Aanval is de beste verdediging
De bijbel van het deze week begonnen sociaal overleg lees je best van achter naar voor. Begin met hoofdstuk 5 van het verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), dat gaat over ons ‘structureel concurrentievermogen’. Die analyse staat helemaal achteraan, maar legt uit waarom het economische model dat ons rijk heeft gemaakt, een beperkte houdbaarheidsdatum heeft. Kort samengevat komt het hierop neer: we beschikken over een heel productieve en kapitaalintensieve economie dankzij de niet-aflatende ijver om de productieprocessen steeds efficiënter te maken, daarbij uiteraard geïnspireerd door de hoge loonkosten.
Maar dit model botst tegen zijn limieten aan, niet alleen omdat technologische grenzen een verdere procesverbetering steeds moeilijker maken, maar ook omdat de internationale concurrentie niet stilzit en steeds productiever te werk gaat. De beangstigende conclusie is dat een te groot deel van ons bedrijfsweefsel het verschil niet kan maken met kennis of vaardigheden, en dus een prijzenoorlog moet uitvechten met China & co om het hoofd boven water te houden. Voorwaar een ongelijke strijd. Een strategie met meer toekomstkansen ligt in de omarming van kwaliteit, innovatie en creativiteit, maar net in die domeinen blinken we niet echt uit, en we doen ook nog te weinig moeite om daar snel verandering in te brengen.
Zolang deze offensieve strategie in goede bedoelingen blijft steken, moet België teruggrijpen naar een defensieve strategie, met loonmatiging als de heilige tactiek van de trainer. Zolang we gevangenzitten in de oude gewoontes, zal het sociaal overleg armtierige marges op een apothekersschaaltje moeten afwegen en zal gemarchandeer met cijfers na de komma het bloed doen koken van beurtelings werkgevers en werknemers.
Op papier zijn de hoge loonkosten zelfs niet eens het grootste struikelblok voor onze concurrentiekracht, want de loonkosten per eenheid product vallen niet uit de Europese toon, en steken alleen af tegen de Duitse matigingsdrift. Maar die loonkosten per eenheid product zijn alleen maar binnen de perken gebleven omdat de minst productieve werknemers op non-actief zijn gezet. En de hoge loonkosten slorpen ook een pak middelen op die bedrijven niet meer kunnen investeren in creativiteit en innovatie. Koken kost geld. Uitmunten is 90 procent transpiratie en 10 procent inspiratie. Dat geldt ook voor een kenniseconomie. Met de briljante ingevingen van het moment zullen we het niet redden. Maar een drastische verlaging van de loonkosten vraagt een drastische herziening van de sociale zekerheid. Dat moet de hoofdschotel van het sociaal overleg zijn, maar die gezonde maaltijd staat niet op het menu. Intussen zijn we veroordeeld om Duitsland te imiteren, terwijl ook de Duitsers absoluut niet uitblinken in toekomstinvesteringen, zo waarschuwt de Gentse econoom Freddy Heylen in dit nummer (blz. 36). Ook Duitsland moet, bij gebrek aan beter, een defensieve strategie van loonmatiging volgen en is dus niet het beloofde land waar de werkgevers van dromen.
Het hele Westen kiest voor het defensief. De VS zeggen voor een sterke dollar te zijn, maar doen alles om de waarde van hun munt te verminderen om hun economie, ten koste van de rest van de wereld, een duwtje in de rug te geven. Europa kreunt al bij de gedachte van een nog sterkere euro. En een Duits geïnspireerd beleid van loonmatiging is ook een verkapte vorm van devaluatie. Het versterkt de concurrentiepositie, en levert banen op, maar ten opzichte van de handelspartners is zo’n politiek niet altijd even netjes. De landen die de handelsoverschotten vergaren, zoals Duitsland, Japan en China, moeten beseffen dat de tekortlanden niet eeuwig de handelstekorten en bijhorende schulden kunnen opstapelen. Als de crisis één ding duidelijk gemaakt heeft, dan is het dat een onevenwichtige wereldeconomie bijzonder instabiel is en weinig vertrouwen wekt. En vertrouwen is het noodzakelijke ingrediënt om voldoende bestedingen en investeringen los te weken die de globale economie aan de praat kunnen houden. Zo niet is de kans groot dat nog meer landen naar een defensieve strategie teruggrijpen, nog meer de lonen matigen, nog meer hun munt depreciëren, of erger nog: handelsmuren optrekken. Dan is het game over voor het mondiale groeimirakel, en dat heeft de G20 al tot bezorgdheid, maar nog niet tot kordate actie bewogen.
Een meer offensieve strategie kan druk van de ketel halen, niet het minst in België. Kijk naar de Scandinaviërs, die hoge loonkosten combineren met werkgelegenheid omdat ze het belastinggeld doordacht spenderen. België is traditioneel sterk in verdedigen, maar de nul houden wordt steeds moeilijker. Een aanvallender houding wordt een must om nog resultaat te halen
Daan killemaes – Redactiecoördinator
Een verlaging van de loon-kosten vraagt een herziening van de sociale zekerheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier