Achter het schandaal
In ‘Democratie tussen spin en web’ zoekt Mark Eyskens de diepere, fundamentele oorzaken van de politieke aardverschuiving op 13 juni 1999.
“De dioxinevergiftiging van de verkiezingsuitslag is een voor de hand liggende en aantrekkelijke verklaring voor de electorale windhoos die op 13 juni 1999 over het Belgische tweestromenland raasde. Door veel vertoornde en gebelgde Belgen en niet-Belgen werd de dioxinecrisis ervaren als het dioxineschandaal en dus als de bittere druppel die de schandalenbeker – tijdens de voorbije jaren steeds meer gevuld – deed overlopen. De regering en de aan de macht zijnde politici werden als vanzelfsprekend met de vinger gewezen, ook al waren zij geendioxinemengers in melk, varkens- en kippenvlees. Het land werd kennelijk zeer slecht bestuurd, was de mening van veel verbolgen kiezers. De antipolitiek kreeg nog meer woeste wind in de zeilen.”
Met deze verbale tornado begint Mark Eyskens (emeritus professor economie aan de KU Leuven, minister van staat en voormalig eerste minister) zijn wervelende zoektocht naar de oorzaken van de recente politieke aardverschuiving in België. Onvermijdelijk wijst hij de dioxine-opera aan als de aanleiding, maar meteen graaft hij dieper: “Meer fundamentele vragen dienen zich aan. Waren de dioxinecrisis en haar electorale gevolgen niet een revelator, een catalysator van een dieperliggende grondstroom van maatschappelijke onvrede en ontevredenheid, van verdrongen angsten en pijnen? Is de burger op 13 juni in de kloof geduikeld die steeds wijder gaapt tussen publiek en politiek, tussen burger-kiezer en zijn politieke vertegenwoordiger? Kan men gewagen van een al dan niet latente crisis van de representatieve democratie? Is het de aloude, vertrouwde politieke partij – in de loop van de twintigste eeuw uitgegroeid tot instituut van de staatshuishouding – die het niet meer doet in de ogen van een steeds kritischer en individualistischer bevolking?”
Vermenning.
De antwoorden op deze en zo mogelijk nog essentiëlere, wijdere en complexere vragen geeft de Leuvense econoom en CVP-politicus in Democratie tussen spin en web. Voor je er erg in hebt, overstijgt het uitwaaierende essay het gehengel naar verklaringen voor een markante verkiezingsuitslag. Eyskens wil de diepere, puur politieke, maar evengoed de economische, maatschappelijke en zelfs ideologische vragen zeker niet ontwijken. Samen groeien alle takken, twijgen en bladeren van dit brede betoog uit tot een forse boom met een consistente conceptuele stam en een keurig afgeronde kruin.
Voor wie ook voorgaande boeken van Eyskens gelezen heeft, bevat Democratie tussen spin en web weinig nieuws. Sommige passages werden zelfs zonder meer geplukt uit vorig werk. Wel brengt Eyskens hier een heldere synthese van zijn gedachtegoed, dat heus veel verder reikt dan het enge politieke forum. Dit is beslist niet het zoveelste marketingboek van een politicus die sandwichman voor zichzelf speelt. Dat blijkt overigens ook al uit het tijdstip van publicatie: het aantal politici dat boeken uitbrengt na een stembusslag is bijzonder schaars.
Eyskens zoekt de onderliggende oorzaak van het wijdverspreide politieke ongenoegen voor een belangrijk deel uit de heerschappij van Men. Daarmee verwijst hij naar de gevolgen van de complexiteit, de afstandelijkheid en de ondoorzichtigheid van het beleid. Hij vergelijkt het beleid dan ook met een non-figuratief schilderij, zonder gezicht, zonder gelaat en zonder profiel. Deze vermenning is onder meer het gevolg “van de verregaande technocratisering en cybernetisering van de hedendaagse samenleving” waarin depersonalisering en vernummering toeslaan.
Telecratie.
Wie vorige zinnen leest, zou volkomen onterecht kunnen concluderen dat Eyskens op kruisvaart trekt tegen de zich momenteel in hypersnel tempo ontbolsterende kennismaatschappij. Eyskens wijst op talloze positieve gevolgen van de informatiemaatschappij. Maar hij is niet blind voor de gevaarlijke paradox dat de kennismaatschappij ook veel onwetendheid produceert. Wie niet mee kan met de internauten, geraakt op de arbeidsmarkt op een dood spoor, ook al lijkt die arbeidsmarkt erg krap. Deze paradox werpt ook een onrustwekkende schaduw op de werking van de democratie.
Overinformatie ontaardt immers al snel in desinformatie, zeker in een telecratie, waarbij de passieve kijker “ofwel het onderscheid niet meer kan maken tussen het essentiële en het bijkomstige, ofwel totaal ontmoedigd in onverschilligheid vervalt.” In die wirwar van (over)informatie en paradoxen dreigt de representatieve democratie ondergesneeuwd te worden. Eyskens ziet een uitweg in een mandaterende democratie – “een democratie van uitbesteding van het beleid aan leiders, beslissers, techneuten, politieke managers, kanseliers, presidenten.” Op Europees vlak is die evolutie al scherp zichtbaar. Deze ontwikkeling vergt wel een verzoening van democratie en leiderschap – een leiderschap dat democratisch is gemandateerd en gecontroleerd.
Mark Eyskens, Democratie tussen spin en web. Universitaire Pers Leuven, 242 blz.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier