Aansprakelijkheid bestuurders neemt toe
“De aansprakelijkheid van bestuurders werd de voorbije jaren groter”, aldus Annick De Roeck (Loyens Advocaten). “De wetgever schiet met scherp. Helaas worden ook correcte bedrijfsleiders getroffen.”
De evolutie werd in 1997 aangescherpt met de invoering van het nieuwe misdrijf ‘misbruik van vennootschapsgoederen’. Philippe Mulliez (Eubelius): “Naast bestuurders delen ook advocaten, accountants en fiscalisten in de klappen als ze deelnemen aan dat soort praktijken. Het is snel gebeurd. Stel dat een CEO aan zijn advocaat vraagt om de factuur van zijn echtscheiding naar het bedrijf te sturen. Strafbare deelneming aan een misdrijf, kan een rechter oordelen.”
Een ander voorbeeld is de invoering in 2006 van de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders na een faillissement wegens het niet betalen van de bedrijfsvoorheffing, btw of RSZ-bijdrage. De Roeck: “In de praktijk zijn de rechters mild. Een ondernemer die plots wordt getroffen door zware moeilijkheden, zowat alle betalingen stopt en toch failliet gaat, moet niet opdraaien voor die schulden.”
Ook inbreuken van het vennootschapsrecht wegen zwaarder sinds de codificatie (1999), waarbij heel wat bestaande regels plots een speciaal statuut kregen. Alle bestuurders zijn immers hoofdelijk aansprakelijk als een collega een inbreuk pleegt op de vennootschapswet of de statuten. Ze kunnen er slechts aan ontsnappen als ze een openlijk voorbehoud maken tegen die beslissing en de algemene vergadering inlichten. “Veel bestuurders beschouwen dit als verklikking en trachten de zaak op voorhand te regulariseren”, zegt Mulliez. “Maar soms doen ze het wel, zie de dossiers Picanol en LHSP. Het is dan de enige manier om te vermijden dat men wordt meegesleurd door de fouten van een andere bestuurder.”
Andere nieuwigheden zijn een vaste vertegenwoordiger voor managementvennootschappen (die minder geschikt worden als juridische buffer) en de mogelijkheid voor alle schuldenaars om een (eventueel feitelijke) bestuurder bij een faillissement aan te spreken (2002). Vooral banken gebruiken deze mogelijkheid.
Toch is niet alles kommer en kwel. Joost Everaert (Allen & Overy): “De keerzijde van de medaille is dat bestuursverzekeringen alle fouten indekken, op voorwaarde dat er geen opzet in het spel is. Zelfs een grove fout, die heeft bijgedragen tot het faillissement, kan men verzekeren.”
Tegen een strafrechtelijke inbreuk kan dat niet. Mulliez: “Door de toenemende criminalisering van het ondernemingsrecht – op de minste inbreuk staat een straf – is de aansprakelijkheid van bestuurders enorm verzwaard. Wat het opnemen van en bestuursmandaat betreft, een gouden raad: bezint eer ge begint.”
“Bestuurders moeten wakker worden”, waarschuwt zijn confrater Everaert. “Bestuurders bij Fortis en andere beursgenoteerde ondernemingen weten echt wel waar ze mee bezig zijn Zij zullen zich indekken om te vermijden dat ze persoonlijk betalen voor de fouten die de vennootschap, zijzelf of hun medebestuurders begaan tijdens hun mandaat. Heel wat bestuurders in familiale ondernemingen beschouwen hun mandaat echter bijna als een erefunctie. Als het fout gaat, kan hun privévermogen eraan gaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier