ALS HET IN DUITSLAND REGENT…
Stellen dat wat er reilt en zeilt in de Duitse economie van groot belang is voor België, is méér dan het intrappen van een open deur. Hoe moeten we ons die algemene waarheid echter concreet voorstellen ? Een analyse rond vier kernpunten.
Het Belgische monetaire beleid wordt volledig bepaald door het Duitse sinds de strakke koppeling van de frank aan de mark. Duitsland domineert zo volkomen één van de belangrijkste macro-economische beleidshefbomen van ons land. De renterekening die Belgische particulieren en ondernemingen in de post krijgen, wordt in belangrijke mate bij de Bundesbank in Frankfurt afgestempeld.
België leeft van de export. Verleden jaar voerden onze bedrijven in totaal voor ruim 5000 miljard frank uit (het BBP van 1996 bedroeg 8260 miljard). Zoals tabel A aangeeft, kwam bijna 20 % van die exportstroom terecht bij onze oosterburen. Het spreekt dan ook voor zich dat het een hele slok op de borrel scheelt of die Duitse economie kwakkelt of behoorlijk groeit. Wanneer de trendgroei van de Duitse economie onder de 2 % zakt (zie hoofdverhaal), is dit meteen een belangrijke waarschuwing voor onze exporteurs. Hoe luidt die boodschap ? Verwacht niet te veel volumegroei, reken met scherpere concurrentie en dus kleinere marges en zoek alternatieve markten. Wat de investeringsstromen betreft, was Duitsland in 1995 en 1996 minder dominant. Nederland, Italië, de Verenigde Staten en Engeland waren belangrijkere investeerders bij ons (zie tabel B). Deze cijfers moeten wel met de grootste omzichtigheid geïnterpreteerd worden. Naast de grote rol van de coördinatiecentra in deze stromen, spelen vaak ook belangrijke eenmalige effecten.
De conjunctuur tenslotte houdt een verrassing in zich. Op het eerste gezicht zou men verwachten dat precies omwille van het enorme belang van Duitsland voor Belgische ondernemingen en hun afzet, de conjunctuurevolutie in België erg parallel zou lopen met de Duitse. Niets is echter minder waar. Uit berekeningen verricht op het Franse statistische bureau INSEE blijkt immers dat voor de periode 1960-1994 de Belgische conjunctuur bijna perfect aansluit op de… Franse (zie tabel C).
Blijkbaar zitten wij qua conjuncturele evolutie ook dichter bij Spanje, Italië en zelfs Japan dan bij Duitsland. Opnieuw is echter omzichtigheid geboden. De INSEE-berekingen houden immers geen rekening met de zogenaamde
leads en lags. Deze leads en lags betekenen dat bijvoorbeeld de conjunctuurevolutie van land A door land B zeer nauw wordt gevolgd, maar wel met 6 maanden vertraging. Zulk een gegeven produceert een lage samenhang in de INSEE-aanpak. Traditioneel geldt dat België, door de aard van zijn productassortiment (veel halffabrikaten), enige maanden voorop loopt op de Duitse conjunctuur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier