Altijd door de mazen van het net

Willy Van Damme medewerker Trends

Tien jaar geleden nam Kempense Steenkoolmijnen de videoketen Superclub en het bouwbedrijf Pieters-De Gelder over. Hoe beide bedrijven daarna op merkwaardige wijze bankroet gingen, kon u vorige week al in Trends lezen. Deze week gaan we de handel en wandel van kopstuk Marie Jeanne Pieters na. En struikelden over uitgedoofde crematoria, duistere spooksteden en graatmagere vis.

In 1996 ging het familiebedrijf Pieters-De Gelder failliet. Bij het parket van Dendermonde loopt nog steeds een onderzoek naar dit faillissement. Het onderzoek ligt al een tijd zo goed als stil, in afwachting van het verslag van de gerechtelijke expert. Een bijkomende kink in de kabel is de recente benoeming van substituut Filip Van Volsem tot zetelend magistraat. Het zal niet makkelijk worden om een opvolger van zijn kaliber te vinden.

Hoe ver dit dossier is gevorderd en wanneer het ooit zal worden afgerond, is onduidelijk. Marie Jeanne Pieters, voormalig voorzitster van Pieters-De Gelder ( PDG), beweert nooit ondervraagd te zijn geweest. De vier curatoren van PDG hebben een berg werk te verzetten door de trits procedures die lopen tegen Taveirne (de concurrent van PDG waarnaar Marie Jeanne overliep), de Limburgse Participatiemaatschappij, de banken, gewezen PDG-directeur Marc Bekaert en Marie Jeanne Pieters. Zolang het gerechtelijk onderzoek nog aan de gang is, is het werk van de curatoren gedeeltelijk geblokkeerd.

Faillissement en familiedrama

Voor de familie Pieters is het faillissement van PDG ook een familiedrama. Bij het opdelen van de familiezaak die door Gustaaf Pieters en Maria De Gelder werd opgericht, kreeg Marie Jeanne de controle over Permalite Europe. Hollaan, die de familiale participatie in PDG bezat, ging naar broer Jean Pierre Pieters, terwijl Immo-PDG bij zus Ann Pieters terechtkwam.

Sinds het bankroet van PDG is Jean Pierre Pieters een nieuw leven begonnen in Senegal. In Toubacouta, vlakbij Gambia, baat hij de vakantiedorpen Les Palétuviers en Ile Paradis uit. Daarbij horen vele tientallen hectaren aan visgronden en jachtterreinen. Touroperator Neckermann zorgt voor de commercialisatie. Voorts exporteert Jean Pierre exotische vis naar Europa en bezit hij in de havenstad Dakar een maatschappij voor het bevrachten van schepen. Met België lijkt hij zakelijk de bruggen verbrand te hebben. Zijn vennootschappen Bouckaert Brothers, Culinart en Hollaan werden vereffend. Alleen zijn patrimoniumvennootschap J.P.P. blijft nog over. Het bedrijf heeft een balanstotaal van 91 miljoen frank, waarvan 23 miljoen vastgoed en een negatief eigen vermogen van 20 miljoen. Het wordt rechtgehouden door een niet-bancair krediet van 111 miljoen frank.

Ook zus Ann Pieters, een burgerlijk ingenieur met een MBA, is na het debacle van PDG niet bij de pakken blijven zitten. Buiten Immo-PDG, een patrimoniummaatschappij met bijna 90 miljoen frank aan vastgoed en relatief weinig schulden, is zij zakelijk uitsluitend in de bouw actief. Al in 1994 stichtte ze samen met haar echtgenoot Joost De Vleeschouwer de firma Quadratum, een projectontwikkelaar. Begin 1998 namen ze ook Woningbouw Merckaert over, een maatschappij die zich specialiseert in sleutel-op-de-deurwoningen. Het bedrijf boekt een omzet van 84 miljoen en stelt dertig personeelsleden tewerk.

