AANGIFTE. HET GROTE BEWIJS. Voorstel van aanslag is altijd tijdig

De aangiften in de personenbelasting moeten in de regel uiterlijk tegen 30 juni ingediend zijn. Die termijn moet angstvallig in het oog gehouden worden. Een laattijdige aangifte staat immers gelijk met een niet-aangifte. Met alle gevolgen van dien. De Administratie heeft dan automatisch meer tijd om de aanslag te vestigen. Voorts beschikt zij dan ook over de mogelijkheid om een “aanslag van ambtswege” te vestigen. Met het voor de belastingplichtige weinig benijdenswaardige gevolg dat de bewijslast omgekeerd wordt.

Normaal moet de Administratie het bewijs leveren van het juiste bedrag van de inkomsten van de belastingplichtige. Maar in geval van een aanslag van ambtswege worden de rollen omgekeerd. De aanslag wordt dan gevestigd op het bedrag van de belastbare inkomsten die de Administratie kan vermoeden op grond van de gegevens waarover zij beschikt. En het behoort vervolgens aan de belastingplichtige zelf om het bewijs van het juiste bedrag van zijn belastbare inkomsten te leveren en van de andere gegevens die voor de vestiging van de belasting relevant zijn.

TIJDIG.

Een tijdige aangifte kan dus veel narigheid voorkomen. Maar wat is tijdig ? De aangifte nog snel op 30 juni via de post verzenden, zelfs per aangetekend schrijven, haalt niets uit. De aangifte moet immers ten laatste op 30 juni bij de Administratie toekomen. Een aangifte die op 1 juli toekomt, is te laat.

Waarbij meteen de prangende vraag rijst, hoe je kan bewijzen dat je de aangifte wel degelijk tijdig in de brievenbus van het belastingkantoor hebt gedropt.

De meest voor de hand liggende oplossing bestaat erin naar het belastingkantoor te stappen en een ontvangstbewijs te vragen. Maar ten eerste wil dit zeggen dat je de aangifte inlevert op een ogenblik dat het belastingkantoor voor het publiek toegankelijk is. En ten tweede, dat je veel tijd moet hebben. Wie ooit een ontvangstbewijs gevraagd heeft, weet dat men al gauw van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Zulke lastige klanten ziet men immers niet graag komen. Links en rechts hoort men zelfs vertellen dat sommige belastingkantoren in de praktijk ronduit weigeren om nog ontvangstbewijzen uit te reiken.

Hoe dan wel het bewijs van een tijdige aangifte leveren ? De beste oplossing bestaat er uiteraard in de aangifte goed op tijd in te vullen en ze ook goed op tijd bij aangetekend schrijven te verzenden. Maar dat kost om te beginnen nogal wat zelfdiscipline, en ten tweede ook wat geld.

En het lost uiteraard het probleem niet op van de belastingplichtige die zijn aangifte om gelijk welke reden slechts op het laatste nippertje indient (of kan indienen) en ook graag een bewijs van zijn alsnog “tijdige” aangifte zou willen hebben.

Het antwoord luidt dat er ter zake bij gebrek aan ontvangstbewijs geen onomstotelijk bewijs bestaat. Normaal krijgen de aangiften, zodra ze bij de Administratie toekomen, een vermelding in verband met de datum van indiening. Maar wat als een aangifte verkeerd wordt gelegd, zoek geraakt, bij een verkeerde dienst terechtkomt, enzovoort. Hoe bewijs je dan dat de aangifte alsnog tijdig ingediend was ?

EED.

Op fiskaal gebied gelden alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed. Onder ede verkondigen dat de aangifte tijdig werd ingediend, helpt dus geen stap vooruit. Men zal dus andere, en betere bewijsmiddelen naar voor moeten brengen. Dat moeten niet noodzakelijk onomstotelijke bewijzen zijn. Feitelijke vermoedens, of minstens een geheel daarvan, kunnen evengoed valabel zijn. Het komt er bijgevolg op aan een geheel van elementen bijeen te brengen die minstens de overtuiging bijbrengen dat de “tijdige aangifte” die men voorhoudt, ook overeenstemt met de werkelijkheid. Loutere beweringen volstaan niet.

Wat moet men dan wel doen ? Een deurwaarder onder de arm nemen ? Een video-opname maken (met datum- en tijdsaanduiding) van het plechtige ogenblik van de deponering van de aangifte in de brievenbus van het belastingkantoor ? Moet men getuigen meenemen ? Foto’s maken ? Detectives inhuren ?

Men moet er zich vooral voor hoeden te panikeren. Zoals gezegd, krijgen de aangiften normaal gezien, zodra zij bij het belastingkantoor binnenkomen een vermelding in verband met hun inleveringsdatum. Normaal gezien kan er dus niets mislopen. Het heeft dan ook geen zin dat half België morgen een gerechtsdeurwaarder mobilizeert om het feit van zijn “tijdige aangifte” onomstotelijk te laten attesteren. De meeste Belgen kunnen er bijgevolg mee volstaan hun aangifte zonder meer in de brievenbus van het belastingkantoor te droppen.

Maar men kan goede redenen hebben om toch een bewijs in verband met het tijdig karakter van zijn aangifte te hebben. Bijvoorbeeld omdat men in het verleden al eens narigheid heeft gehad. Of omdat de aangifte ingewikkelder is dan die van een doorsnee landgenoot. Of omdat men zich wegens de bedragen die in het spel zijn, geen enkel fantazietje kan veroorloven. Of gewoon omdat men geen enkel risico wil lopen.

In die gevallen moet men zich wel een bewijs van tijdige aangifte verschaffen. Het beste bewijs het werd al hoger vermeld is nog altijd, de aangifte ruim op tijd invullen en ze per aangetekende brief verzenden.

GEPENSIONEERDEN.

En wat moeten de belastingplichtigen doen die van de Administratie te horen hebben gekregen dat zij geen aangifte meer moeten indienen ? Vorig jaar is men begonnen met het vrijstellen van een groot aantal gepensioneerden van de jaarlijkse aangifteklus ; en dat experiment wordt dit jaar herhaald, met dien verstande dat nog een groter aantal gepensioneerden bij die vrijstelling betrokken wordt.

Die vrijstelling betekent niet dat de betrokkenen zich niets meer van hun belastingen moeten aantrekken. Integendeel. Zij krijgen van de Administratie een “voorstel van aanslag” en worden geacht dit voorstel nauwlettend te onderzoeken. De bedoeling is dat zij vervolgens aan de Administratie de fouten melden die in dit voorstel van aanslag voorkomen. Niet alleen de fouten die in hun nadeel spelen, maar ook de rechtzettingen die moeten gebeuren en die alleen maar in het voordeel van de fiskus zijn.

Het voorstel van aanslag geldt in ieder geval als een “tijdige” aangifte. Men moet de betrokken gepensioneerden dus achteraf niet komen verwijten dat zij geen aangifte hebben ingediend. Als zij nalaten de nodige korrekties te melden, dan kan die aangifte hoogstens de kwalifikatie meekrijgen van een “onjuiste” aangifte. Maar zij kan nooit als een laattijdige aangifte worden bestempeld.

In dit verband is onder meer ook de vraag gerezen wat men moet doen met belastingplichtigen aan wie de Administratie heeft laten weten dat zij geen gewone aangifte meer moeten indienen, en dat zij in plaats daarvan een “voorstel van aangifte” zullen krijgen, hoewel zij volgens het boekje niet in aanmerking komen voor de vrijstelling van de gewone aangifteplicht.

Aan de vrijstelling van de gewone aangifteplicht zijn krachtens de wet immers een heleboel voorwaarden verbonden. Zo is onder meer vereist dat men geen aftrekbare onderhoudsgelden of giften heeft betaald, dat men geen belastingen “vooruitbetaald” heeft, enzovoort.

WAKKER.

En wat als men dat toch heeft gedaan, en men van de Administratie niettemin het bericht gekregen heeft dat een gewone aangifte niet meer hoeft. Moet men daar dan van wakker liggen ? Moet men dan alsnog zelf het initiatief nemen om een gewoon aangifteformulier aan te vragen en in te vullen ?

Blijkbaar niet. De Administratie is realist genoeg om te beseffen dat men een belastingplichtige niet tegelijk een bericht kan sturen dat hij geen gewone aangifte meer moet indienen, terwijl men hem terzelfdertijd voor hetzelfde zou bestraffen. Maar helemaal konsekwent is zij daarin niet. Zij behoudt zich immers het recht voor ten aanzien van deze belastingplichtigen alsnog de verlengde aanslagtermijn van drie jaar toe te passen. Naar haar eigen zeggen, is dit, omdat zij wettelijk gezien geen afstand kan doen van deze termijn in die gevallen waarin zij er recht op heeft.

OP BEIDE OREN.

En wat tenslotte met belastingplichtigen die geen bericht gekregen hebben dat zij geen gewone aangifte meer moeten indienen, en die ook geen aangifteformulier ontvangen hebben ? Gaat het om belastingplichtigen die vorig jaar al een bericht ontvangen hebben dat zij geen gewone aangifte meer moeten indienen, dan mogen zij normaal gezien op beide oren slapen. De Administratie verzendt dit jaar immers alleen nieuwe berichten naar belastingplichtigen die vorig jaar nog niet vrijgesteld waren. Anders gezegd, wie vrijgesteld was, blijft (in de regel) vrijgesteld.

Andere belastingplichtigen die niet vrijgesteld zijn en die geen aangifteformulier ontvangen hebben, moeten er zelf een aanvragen. Normaal had dit tegen 1 juni moeten gebeuren. Maar geen enkele belastingambtenaar zal kwaad zijn als je alsnog na 1 juni een aangifteformulier aanvraagt. Per slot van rekening is het toch de fiskus die daar (in de meeste gevallen) beter van wordt.

JAN VAN DYCK

Jan Van Dyck is fiskalist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content