

Uitkijken.

Naarmate de normale pensioenleeftijd van vrouwen verder opschuift naar vijfenzestig jaar, zal men in de praktijk dus goed moeten uitkijken hoe ver dat opschuiven al gevorderd is. Kwestie van onaangename verrassingen te vermijden.

In dezelfde gedachtegang heeft de administratie trouwens beslist dat de doorwerking op fiscaal gebied slechts van toepassing is vanaf 1 januari 2000. De pensioenleeftijd van vrouwen is weliswaar reeds vanaf 1 juli 1997 in beweging gekomen; maar voor fiscale doeleinden mocht men er tot eind vorig jaar – bij wijze van administratieve tolerantie – van uitgaan dat die nog steeds zestig jaar bedroeg. Vanaf 1 januari 2000 geldt die tolerantie niet meer. De pensioenleeftijd voor vrouwen bedraagt vandaag 62 jaar. Vrouwen die het fiscaal gunstig taxatiestelsel willen genieten mogen een pensioenkapitaal dat afkomstig is van een pensioenfonds dus ten vroegste ontvangen naar aanleiding van hun pensionering op de leeftijd van minstens 57 jaar (vijf jaar vóór de normale pensioenleeftijd).

Groepsverzekering.

Merk op dat deze regeling niet geldt voor pensioenkapitalen die men bijvoorbeeld van een groepsverzekering ontvangt. Het aanknopingspunt is daar immers niet de normale pensioenleeftijd, maar wel de datum van het normaal verstrijken van het contract.

Bij een groepsverzekering heeft men recht op het voordelig taxatiestelsel als men het kapitaal ten vroegste ontvangt op het ogenblik dat het contract normaal verstrijkt, of naar aanleiding van de pensionering of brugpensionering in een der vijf jaren die voorafgaan aan het normaal verstrijken van het contract. Of nog, opnieuw om de beroepsvoetballers te plezieren, op de normale leeftijd waarop deze fiscaal geprivilegieerden de normale leeftijd bereiken waarop zij hun beroepswerkzaamheid volledig en definitief stopzetten (wat bij hen, zoals gezegd, geacht wordt het geval te zijn zodra zij vijfendertig jaar oud zijn).

Bij groepsverzekeringen heeft de verhoging van de pensioenleeftijd van vrouwen bijgevolg geen rechtstreeks gevolg voor de fiscale behandeling van de uitgekeerde kapitalen. Men moet gewoon kijken naar de datum waarop het contract verstrijkt. Maar het spreekt vanzelf dat de vaststelling van de datum waarop men de contracten wil laten verstrijken, zal worden beïnvloed door de verhoging van de pensioenleeftijd. Het effect is dus indirect.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content