De meest actieve van de familie Pieters is zonder twijfel Marie Jeanne. Onder haar bewind werd het bouwimperium van Pieters-De Gelder uitgebreid tot vastgoed, vishandel en crematoria. Vandaag is Pieters naar eigen zeggen alleen nog in de bouwwereld actief via Taveirne en het dochterbedrijf Chabot. Die worden gerund door haar twee trouwe luitenanten Dany Cappelle en Freddy Eschler, oud-gedienden van PDG die haar in juli 1994 waren gevolgd. Taveirne haalde in 1999 een omzet van 480 miljoen frank, Chabot 93 miljoen frank. Hoewel Pieters het zwaar aan de stok kreeg met de NMBS in haar PDG-periode, blijkt zij dus toch nog een totale omzet van 573 miljoen frank en een nettowinst van bijna 60 miljoen te halen uit haar werk voor de Spoorwegen.

Ook haar trouwste medewerker Marc Bekaert is overigens nog actief in de bouwwereld. Hij zit in Building & Engineering, dat zich onder meer specialiseert in de constructie van bioscoopcomplexen. Het bedrijf haalde in 1999 een omzet van 507 miljoen frank en een nettowinst van 8 miljoen. Er werken 23 mensen. Hij is niet langer aandeelhouder van Decatron International, de bioscoopbouwer van de groep Kinepolis. In samenwerking met de bouwgroup Cosimco bouwt hij nu cinemazalen voor rivaliserende bioscoopuitbaters. Building & Engineering heeft ook twee dochters, Permasystems en het Zwitserse CBE Spezialbau.

In zak en as

Weinig van Marie Jeannes exploten zijn een succes geworden. Neem haar crematoria bijvoorbeeld. In 1987 ging ze samenwerken met Filip Soete, een verkoper van plastic bloemen. Hoewel de toenmalige Brugse burgemeester Frank Van Acker de initiatiefnemer was voor de oprichting van één Vlaamse gemeentelijke intercommunale voor crematoria, veranderde hij begin 1987 plots van gedachte en ging in zee met Pieters en Soete. In februari van dat jaar richtten Soete en Pieters Crematorium Brugge op. Het was de eerste van een reeks crematoria, niet alleen in België maar ook in Groot-Brittannië, Ierland en Spanje. Naast Brugge kwamen er in 1988 crematoria in Hasselt en Bergen en in 1990 in Vilvoorde.

Rond deze activiteit werd een bijna ondoorzichtig kluwen van vennootschappen geweven – vijftien alleen al in België. Van een juiste waardering van de groep is dan ook geen sprake. Wel heeft Crematec Marketing, dat sinds kort eigenaar is van de vier Belgische crematoria, in totaal 595 miljoen frank aan financiële activa. Daartegenover staat een eigen vermogen van amper 1,1 miljoen frank, een kapitaal van 1,25 miljoen en financiële schulden ten belope van 629 miljoen. Via Crematrade bezitten Pieters en Soete ook zes Spaanse vennootschappen. En alhoewel Filip Soete vroeger elke betrokkenheid bij de Britse Cirrus Group Ltd ontkende, blijkt uit documenten van het Britse handelsregister het tegendeel. Soete is sinds 1 april 1997 directeur van deze limited liability company; Crematrade en Funeralia zijn de twee enige aandeelhouders. Crematrade maakt in zijn jaarrekening geen melding van dit aandeelhouderschap. In 1998 had Cirrus Group totale activa van 466.455 pond (31,2 miljoen frank). Cirrus Group bezit ook nog Funeral Assistance Ltd, New Crematoria Ltd en The Telford Crematorium Ltd.

De crematoria van Soete en Marie Jeanne Pieters kwamen in september 1994 onder vuur te liggen. In de media dook het verhaal op dat de as van de overledenen in het Vilvoordse crematorium werd gemengd. Dat kon gebeuren omdat de lijken de één na de ander werden verbrand, zonder na elke verbranding de oven stil te leggen en te reinigen. Het gevolg was dat de nabestaanden een asmengsel kregen waarin zij hun dierbare overledene niet herkenden.

Eerst ontkende Soete de feiten. Daarna schoof hij de schuld in de schoenen van een lokale medewerker. Soete werd in eerste aanleg veroordeeld en zijn medewerker, die alleen de orders van zijn baas opvolgde, kreeg opschorting. In beroep ontdekte men echter een procedurefout: het parket was in zijn vordering vergeten te vermelden dat Soete een blanco strafregister had. Door de fout ontliep Soete zijn straf.

Of toch niet. Als gevolg van de rel besloot de regering alle privé-crematoria vanaf 1 januari 2003 te verbieden. Soete probeerde nog de meubels te redden door via het stadsbestuur van Brugge te lobbyen voor gemengde intercommunales. Dit jaar kondigde de Vlaamse regering echter aan dat gemengde intercommunales in de toekomst niet meer mogen. Dat is het einde van de Vlaamse crematoria van Soete en Pieters.

Marc Bekaert en Marie Jeanne Pieters namen in juli 1996 al ontslag als bestuurder bij de crematoria van Hasselt en Brugge en in december 1998 bij dat van Vilvoorde. Ze blijven wel bestuurder van het crematorium in Bergen en van Investum. Filip Soete ontkent dat echter: “Marie Jeanne Pieters heeft ontslag genomen uit alle vennootschappen. Blijkbaar is er iets fout gelopen bij de neerlegging van de stukken.” Soete ontkent dat Pieters’ vertrek iets te maken heeft met de problemen in Vilvoorde. Haar rol zou beperkt zijn geweest tot risicokapitaalverstrekker.

Een spookstad

Marie Jeannes vastgoedprojecten lopen ook niet van een leien dakje. Alleen haar firma Mauriwa, de eigenaar van het Novotel in Waver, kan als een gedeeltelijk succes worden beschouwd. Het bezit een vastgoedportefeuille van 230 miljoen frank. Daartegenover staat wel een hypothecaire schuld van 265 miljoen. Winst is er dan ook niet.

Het duo Pieters-Bekaert is vooral in Brugge actief in projectontwikkeling. Het heeft de stad weinig eer opgeleverd. Gruuthuuse Projects is eigenaar van een winkel en De Vlaming is een prachtige winkelgalerij met een zestal appartementen. Op twee na staan de flats echter leeg en de winkelgalerij heeft de allures van een spookstad. Alleen een bakkerszaak aan de straatkant is nog open. Een insider: “Het probleem is onder meer dat de huurprijs veel te hoog ligt. De eigenaars willen de huur niet verlagen. Bovendien zijn winkelgalerijen in Brugge niet populair. Dat hadden ze kunnen weten. En je vraagt je af waarom het zo duur gekocht is: tegen bijna het dubbele van de waarde.”

Marie Jeanne Pieters geeft de problemen toe: “Ik heb nu goede contacten met een bank die zich er zou willen vestigen. Zo hoop ik de zaak te kunnen rechttrekken. Blijkbaar zijn dergelijke projecten een kwestie van geduld.”

Visserijoorlog in Zeebrugge

Ook Seafront lijkt een fiasco. Seafront is de firma die de oude vismijn in Zeebrugge uitbaat en de inrichter van een thematentoonstelling. Buiten de twee goed boerende restaurants Fishbone en Moby Dick van de Oostendse gebroeders Marchand, staat het grootste deel van de Seafront-winkels leeg. Terwijl aan de overkant van de Vismijnstraat winkels, restaurants, cafés en vishandels bruisen van leven. Weerom is het de hoge huur die potentiële huurders afschrikt. De buurt hoopte dat de gerenoveerde vismijn voor een opleving van de wijk zou zorgen, maar zo wordt het niets. De thematentoonstelling, alhoewel aanzienlijk verbeterd in vergelijking met de beginperiode, is nog steeds geen succes.

