‘Als je in België produceert, kun je moeilijk prijskampioen zijn’

De glassector wordt gedomineerd door mastodonten als het Japanse Asahi en het Franse Saint-Gobain. Maar het is goed leven van de niches in die markt. Dat toont het West-Vlaamse familiale Deknudt, de Europese marktleider in dubbelwandige spiegels voor badkamerkasten. Nu nog optornen tegen de torenhoge energieprijzen.

De 300 meter lange productielijn, die een laagje zilver op glas aanbrengt, wordt slechts deels gebruikt. Naast die lijn staan rijen grote glazen oppervlaktes, klaar voor verwerking. “Tijdens het productieproces moeten we het glas enkele keren heel snel verwarmen en vervolgens heel snel afkoelen”, vertelt Francis Deknudt (68) tijdens de rondgang bij de spiegelproducent in het West-Vlaamse Deerlijk. “Die ovens werken op elektriciteit. Dat proces vergt een extreem intens energieverbruik. We zijn de grootste elektriciteitsverbruiker in onze gemeente.”

Deknudt Mirror Works luidt de officiële naam van de onderneming. De nv is de laatste Vlaamse familiale kmo die actief is in glasverwerking. De belangrijkste grondstof, het glas, betekent 30 procent van de productiekosten. Dat wordt aangevoerd via de grote Europese glasproducenten AGC, dat een fabriek heeft in Zeebrugge, en het Franse Saint-Gobain. Deknudt verwerkt het glas tot spiegels.

Net als de grote glasproducenten zag ook het familiebedrijf zijn energiefactuur exploderen. “Onze kosten voor energie, hoofdzakelijk elektriciteit, zijn de voorbije drie jaar meer dan verdrievoudigd”, maakt Jan Deknudt (43) de rekening. De derdegeneratietelg van de onderneming nam in 2019 de fakkel over van zijn vader Francis, die sinds 1986 het bedrijf leidde (zie kader Derde generatie). “We leggen momenteel 2.000 zonnepanelen op het dak van onze fabriek, waarmee we 40 procent van onze elektriciteitsbehoefte zullen dekken. Bovendien hebben we ons verbruik het voorbije jaar met 18 tot 19 procent teruggeschroefd. We gaan veel bewuster met energie om. Sommige machines worden nog slechts drie in plaats van vier keer per week opgestart. Het opwarmen van de ovens is een enorme kostenpost.”

Kerngezonde kampioen

Toch slaakte Deknudt Mirror Works de voorbije maanden geen alarmkreten door de torenhoge energieprijzen. Het bedrijf heeft gelukkig een kerngezonde balans (zie tabel). Al driekwart eeuw bewijst de West-Vlaamse kmo zijn plaats in de markt. Grootvader Frans startte in 1946 het familiebedrijf. Deknudt ontpopte zich de voorbije decennia tot een verborgen kampioen: een topspeler in een heel specifieke niche. “Drie vierde van onze productie bestaat uit dubbelwandige spiegels voor badkamerkasten. In die niche zijn we de Europese marktleider. We maken dus geen spiegels die je gewoon tegen de wand hangt in de badkamer”, duidt Jan Deknudt. “Als een consument zo’n badkamerkastje koopt, komt de dubbelwandige spiegel bijna zeker van bij ons, ook al staat onze naam er niet op. Wij leveren ons product aan badkamermakers zoals het West-Vlaamse Dekeyzer en Detremmerie, of het Duitse Burgkama of Keuco.” Duitsland is de grootste afzetmarkt voor de West-Vlaamse kmo, die vooral in eigen land en de buurlanden verkoopt. De onderneming mikt op het hogere marktsegment. Een doorsneebadkamer kost 15.000 euro, Deknudt levert spiegels voor badkamers van 25.000 euro en meer. “We hebben een heel goede reputatie in de markt”, vindt Francis Deknudt. “We zijn niet de goedkoopste. Als je in België produceert, kun je moeilijk een prijskampioen zijn. Wel maken wij badkamerspiegels die een heel leven meegaan. Onze kernkennis is onder meer de corrosiebestendigheid. Daarmee behoren we tot de beste van de wereld. Badkamers zijn vochtige plekken. Gewone spiegels krijgen na vijf tot tien jaar te lijden onder corrosie.”

Spiegels voor Versace

Naast de badkamerspiegels heeft het familiebedrijf nog een tweede niche: designspiegels. Die activiteit verloopt via de bv Deknudt Mirrors. De familiale groep legt geen geconsolideerde balansen neer, maar vorig jaar leverden de badkamers 9 miljoen euro omzet, de designspiegels 2,65 miljoen euro.

De designspiegels worden samen met een ontwerper ontwikkeld en geproduceerd in Deerlijk. De spiegels worden bijvoorbeeld met zeefdruk bewerkt. “We hebben ruim tweeduizend zeven met unieke designs in onze ateliers. Elke week komen er nieuwe bij”, duidt Francis Deknudt. De onderneming heeft al een collectie van 250 designspiegels. “Die verkopen we wel onder de eigen merknaam Deknudt, wereldwijd. We hebben bijvoorbeeld een importeur in Japan”, vertelt CEO Jan Deknudt. “We willen unieke spiegels maken. Als je verliefd wordt op een spiegel, doen de prijs en de afstand er nauwelijks toe. Die spiegels moeten een woning mooier maken. Ze reflecteren licht en vergroten de ruimte.”

De projectmarkt, hotels, interieurontwerpers en binnenhuisdecorateurs vormen het kernpubliek. Ook de Franse winkelketen van duurder meubilair Roche Bobois liet een spiegelmodel ontwerpen. De kmo uit Deerlijk maakt ook designspiegels voor het modemerk Versace.

Onzekere consument

En toch was 2022 een moeilijk jaar. “Tijdens de pandemiejaren 2020 en 2021 groeide onze omzet organisch telkens met een tiende. Heel veel consumenten wilden een nieuwe badkamer”, zag Jan Deknudt. “Dat effect ebde vorig jaar weg. Vooral vanaf september werd het kalmer, als gevolg van de hoge inflatie en het feit dat zowat alles extreem veel duurder werd. Voeg daarbij de oorlog in Oekraïne en de hoge energieprijzen. De consument werd onzekerder.”

Toch bleef de omzet het voorbije jaar stabiel. “Door drie prijsverhogingen, voor in totaal 15 procent”, aldus Jan Deknudt. “We konden niet anders. Anders was al onze winst onmiddellijk weg. De winst zal duidelijk lager zijn dan in 2021. We kunnen de prijsverhogingen slechts deels doorrekenen. We lopen steeds achterop. Als we evenveel zouden hebben verkocht als in 2021, zouden onze kosten 1 miljoen euro hoger hebben gelegen. Ook de loonindexering deed ons pijn.”

Toch ziet de spiegelproducent de vraag weer aantrekken. “De organische omzet kan dit jaar met een vijfde zakken. We kunnen de omzet verhogen als we nog gesofisticeerdere en dus duurdere producten leveren. Daarnaast mikken we op nieuwe klanten. Het gaat om twee tot drie grote klanten, waarmee we al jaren spreken. We hadden het opgegeven, nadat ze tot vijf keer toe geen interesse hadden getoond. Maar we gaan die dit jaar opnieuw contacteren en bezoeken.”