Advocaten met of zonder BTW?

Door recente beslissingen van de BTW-administratie zijn buitenlandse advocaten in veel gevallen ook vrijgesteld van de Belgische BTW.

België is een van de lidstaten van de Europese Unie waar advocaten (nog) niet onderworpen zijn aan de BTW. In België hebben advocaten voor de toepassing van de BTW het statuut van vrijgestelde “belastingplichtigen zonder recht op aftrek van de voorbelasting”. In mensentaal betekent dit, dat ze in principe weliswaar als BTW-plichtigen worden beschouwd, maar dat zij ervan vrijgesteld zijn om BTW aan te rekenen aan hun cliënten. De keerzijde van de medaille is dat zij – anders dan bij gewone BTW-plichtigen het geval is – geen recht hebben op recuperatie van de BTW die zij zelf betalen aan hun eigen leveranciers of dienstverrichters (bijvoorbeeld de BTW die ze betalen bij de aankoop van een computer).

Verschil. Voor de Belgische cliënten maakt dit geen verschil. Voor hen telt alleen de boodschap dat zij aan hun advocaat geen BTW hoeven te betalen. Dat zou pas anders zijn als advocaten in België niet vrijgesteld zouden zijn van de aanrekening van BTW. De prijs die men aan een advocaat betaalt, zou dan meteen omhoog gaan (met de aangerekende BTW). Voor bedrijven die zelf de hoedanigheid van gewone BTW-plichtigen hebben, is dat allemaal niet erg. Zij kunnen de betaalde BTW recupereren. Voor de anderen wordt de prijs gewoon iets hoger.

Maar geen paniek, de Belgische advocaten blijven tot nader order vrijgesteld van de aanrekening van BTW. Op termijn zal dat anders zijn. De Europese spelregels eisen immers dat België zijn gewone BTW-stelsel vroeg of laat op zijn advocaten toepast. Alleen ziet men een Belgisch minister van Financiën die stap nog niet zo gauw zetten.

Buitenland. België heeft echter veel buitenland. Bedrijven hebben daardoor niet alleen te maken met de Belgische rechtsorde, maar in zeer veel gevallen ook met het recht in het buitenland. Ons land heeft bovendien, door zijn centrale ligging en als gastland van nogal wat internationale instellingen, het voorrecht dat menig buitenlands advocatenkantoor zich geroepen voelt om in België een vestiging te hebben.

Op BTW-gebied heb je daarmee de poppen aan het dansen. Want advocaten zijn in het buitenland in veel gevallen wél gewone BTW-plichtigen. Dat wil zeggen dat ze het gewoon zijn om in hun eigen land BTW aan te rekenen, maar dat ze in hun contacten met België geconfronteerd worden met een BTW-stelsel waarin advocaten vrijgesteld zijn van de aanrekening van BTW. Dat leidt voorspelbaar tot serieuze moeilijkheden. De vraag is dan immers of ze in hun contacten met België wel of geen BTW moeten aanrekenen. Het antwoord is uiteraard van bijzonder belang.

Neem bijvoorbeeld een Belgisch advocatenkantoor dat voor een probleem een beroep doet op een buitenlandse correspondent. De Belgische advocaten zijn, zoals gezegd, in België vrijgesteld van BTW “zonder recht op aftrek van de voorbelasting”. Als ze BTW moeten betalen op de prestaties van hun buitenlandse correspondenten, dan kunnen ze die BTW niet recupereren. Die BTW wordt daardoor een element dat de kostprijs van dit buitenlandse advies verhoogt, en dat derhalve – normaal gezien – doorgerekend zal worden aan de cliënt.

Als ze daarentegen geen BTW moeten betalen op de prestaties van hun buitenlandse correspondenten, dan blijft de kostprijs van het advies (op het stuk van de BTW) gelijk.

Opdrachtgevers. Moeten buitenlandse advocaten BTW aanrekenen op prestaties die ze voor Belgische cliënten verrichten?

Dat hangt om te beginnen af van wie de opdrachtgever is. Als de opdrachtgever een particulier is die in België gevestigd is, dan vindt de dienst in de regel plaats waar de dienstverrichter (in casu, de advocaat) gevestigd is. Een Belgische particulier die een beroep doet op een Belgische advocaat, betaalt geen BTW. De dienstverrichter is immers in België gevestigd, en daar geldt zoals gezegd de regel dat op de prestaties van advocaten geen BTW aangerekend wordt. Doet dezelfde particulier bijvoorbeeld een beroep op een advocaat in Nederland, dan zal het kostenplaatje er helemaal anders uitzien. De dienst die de Nederlandse advocaat verricht, zal dan immers geacht worden in Nederland plaats te vinden, en daar geldt wel de aanrekening van BTW.