Vis is de hoofdactiviteit van Marie Jeanne Pieters. Ze stortte zich voor het eerst in de vishandel in 1987, met de oprichting van de Zeebrugse Visveiling. Haar komst zorgde wel voor een storm in de visserijwereld: ze kreeg van het Brugge van burgemeester Van Acker zomaar de vismijn in erfpacht. De openlijke vijandschap van toen is inmiddels geluwd. Wel is de vismijn pas sinds 1998 winstgevend en ontsnapte die ternauwernood aan een faillissement. De mijn is nu gehuisvest in de achterhaven, in een nieuw gebouw dat nog door PDG is neergezet. Pieters weigerde echter de laatste schijf te betalen wegens ‘slecht werk’ door PDG. Een gerechtelijk expert floot haar terug.

De Zeebrugse Visveiling, nu European Fish Centre genaamd, is de grootste Belgische vismijn geworden, met een omzet van 2 miljard frank in 1999. De rentabiliteit blijft echter mager: de winst bedroeg dat jaar amper 2,1 miljoen. Het bedrijf werd trouwens in 1998 door de RSZ gedagvaard nadat er een geschil over de betaling van sociale bijdragen was ontstaan.

Marie Jeanne Pieters heeft echter Europese ambities. In 1998 richtte ze de European Association of Fishing Ports & Auctions ( EAFPA) op, waarvan zij ook de voorzitster is. De vereniging telt nu 130 leden. In deze wirwar van ondernemingen is het niet altijd duidelijk in hoeverre Marie Jeanne Pieters aan de touwtjes trekt en mede-aandeelhouder is. De aandeelhouders hoeven zich wettelijk immers niet te vertonen. Typisch is dat zij geen bestuurder is bij European Fish Centre, maar wel Marc Bekaert, haar rechterhand.

Internetkapers op de kust

Eveneens in 1998 start Pieters met de Pan European Fish Auctions ( PEFA), tegenwoordig haar voornaamste activiteit. De bedoeling is de visveilingen en de kopers in Europa via het internet met elkaar te verbinden. Via www.pefa.com kan iedere viskoper in Europa bieden op de aangesloten veilingen. Daarbij rekent PEFA als commissie 2% op elke verkoop die buiten een bepaalde geografische zone wordt verhandeld. Op dit ogenblik zijn er negen aangesloten visveilingen, waaronder Pieters’ vismijnen van Zeebrugge en Milford in Groot-Brittannië. Die leden zijn allemaal in het Verenigd Koninkrijk en Nederland gevestigd. De grootste lijkt die van de Nederlandse United Fish Auctions, die vismijnen in Stellendam, Scheveningen en Colijnsplaat verenigt.

Begin dit jaar wist Pieters voor PEFA ook 200 miljoen frank aan risicokapitaal te versieren bij het Zwitserse Crédit Suisse. Die centen waren broodnodig. Eind 1999 was de 50 miljoen frank kapitaal bijna volledig opgesoupeerd. In België was de interesse bij venturekapitalisten voor haar internethandel klein. “In België staan we nog achter op het vlak van e-commerce,” repliceert Marie Jeanne Pieters. Nu hebben twee Zwitserse bestuurders een zitje in de bestuursraad, naast Pieters, Bekaert en Cappelle.

Inmiddels is er een grote kaper op de kust verschenen. Het Amerikaanse en veel grotere Gofish.com vestigde dit jaar zijn Europese hoofdkwartier in Brussel en wierf hiervoor onmiddellijk zestig mensen aan. Zeker nu de grote euforie over internethandel plaats ruimt voor wantrouwen, is het verre van zeker dat PEFA het succes wordt waar Marie Jeanne Pieters op hoopt.

willy van damme

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content