Als we de strategie nu ook eens uitvoeren?

Strategietoeristen orakelen graag en gretig over hun visie, maar hebben niet de vaardigheid (of vinden het niet opportuun) om hun evangelie om te zetten in de praktijk. Jeroen De Flander zet dat type managers af tegen strategiehelden, meteen ook de titel van zijn boek.

Strategiehelden bouwen hun strategie nauwgezet op en zorgen ervoor dat ze ook uitgevoerd wordt. Ze zijn niet bang om de handen vuil te maken, om te kijken wat werkt en bij te sturen wanneer de omstandigheden dat vereisen. De tweedeling tussen strategietoeristen en -helden klinkt vanzelfsprekend, maar blijkbaar is gezond boerenverstand niet zo overvloedig aanwezig in de bedrijfswereld en andere arbeidsoorden. Prompt diept de Vlaamse strategieconsultant Jeroen De Flander een resem studies op die aantonen wat al die ondernemingen mislopen door het flagrante negeren van het meest voor de hand liggende principe: het uitvoeren van de plannen. Zo leest hij in Harvard Business Review dat bedrijven amper 40 tot 60 procent van het potentieel van hun strategie gebruiken. Vertaald naar de praktijk: “Stel dat je een verhuisfirma leidt. En elke dag verlies je 60 van de 100 dozen die je verhuist. Hoe lang duurt het voor je bedrijf failliet gaat, denk je?”

De Flander grossiert in zulke vereenvoudigingen, die fungeren als een wake-up call. Daarmee distantieert hij zich van de vele complexe strategiemodellen die we doorgaans geserveerd krijgen in managementboeken of MBA-cursussen. Als wekker heeft het boek ontegensprekelijk zijn nut, maar dan volgt onvermijdelijk de meesterproef: welk advies reikt De Flander zelf aan?

Op het eerste gezicht slaagt de consultant con brio. Getrouw aan zijn eigen devies om niet te verdwalen in gecompliceerde structuren, schuift hij een helder strategie-implementatiemodel naar voren. Dat biedt een keurig overzicht van de nodige prestaties, zowel individueel als organisatorisch.

Op die manier zorgt De Flander voor een beter te doorgronden tegenhanger van de beruchte balanced scorecard waarmee Robert Kaplan en David Norton al in 1992 furore maakten. Dat instrument was weliswaar bedoeld om strategie accurater te meten, maar werd en wordt vooral gewaardeerd als een kompas waarmee managers de implementatie van hun strategie in het oog houden. Welke koers varen ze? Waar en wanneer moet er bijgestuurd worden?

Op de fundamenten van de balanced scorecard is ook anno 2011 weinig aan te merken, maar ook dat instrument veroorzaakt vaak meer bureaucratie dan actie – en dan drukken we ons beleefd uit. De Flander zorgt voor een bruikbaar model en een praktische leidraad, wat finaal het grootste compliment is voor een managementboek.

Toch rammelt het raamwerk, vooral omdat De Flander te veel tips wil wurmen in een te nauw bestek. Dat werkt altijd frustrerend. We zien veel Vlaamse vlijt om alles te vatten, van communicatietips, via coaching tot management- ontwikkeling. Helaas lijken we daardoor vaak in een deel van een ander boek te belanden, wat een springerige, chaotische en onvoltooide impressie nalaat. Bovendien blijven de al te zuinige cases te vaag om nog iets extra’s toe te voegen. Al mogen al deze kanttekeningen niet het zicht ontnemen op de basisverdienste van dit boek.

Jeroen De Flander, Strategiehelden, die Keure, 2011, 159 blz., 24,95 euro

STEVEN LESCAUT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content