Stel dat de opdrachtgever daarentegen iemand is die in België gevestigd is, en die zelf de hoedanigheid heeft van (al dan niet vrijgestelde) BTW-plichtige (een onderneming, een advocatenkantoor enzovoort). Volgens de (ingewikkelde) regels van de BTW-reglementering worden de diensten van buitenlandse advocaten in dit geval geacht niét plaats te vinden waar de advocaat gevestigd is, maar wél waar de opdrachtgever zijn vestigingsplaats heeft. In het voorbeeld is dat in België. De buitenlandse advocaat zal bijgevolg geacht worden zijn diensten in België te verstrekken. Hij valt daardoor onder toepassing van het Belgische BTW-stelsel.

Betekent dit dat op zijn prestaties BTW verschuldigd is? Voor het antwoord moet men te rade bij de Belgische BTW-wetgeving. Die stelt “advocaten” vrij van belastingheffing. Geen BTW-heffing dus. Althans niet voor zover België bereid is om de buitenlandse confraters – voor de toepassing van de BTW – ook als “advocaten” te bestempelen.

Balie. Tot voor kort was dit niet het geval. De Belgische BTW-administratie ging ervan uit dat de vrijstelling van belastingheffing waarin de Belgische wetgeving voorziet, alleen van toepassing was op advocaten die bij een Belgische balie ingeschreven zijn. Maar onder druk van de Europese Commissie heeft België zijn standpunt een aantal maanden geleden herzien. Sindsdien geldt de regel dat advocaten uit andere Europese lidstaten – en die daar ingeschreven zijn bij hun plaatselijke balie – ook kunnen bogen op de Belgische regeling die de vrijstelling van BTW voorschrijft.

Dit is zonder meer een belangrijke verbetering. Een Belgisch advocatenkantoor dat bijvoorbeeld een beroep doet op de medewerking van een Nederlands advocatenkantoor, moest voorheen de BTW-heffing ondergaan (zonder die BTW te kunnen recupereren). In de nieuwe regeling is op dezelfde prestatie (van het Nederlandse kantoor) geen BTW meer verschuldigd. De prestatie wordt immers geacht in België plaats te vinden, en België verleent vrijstelling van BTW-heffing, ook als de advocaten bijvoorbeeld ingeschreven zijn bij een Nederlandse balie.

Vennootschap. Een andere heikele kwestie betreft de buitenlandse advocatenvennootschappen. Bij dergelijke vennootschappen heb je immers niet te maken met één enkele advocaat, maar wel met een grote groep van advocaten. Hoe maak je dan uit of de vennootschap wel of geen beroep kan doen op de vrijstelling van belastingheffing waarin de Belgische wetgeving voorziet?

Op dit punt heeft de Belgische BTW-administratie onlangs een standpunt ingenomen dat in menig buitenlands kantoor (met vestiging in België) voor de nodige opschudding kan zorgen. Tot voor kort ging men ervan uit dat een Belgische vestiging van een buitenlandse advocatenvennootschap pas in aanmerking kwam voor de vrijstelling van de BTW-heffing (in België) op voorwaarde dat de meerderheid van haar vennoten in België bij een balie ingeschreven was. Sinds kort aanvaardt de Belgische BTW-administratie dat hetzelfde ook geldt als de meerderheid van de vennoten ingeschreven is bij een balie van een Europese lidstaat.

Maar of die advocatenvennootschappen daar erg gelukkig mee zullen zijn, is nog zeer de vraag. De vrijstelling die de Belgische BTW-administratie hen toedicht, is weliswaar voordelig in hun contacten met particulieren. Maar daar zullen ze meestal weinig binding mee hebben. Hun contacten betreffen op de eerste plaats “ondernemingen”, en die hebben (meestal) geen last van BTW-betalingen (omdat ze de BTW in de meeste gevallen toch kunnen recupereren). De meer uitgebreide vrijstelling waarin nu ten aanzien van buitenlandse advocatenvennootschappen (in de Europese Unie) wordt voorzien, heeft daarentegen een ander gevolg: de buitenlandse advocatenvennootschappen die in België onder de nieuwe regeling vrijgesteld worden van het aanrekenen van BTW, zullen minder “voorbelasting” kunnen recupereren.

We herhalen het: wie vrijgesteld is van het aanrekenen van BTW kan – de keerzijde van de medaille – ook geen BTW recupereren (die bijvoorbeeld betaald is bij het aankopen van goederen die voor het uitoefenen van het beroep worden gebruikt).

Voordeel. Maar er zijn niet alleen verliezers. De advocatenvennootschappen die buiten de Europese Unie gevestigd zijn, kunnen hun voordeel doen bij de nieuwe regeling. Zonder in detail te treden, heeft de nieuwe regeling bij hen (omgekeerd) tot gevolg, dat ze minder snel dan voorheen van de Belgische BTW-vrijstelling kunnen genieten. Voor zover zij (alleen) relaties onderhouden met ondernemingen die de BTW toch kunnen recupereren, heeft die verruimde BTW-heffing geen enkel nadeel.

Het geeft hen daarentegen een groter recht op recuperatie van de BTW die ze zelf aan hun leveranciers en dienstverrichters betalen.

De auteur is advocaat bij Dauginet & Co. en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content